Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom de doopvont 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom de doopvont 1.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. Inleiding

Bij Uitgeverij de Groot te Goudriaan verscheen onlangs een standaardwerk over de Heilige Doop, getiteld: Rondom de doopvont. Het boek dat 620 pagina’s telt, heeft als ondertitel: Leer en gebruik van de heilige doop in het Nieuwe Testament en in de geschiedenis van de Westerse Kerk. Het boek is keurig uitgegeven onder redaktie van prof. dr. W. van ’t Spijker, dr. W. Balke, drs. K. Exalto en L. van Driel. Onder verantwoordelijkheid van dezelfde redaktie verscheen reeds eerder een uitvoerig werk over het Heilig Avondmaal, getiteld Bij brood en beker: over de leer en het gebruik van het Heilig Avondmaal.

In een Woord vooraf wordt de doop het meest oecumenische sacrament van de christelijke Kerk genoemd. Maar hoewel dit zo is, beseft men weinig hoezeer de verscheidenheid in het theologische denken en in de kerkelijke praktijk juist hier diep ingrijpend genoemd moet worden. De hele theologie komt los in de enkele druppels water der besprenging: de leer van de Kerk, de belijdenis van Christus, het werk van de Heilige Geest.

Er wordt dus zeer verschillend over de betekenis en de waarde van dit oecumenische sacrament gedacht. Daarom deed de redaktie er goed aan om terug te gaan naar de bron van de leer van de Heilige Doop. Die bron ligt in het Nieuwe Testament. Het eerste artikel is dan ook een bijdrage van de Apeldoornse hoogleraar in het vak Nieuwe Testament: prof. dr. J.P. Versteeg. Zijn artikel heeft als opschrift: De doop volgens het Nieuwe Testament.

2. Baptidzein en baptisma

Het werkwoord ”dopen” is een vertaling van het Griekse woord ”baptidzein” dat in het oorspronkelijke Griekse spraakgebruik geen religieuze betekenis heeft. Zo gebruikten de Grieken het woord baptidzein in het geheel niet voor rituele wassingen in hun tempels. De betekenis is onderdompelen of te gronde richten.

In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, geschreven in de 2e eeuw vóór Christus voor de Joden in de Diaspora (verstrooiïng), krijgt het algemeen Griekse woord baptidzein een religieuze kleur. Het betekent dan: zich wassen om ritueel rein te worden.

Deze religieuze inhoud van het woord baptidzein vinden we vervolgens ook in de z.g.n. apokriefe boeken, die wij bijv. aantreffen in de oude uitgaven van de Statenvertaling als de boeken Tobith, Judith, Jesus Sirach.

Het woord baptidzein betekent hier: zich reinigen i.v.m. het gebed.

Vooral de lijn van de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, wordt in het Nieuwe Testament doorgetrokken. In het Nieuwe Testament komt het werkwoord baptidzein alleen nog maar voor met een religieuze inhoud. Het Nieuwe Testament heeft dus aan dit oorspronkelijk profane woord een religieuze inhoud gegeven, m.a.w. voor eigen gebruik in dienst genomen. Dit nieuwtestamentische baptidzein vertalen wij dan met ”dopen”.

Het woord wordt in het Nieuwe Testament vooral gebruikt voor het dopen van Johannes de Doper en in het boek Handelingen voor het dopen van de apostelen, hen opgedragen door Jezus Zelf voor Zijn heengaan van de aarde en ná Zijn opstanding uit de doden.

Naast het werkwoord baptidzein, dopen, vinden wij in het Nieuwe Testament nog het zelfstandig naamwoord ”baptisma”, dat zelfs in de algemene Griekse taal geheel ontbreekt. Dit woord baptisma is hét woord ter aanduiding van de doop. De unieke werkelijkheid van de doop komt dus tot uiting in de keuze van dit woord dat in de Griekse wereld geheel onbekend was.

