Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een schat van een onwaardeerbare prijs 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een schat van een onwaardeerbare prijs 1.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een schat van een onwaardeerbare prijs! U zult het verstaan over wat voor schat of het gaat. Een bijzondere. Voor schatten in het algemeen kunnen mensen veel over hebben. Duikers wagen soms hun leven om te zoeken naar een schat in een wrak van een schip, onder op de zeebodem. We hebben er nog niet zo lang geleden van kunnen horen, hoe op zo’n manier een grote som aan oude munten naar boven werd gehaald. De duikers hebben er goed aan verdiend. Als we eerlijk zijn zit ons het jagen naar schatten van zilver of goud in het bloed. Wij zijn er niet vreemd van. Alleen: kunnen we dan spreken van schatten van een onwaardeerbare prijs? We kunnen het wel ménen maar het ís niet zo!

Wat doen we met alle schatten buiten God, als we voor Hem moeten verschijnen? Dan is een millioen gelijk aan nul. Al zijn we multi- millionair: we kunnen niets meenemen voor de rechterstoel van Christus. De taxatie van de natuurlijke mens deugt niet.

Vanmorgen horen we van een schat, die wél onwaardeerbaar is. We kunnen ervan lezen in art. 15 hoofdstuk V van onze Dordtse Leerregels. Daar wordt gesproken vanuit een andere taxatie, die van de Kerk des Heeren. Op een tere manier wordt daar over gesproken: we lezen niet van de Kerk des Heeren maar van de Bruid van Christus. Een bruid in dit aardse leven kan alleen maar haar bruidegom waarderen. En de Bruid van Christus, die het alleen is door éénzijdige liefde, die zal Hem in de oefening der liefde recht taxeren. Ook alles wat van Hém is. Zo horen we hier van een onwaardeerbare schat. Dat wil dus zeggen dat de waarde van de schat, waarom het hier gaat, zó groot is dat het niet uit te drukken is in prijs.

Maar .... valt het niet tegen, als die schat hier genoemd wordt: de leer van de volharding der heiligen? Moeten we het daarover hebben? De leer is voor ons besef zo’n dor gegeven. Ik zal niet zeggen, dat er zó niet vaak over gesproken wordt. Maar zo is het hier juist niet! Hier wordt de leer beleden midden in het leven van de Kerk des Heeren. Wie dit artikel met aandacht leest, zal het weten dat leer en leven hier als een éénheid naar voren komen. Het gaat over de leer van de volharding der ware gelovigen „mitsgaders de verzekerdheid deze volharding”. ... Dáárom toch wordt deze leer als een schat van een onwaardeerbare prijs zo teer bemind door de Bruids-Kerk.

Over zo’n schat moet niet gezwegen worden. Het gaat om één van de kernstukken van de belijdenis. We kunnen erbij zeggen: van het leven van Gods kinderen. Hier wordt God de eer gegeven voor de zaligheid. Zalig-worden is van a tot z een zaak, die voor Gods rekening ligt. Niet alleen het begin is uit God. Ook de voortgang en het einde zijn uit God. Hij staat er voor in dat het geloof, de genade, in de Zijnen bevestigd en bewaard wordt tot het einde toe.

En wat een troost ligt er niet in voor allen die de Heere in waarheid hebben leren vrezen. Hoe vaak wordt het werk des Heeren in het hart van de Zijnen bestreden. Alles kan er op af komen. Het diep verdorven hart dreigt het nieuwe leven te verstoren. Satan en eigen vlees, de wereld tornen eraan. De waarheid van Gods werk kan bedekt zijn. Het uitzicht voor de toekomst ver weg. Maar nu door de strijd heen de troost, die door het levend geloof wordt gekend: „de Heer’ is zo getrouw als sterk, Hij zal Zijn werk voor mij voleinden . . . .” Is het daarom alleen al niet goed, dat we iets zeggen over deze onwaardeerbare schat?

Daar is meer. De belijdenis van de volharding der heiligen moet vooral spreken in onze tijd. Door de eeuwen heen is het een bestreden zaak geweest. We kunnen ervan horen in het artikel, dat we gelezen hebben. Hij wordt „van het vlees niet begrepen, van de satan gehaat, van de wereld bespot, van de onervarenen en schijnheiligen misbruikt en van de dwaalgeesten bestreden”. Dat is een heel rijtje. Eén ding neem ik er eens uit: „van de satan gehaat”.

