Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het teken des Bloeds

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het teken des Bloeds

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wanneer Ik hel bloed zie, zal ik Ulieden voorbijgaan”.

Welk een vreselijke nacht brak er aan voor Farao en de Egyptenaren, toen de Heere hen treffen kwam met de tiende plaag en al de eerstgeborenen in Egypteland sloeg.

De Heere liet aan de Farao Zijn sterke arm en Zijn machtige hand blijken. De dood klom door de vensters der woningen binnen. Overal verlies, overal rouw, in elke woning geschrei!

Maar bij Israël zou geen dode zijn. Maar waarom dan niet? Daar is een wondere, beschermde hand over dat volk uitgestrekt in die nacht van rouw en ellende. En het geheim dier sparende liefde Gods ligt in deze woorden uitgedrukt: „Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik Ulieden voorbijgaan”.

Mozes had, op Gods bevel, aan Israël geboden om een lam te slachten en het bloed van het lam aan de deurposten te strijken. Waar dat bloed aan de deurpost is, zal de verderfengel voorbijgaan.

Dat bloed zal Israël dus tot een teken zijn. Allereerst tot een teken van schuldbelijdenis, een uitspake des doods.

Gans het volk uit Abraham gesproten ligt met geheel Egypte onder de vloek en het oordeel Gods. Ook Israël, ja gans het menselijk geslacht, dus ook gij en ik, vanwege de zonde en ongerechtigheden, ontkomen niet aan des Heeren straffende gerechtigheid. Als Hij in het recht gaat treden, dan gaat dat recht over allen. En dan maakt het geen verschil Egyptenaar, of Israëliet, zij zijn gelijkelijk aan het rechtvaardig vonnis Gods onderworpen. Want daar is geen onderscheid, zij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Ook Israël moet dus sterven — het bloed aan de deurposten predikt dat duidelijk genoeg — daar is een borgtocht, een plaatsvervanger. Hun zonden hun schuld, hun oordeel, hun vloek, hun dood is op het lam gelegd, en nu is het bloed aan de deurposten gelijk hun oordeel en hun vrijspraak, hun dood en hun leven, hun schuld en hun vergeving. In die vreselijke nacht in Egypte was dus voor Israël door het Paaslam, een voorbijgaan van de verdervende engel en een verlossing van de banden der dienstbaarheid.

Wat ligt dan in het Pascha de Christus levend afgebeeld, want immers was er geen kracht in het bloed van het dier, om de almachtige wrake van rechtvaardig God te keren, maar alleen in het bloed van Hem, Die door de eeuwige Geest Zichzelve God onstraffelijk opgeofferd heeft.

Mij dunkt, Mozes heeft op dit Lam Gods geblikt, hier in bloed afgebeeld. Mozes ziet zich achter dit bloed van de Heere Jezus verborgen. Ook hij en Israël met hem, moesten voor eeuwig verloren gaan, indien het bloed van een eeuwige Christus hun niet dekte.

En zie hier nu die trouwe Godsman. Terwijl ook hij in een met bloed bestreken woning verkeert in Egyptes rouwnacht, horen wij hem in de taal des geloofs zeker dichter voorzingen:


Mijn zonden al, en zonder tal,
Zijn mij om Jezus wil vergeven.
Ik had de eeuw’ge dood verdiend,
Maar Hij schonk mij een eeuwige leven.


Is dat bloed van Jezus ook reeds uw vrijspraak? Weet ge voor wie dit bloed der verlossing en bevrijding is? Voor die in de banden des doods en de boeien der zonden gekluisterd zitten en in de banden hun geschrei doen opklinken tot in de oren van de Heere Zebaoth. Voor hen die door waarachtige wedergeboorte, als een geestelijk Israël hebben leren roepen om genade en geen recht. Dan gedenkt de Heere Zijn verbond en krachtens dat verbond kent de Heere degenen die de Zijnen zijn. Weet ge voor wie dit bloed dierbaar, noodzakelijk, algenoegzaam en gepast zal zijn? Voor hen alleen, die alle hope en redding, aan hun zijde, verloren hebben.

O, dat dit bloed dan niet veracht, maar begeerd mocht worden. Wie weet hoe spoedig of de engel des verderfs onze woning zal binnentreden. Dan kan geen doop, noch belijdenis, of uiterlijke vormen ons redden. Maar alleen het bloed van Jezus Christus, eenmaal geofferd om veler zonden weg te nemen.

Eeuwig, onbegrepen, zalig wonder, in dat bloed, in Christus borgwerk, is de verschoning. Dat bloed bedekt en reinigt van alle zonden. Achter dat bloed behoeven wij geen gericht, geen oordeel, geen vloek, geen vordering, geen dood en hel te vrezen. Achter dat bloed zijn wij volkomen veilig. De Heere Zelf zegt: „Indien Ik het bloed zie, zal Ik Ulieden voorbijgaan”.

Kostelijke weg, heerlijke weg, in Jezus Christus gebaand voor een inzichzelf verloren volk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Het teken des Bloeds

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's