Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De orde des heils 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De orde des heils 3

De Wedergeboorte

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het grote wonder

De tweede weldaad van de orde des heils is de wedergeboorte.

Wij verstaan daaronder: de levendmaking van de geestelijk dode zondaar. De Schrift spreekt ten deze over „een van boven geboren worden”, een „geboorte uit God”, en onze belijdenis spreekt, over „een tweede geboorte”.

Het grote wonder van de onwederstandelijke kracht van Gods genade en Geest wordt ons hierin gepredikt.

Wie immers kan een dode levend maken? Dat kan God alleen!

Hij roept zondaren, uit de dood tot het leven, uit de duisternis tot Zijn wonderbaar en heerlijk licht.

Deze levendmaking is niet los te denken van Christus, die - zoals de Schrift zegt - „ons Leven is”.

Zo ligt er een nauw verband tussen de wedergeboorte en de inlijving in Christus. Het leven, de opstandingskracnt van Christus wordt verheerlijkt in het hart. Dat leven breekt de krachten van de oude mens en brengt tot openbaring de krachten van de nieuwe mens.

Deze levendmaking brengt een algehele innerlijke vernieuwing tot stand.

Geen nieuwe schepping, maar vernieuwing door herschepping!

Spreekt de belijdenis over „nieuwe hoedanigheden”, dan bedoelt zij daarmede geen andere hoedanigheden, maar alleen die hoedanigheden, die tot het wezen van de mens behoren.

Zo wordt het hart veranderd, het verstand verlicht, de wil omgebogen, de hartstochten geregeld. De mens moet kortom door herschepping weer worden wat hij was, namelijk beelddrager Gods!

Deze wedergeboorte kunnen wij onderscheiden als een wedergeboorte in engere zin en in ruimere zin.

Onder wedergeboorte in engere zin verstaan wij de inplanting van het nieuwe leven.

Onder wedergeboorte in ruimere zin de openbaring van dat nieuwe leven in de dagelijkse bekering of heiligmaking (art. 24 N.G.B.; zondag 33).

Het één zowel als het ander laat ons zien het grote wonder van de ontfermende liefde Gods over geestelijke dode zondaren en van de levenwekkende genadekracht des Heiligen Geestes.

Hier valt alles van de mens buiten.

Deze genadeweldaad - zegt onze belijdenis - werk God naar de vrijmacht van Zijn genade „zonder ons in ons”. „Het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderbare, verborgene en onuitsprekelijke werking, dewelke .... in haar kracht niet minder noen geringer is dan de schepping of opwekking der doden”.

Middellijke of onmiddellijke wedergeboorte Daar het voorwerp van de wedergeboorte de geestelijk dode zondaar is, heeft men wel gepleit voor een onmiddellijke wedergeboorte, een wedergeboorte dus, die zou plaats vinden zonder een middel, zonder het middel van de prediking des Woords.

Hoe zou een geestelijk dode kunnen horen? De eerste, rechtstreekse, onmiddellijke daad Gods zou dan zijn de levendmaking. In deze levendmaking zou het vermogen geschonken worden het Woord Gods te kunnen horen, daarop acht te geven en de wedergeboorte te laten uitkomen in de bekering.

De orde des heils krijgt dan een andere volgorde. Men spreekt dan niet over: roeping, wedergeboorte, maar over: wedergeboorte, roeping.

De vorige maal wezen wij er reeds op, dat op deze lijn ligt de zo gevaarlijke leer van de dormante of slapende wedergeboorte en de leer van de veronderstelde wedergeboorte. De prediking des Woords komt dan niet tot de geestelijk dode zondaar, maar tot de verondersteld geestelijk levend gemaakte zondaar!

Hoe gevaarlijk, hoe bedriegelijk voor de eeuwigheid!

Lezen wij, zonder vooropstelling van een bepaald theologisch denken, Schrift en belijdenis, dan spreken Schrift en belijdenis duidelijk over een middellijke wedergeboorte!

Een wedergeboorte dus door middel van het Woord Gods!

Wij lezen in Jac. 1 : 18: „Naar Zijne wil heeft Hij ons gebaard, door het Woord der waarheid”. En in 1 Petr. 1 : 23-25: Gij, die weergeboren zijt, niet uit vergankelijk zaad, maar uit onvergankelijk zaad, door het eeuwige Woord Gods”.

Zie voorts Can. 3, 4, art. 12; art. 17; art. 24 N.G.B.; art. 35 Cat. Zondag 25 vr. 65.

O zeker, deze wedergeboorte wordt niet gewerkt door middel van de uiterlijke prediking alleen, maar door de prediking, gepaard gaande met de bijzondere onwederstandelijke kracht van de Heiligen Geest. Het Woord Gods, wordt dan ook genoemd „levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der zielen en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten”.

Deze middellijke wedergeboorte sluit ook de kinderen en zuigelingen niet uit, die leven onder de bediening van het Woord en der Sacramenten.

Uiteindelijk blijft de wedergeboorte èn voor volwassenen èn voor kinderen en zuigelingen: het grote wonder! Niet te verklaren door het denkend verstand, maar alleen te verklaren uit de vrijmacht van Gods liefde en het wondere, onwederstandelijke werk van God en Heilige Geest!

De noodzakelijkheid van de wedergeboorte Bij onze intrede in het leven, bij onze eerste gang naar Gods huis, is ons duidelijk gezegd: „dat wij van nature zijn kinderen des toorns en dat wij het rijk Gods niet kunnen binnengaan, tenzij wij wederom geboren worden”.

Wij zijn dus niet wederomgeboren, wij mogen het ook niet veronderstellen! Maar wij moeten wederomgeboren worden!

Deze daad Gods is in de eerste plaats noodzakelijk voor het leven.

Deze levendmakende daad Gods impliceert in principe: de bekering, het geloof, de rechtvaardigmaking, de heiligmaking, de heerlijkmaking!

Ontbreekt deze wortel, de wortel van het nieuwe leven, dan is de bekering, het geloof, de rechtvaardigmaking, de heiligmaking alleen maar schijn zonder wezen!

Beschaving, zedelijke verbetering, een verstandelijk beschouwend geloof is niet genoeg, wij moeten in de eerste plaats wederom geboren worden!

’t Werk des Geestes begint van binnen uit! En waar het werk des Geestes van binnen uit begint, daar komt het ook naar buiten openbaar!

Als kenmerken noemt de schrift: de droefheid naar God, een leedwezen over de zonde, het haten en vlieden van de zonde, een lust om voor God te leven. Een hartelijk, biddend, werkzaam begeren der ziel om in Christus met God verzoend te worden. Onze belijdenis sprekende over de wedergeboorte, zegt: „De wijze van de werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomenlijk begrijpen, ondertussen stellen zij zich daarin gerust, dat zij weten en gevoelen, dat zij door deze genade Gods met het hart geloven en hun Zaligmaker liefhebben”.

Deze wedergeboorte in engere zin zal zich openbaren in de wedergeboorte in de allerruimste zin, waarvan de Heere Jezus sprak, zeggende tot Zijn discipelen: „Voorwaar Ik zeg u, dat gij die Mij gevolgd zijt .... in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op de troon Zijner heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israëls”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

De orde des heils 3

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's