Als er één geweten heeft - én weet - dat het gaat om een schat van onwaardeerbare prijs dan is het toch wel de vorst der duisternis. Hij verstaat ook, dat het hier gaat om Gods eer en de troost van de Zijnen. Hij is op allerlei mogelijke manieren in de weer om de schat van de Bruidskerk te ontroven. Dat doet hij binnen in het hart. Dat doet hij op het erfdeel van de Kerk des Heeren. Hij heeft zijn hand in de dwalingen, die in het midden van de kerk ook hierin telkens gevonden worden. En het ergste is, dat hij het vlees, ook het vróme vlees, meeheeft.

We behoeven het niet te zeggen dat deze belijdenis in de strijd geboren is. We weten het van onze schooltijd dat de Remonstranten hebben geleerd, dat er een afval der heiligen kan zijn. Zij zeiden dat de ware gelovigen van de genade niet alleen kúnnen uitvallen, maar sommigen ook metterdaad verloren gaan. Voor hen was de volharding der heiligen geen vrucht van de verkiezing, maar een voorwaarde van het nieuwe Verbond die de mens door zijn vrije wil moet volbrengen. O ja, dat werd mooi versierd. Zij wilden ook zeggen dat het genáde was als een mens zal volharden. God geeft de gelovige immers genoegzame krachten om te volharden en Hij is bereid hen te bewaren, maar uiteindelijk hangt het toch af van de vrije wil van de gelovige of dat waar zal worden in zijn leven. Onze vaderen hebben dat door Gods genade doorzien. Ze hebben het geweten en doorvoeld dat het hier ging om een listige aanval op de belijdenis van Gods verkiezende genade. Met alles dat in hen was hebben ze de grond van zalig-worden geboodschapt tegenover iedere poging om wat aan de mens en zijn doen wat toe te schrijven. En daarbij hebben zij het oog gehad op de grootheid van

Gods barmhartigheid en op de levende troost van de Zijnen. Zij hebben het door Gods genade doorgrond dat de diepste tonen van de Heilige Schrift als Gods welbehagen en Gods éénzijdige barmhartigheid voor mensen, die in zichzelf zondaren zijn, in het stellen van de mens náást God uiteindelijk geloochend werden.

Er is een gevaar. We kunnen denken dat dit in onze tijd niets meer zegt. Zo is het niet. We leven in een andere tijd. Er is in veel opzichten een andere strijd. Maar het blijft ook vandaag om dezelfde kernzaken gaan. De Dordtse Leerregels zijn ook in het laatste hoofdstuk meer actueel dan dat wij denken. We zien het verder-af en dichterbij. De schat van onwaardeerbare prijs wordt vandaag ook op allerlei wijze bedreigd. Waar geen verkiezing en geen verwerping van eeuwigheid wordt erkend, daar kan in wezen geen plaats meer zijn voor de belijdenis van de volharding der heiligen. We kennen ook de prediking van de mens in het algemeen als Verbondspartner naast God, die de tijd en ruimte krijgt om samen met God voor een betere toekomst te zorgen. Bij alle geroep over de overmacht van Gods genade en Geest, waardoor het waar wordt, weten we ten diepste is dat God Zijn eer trachten te ontroven. Maar dat benauwt niet het meest. We kunnen meer vrezen voor iets anders.

Wat ik bedoel? Als de belijdenis van de volharding wel geprezen wordt, maar de geestelijke achtergrond in de mist blijft. Benadrukt worden de roeping tot volharding en de trouw van God. We zullen de laatste zijn om die te ontkennen. Al te duidelijk spreekt het Woord van God van die roeping. En de trouw des Heeren spreekt wel bijzonder in dit gedeelte. Als een parel van grote waarde schittert in hoofdstuk 5 de trouw des Heeren. De volharding van Gods kinderen rust in de trouw van Hem, die het gezegd heeft: „Want bergen zullen wijken en heuvelen wankelen maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het Verbond Mijns vredes zal niet wankelen. Maar die trouw openbáárt zich in het léven van de Zijnen krachtens Gods verkiezend Welbehagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Een schat van een onwaardeerbare prijs 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's