Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 8.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 8.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

B. Het huiselijk verkeer.

1. Het huwelijk.

Wij willen met het ”huwelijk” beginnen. Dat is dus met de vorming van een ”gezinsleven”. Er waren ook andere vormgevingen, zoals ook nu. We denken aan ”alleenstaanden” en aan ”weduwen” en ”weduwnaren”. Neen, niet aan het ”ongehuwd” samen wonen of aan ”homofielen” levende als gehuwden, zoals thans het geval is, ja, veelal nog ”goedgepraat” wordt. Zelfs zijn er, die zogezegd behoefte hebben om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen, ja, dat zulks nog ”overwogen” wordt daartoe toestemming te verlenen. Doch ter zake.

Zo willen we dus beginnen in dit hoofdstuk met de ”gezinsvorming”, met het huwelijk, zoals dat in de Bijbel beschreven staat.

Het Oosterse huwelijk was alleen een ”burgerlijke” verbintenis en geen ”kerkelijke”. Er had daarbij geen offer plaats en geen priester kwam eraan te pas.

Een huwelijksaanzoek geleek veelal meer op een ”koop”, door een ”koopsom” vastgesteld. De vader van de jongeling stelde met de vader van het meisje de som vast. Ook de toestemming tot het huwelijk ging uit van de vader van het meisje. De leeftijd tot huwelijksverbintenis was erg jong. We lazen, dat een huwelijk zeer jeugdig werd gesloten; op twaalfjarige leeftijd van het meisje en op dertienjarige leeftijd van de jongen. Zeer zeker zal dat verband gehad hebben met het warme Oosterse klimaat.

Het geburde ook wel eens, dat zulk een jong meisje werd uitgehuwelijkt aan een veel oudere man. Ook hiervoor besliste de vader, of als deze niet meer leefde, de moeder.

Hierbij mogen wij wel opmerken, dat zodanige huwelijksverbintenissen, als zoeven genoemd, ook plaats hadden bij huwelijken, waarvan wij in de Bijbel lezen. Zo vroeg Abraham niet aan zijn zoon Izak, die toch al 40 jaar was, of hij niet eens een vrouw zou zoeken, maar dat hij zijn vertrouwde oude knecht Eliëzer daartoe zond naar Paddan-Aram, om voor Izak een vrouw te zoeken.

Hieruit bleek, dat het de wil des Heeren óók was, dat de huwelijkssluitingen niet zouden plaats hebben met vreemde, heidense vrouwen. Want Israël was immers een ”heilig” volk, d.w.z. een ”afgezonderd” volk. Daarvan zingt de dichter van psalm 147:


”Hij gaf aan Jacob Zijne wetten,
Deed Isrel op Zijn woorden letten;
Hij leerde z in Zijn wegen wand’len.
Zo wou Hij met geen volken handden;
Die moesten Zijn getuigenissen
En Zijn verbondsgeheimen missen.”


Dat blijkt ook uit Exodus 34 vs. 15 en 16.

Nog een Oosterse gewoonte was het, dat een huwelijkssluiting spoedig plaats had na de verloving. Want in die tijd mochten de verloofden elkaar niet zien, tenzij dan ”gesluierd”. We denken hier aan Rebekka, toen zij Izak zag naderen, dat zij aan Eliëzer vroeg: Wie is die man? En hij haar antwoordde: „Dat is mijn heer”, dat we dan lezen: „Toen nam zij de sluier en bedekte zich.”

Spoedig heeft dan de huwelijkssluiting plaats en de huwelijksvoltrekking. Daarbij was alleen de familie tegenwoordig. Een bezoek aan ”het gemeentehuis” was er nog niet bij (zo even terloops opgemerkt). De enige daad was: dat de vader de handen van de jonge mensen ineen legde en hen zegende met de woorden: „De God Abrahams en Izaaks en Jacobs zij met u; Hij make u in alles voorspoedig!”

Daarop volgde dan het ”bruiloftsfeest”, dat een week duurde en soms ook wel twee weken. Daarvoor werden niet alleen vrienden en buren uitgenodigd, maar zelfs ook voorbijgangers. Vandaar, dat er ook een aanzienlijke hoeveelheid wijn nodig was. Denk aan de bruiloft te Kana.

Bij de huwelijks-voltrekking was ook ten nauwste betrokken: de ”vriend” van de bruidegom, zoals we omschreven vinden bij Johannes de Doper in Joh. 29. We lezen daar: „Die de bruid heeft, is de bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die staat en hem hoort, verblijdt zich met de blijdschap om de stem des Bruidegoms. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld geworden.”