De schrijvers van de boeken van het Nieuwe Testament hebben bewust andere woorden vermeden om een misverstand te voorkomen: alsof de christelijke doop slechts een variatie was op de rituele wassingen in de heidense tempels.

Duidelijk laat prof. Versteeg dan ook zien dat de inhoud van de christelijke doop vergeleken met de heidense wassingen van een bijzondere aard was.

3. Dopen in de naam van

Het bijzondere van de doop in het Nieuwe Testament is dat hij bediend werd in de Naam van de Heere Jezus. Duidelijk is dat te lezen in Handelingen 8 : 16 waar van de Samaritanen staat geschreven dat zij gedoopt waren ”in de Naam des Heeren Jezus” (Statenvertaling).

Een uitbreiding van deze volgens velen meest oorspronkelijke doopsformule vinden we dan vervolgens in Mattheüs 28 : 19 waar het doopsbevel van Christus luidt: ”dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes”.

In de Naam van de Heere Jezus. Belangwekkend is het te lezen hoe prof. Versteeg deze uitdrukking verklaart tegen de achtergrond van een oudtestamentisch gebruik. Joab verzoekt David persoonlijk de stad Rabba te komen veroveren opdat Davids naam over die stad zou worden uitgeroepen. Indien dat maar geschiedde, zou David zeggenschap hebben over die stad.

Op het feit dat de Naam des HEEREN over Juda was uitgeroepen pleitte ook Jeremia (14 : 9) door te zeggen: Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons niet.

De konklusie van prof. Versteeg is dan: ”Wanneer iemand gedoopt wordt in de Naam van de Heere Jezus, doet Hij door die doop Zijn zeggenschap gelden over iemands ”leven”. ”Gedoopt zijn in de Naam van Jezus betekent dus: staan onder de zeggenschap van Jezus”. Hetzelfde is dan het geval wanneer iemand gedoopt wordt in de Naam van de Drieënige God.

4. Wortels van de doop

a. Oude Testament

De schrijver neemt een verband aan tussen de doop en de wassingen die in het Oude Testament waren voorgeschreven i.v.m. tabernakel- en tempeldienst. Zowel aan de priesters als de Israëlieten in het algemeen waren deze wassingen voorgeschreven om aan de eredienst in het heiligdom te kunnen deelnemen. De achtergrond van dit voorschrift was de gedachte dat de mens nooit zondermeer voor Gods aangezicht kan komen: De reine God kan de onreinheid van mensen niet in Zijn tegenwoordigheid dulden”.

Overigens hebben de profeten het volk gewaarschuwd deze wassingen niet magisch te verstaan: alsof het water zelf in geestelijke zin reinigende kracht zou hebben. Dit misverstand leefde wel bij de omringende heidense volkeren. Men beschouwde de natuurelementen (ook het water) als geladen met goddelijke krachten. De oudtestamentische wassingen kwamen echter slechts tot hun recht wanneer ze gepaard gingen met een leven van waarachtige bekering.

De profeten hebben er met nadruk op gewezen dat de eigenlijke, beslissende wassing zou plaatsvinden in de toekomstige heilstijd. Dan zou God rein water over het volk sprengen waaronder volgens de parallelle tekst Ezechiël 36 : 25 verstaan moet worden: het geven van de Geest in het binnenste om daardoor naar Gods inzettingen te wandelen.

Prof. Versteeg spreekt in dit verband over de eschatologische spits in de verkondiging van de profeten. Zijn konklusie is: ”dat de wassing waar het werkelijk om ging niet iets was, wat de méns kon verrichten maar dat door Gód geschonken moest worden”.

De christelijke doop als waterbad is dus de vervulling van de oudtestamentische wassingen: Niemand kan als onrein zondermeer voor Gods aangezicht verschijnen. Door de christelijke doop wordt evenals bij de oudtestamentische wassingen de noodzaak van de geestelijke reiniging onderstreept en tegelijk naar de gave van de reiniging, de Heilige Geest, verwezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Rondom de doopvont 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1983

Bewaar het pand | 6 Pagina's