We hebben hier een beeld uit het Oosterse leven, ten opzichte van het ”huwelijk”. Reeds hebben we al opgemerkt, dat niet Abraham aan zijn zoon Izak vroeg om een vrouw te zoeken, maar dat daartoe de oude knecht van Abraham, Eliëzer, een opdracht kreeg. Zo was het de taak van hem om de aanstaande bruid te brengen tot de bruidegom, nadat hij haar verteld had over de afkomst van de bruidegom, over zijn karakter en over zijn bezittingen. En zo bracht hij de bruid tot de bruidegom. Welnu, zo zien we hier omschreven het werk van Eliëzer. Hij was dan ook, zoals hier in Johannes 3 vs. 29 genoemd: de ”vriend” van de bruidegom. En zo was het de taak van zulk een ”vriend” om de bruid tot de bruidegom te brengen, met de geschenken. In de woning van de bruidegom aangekomen, wanneer dus de ontmoeting met de bruidegom heeft plaats gehad, dan trok deze ”vriend” zich terug en wel zo, dat hij buiten de woning stond om nu te luisteren naar de ”stem van de bruidegom” bij deze ontmoeting. Dan nam de bruidegom eerst de sluier van de bruid af en sprak dan zijn welgevallen over haar luide uit, met de woorden: „Gezegend zij deze ure” en de bruid zeide dan: „God zegene u!”

Zulk een vriend nu was Johannes de Doper als ”wegbereider” vóór Jezus, zoals hijzelf getuigde tot zijn discipelen in vers 28: „Gijzelven zijt mijn getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet; maar dat ik vóór Hem heengezonden ben.”

Zo heeft Johannes mogen heenwijzen naar HET LAM GODS, dat de zonde der wereld wegneemt. Velen van zijn discipelen volgden Jezus en werden Zijn volgelingen, met een twaalftal als Zijn discipelen, waaronder zelfs een Judas, die Hem verraden heeft. Het kwam er dus op aan, volgelingen te worden door een waar geloof en ware bekering. En dat geldt ook voor òns. Gel. lezer(es), kan dat ook van ù getuigd worden?

O, wat wordt dan de tegenstelling groot, ja, oneindig groot!

Een arme zondaar en rijke Jezus! Sulamith getuigde: „Ik ben zwart”. En de arme zondaar als zwart vanwege de dienstbaarheid van de zonde en van satan!.... Christus, de Zoon van God: de Heilige, de Reine en Rechtvaardige! O, welk een eeuwig wonder, toen Hij Zijn bruidkerk in het uur der minne getrokken heeft door Zijn Woord en Geest om Zich met zulk een vloekwaardig volk te verenigen!

Zo zend Hij ook Zijn dienaren uit om Hem te prediken en de nodiging te doen uitgaan tot zondaren, schuldig en strafwaardig en de ontdekten te mogen wijzen op Hem, als ”Het Lam Gods”! Ja, om te mogen spreken van Zijn grootheid, macht en heerlijkheid! Van Zijn hoge afkomst; van Zijn beminnelijk karakter, van Zijn talloze bezittingen en wat het zal zijn, eens met Hem zó verenigd te zijn, dat zij nooit meer kunnen afdwalen en Hem verdriet aandoen, ja, eeuwig bij Hem te zijn!

Heeft nu zulk een verbintenis plaats gehad, dan vallen Zijn dienaren er zèlf buiten. Ja, zij zullen dan met Johannes de Doper getuigen: „Hij moet wassen en ik minder worden.”

En toch is het in geestelijke zin zo groot, dat Zijn ware dienaren, die Hem ook zèlf door een waar geloof mogen kennen, òòk tot Zijn bruid door genade mogen behoren. Daarom zal het ook zo vreselijk zijn: Hem gepredikt te hebben en .... zèlf buiten te moeten staan, wanneer de bruiloftszaal gesloten zal zijn! Daarom is voor ieder zo noodzakelijk, zich te onderzoeken. Zijn ware discipelen vroegen eens in de paaszaal: Ben ik het, Heere? Dat was hun vraag op het ontroerende woord van Jezus: „Voorwaar zeg ik u, dat één van u Mij zal verraden.”

Maar we keren nog een ogenblik terug tot de Oosterse bruiloft zelf.

Hierover echter in een volgende les D.V.

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 8.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's