Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Het Zonnekind 73

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste jongelui!

“En het geschiedde daarna .... ”

Na al het gebeurde te Gaza, en wie weet wat er nog meer gebeurd is. Want van het leven van Simson is ons ook niet alles bekend. Dat kan een ieder wel begrijpen als je kennis neemt van al datgene wat er in de bijbel van hem geschreven staat. Dat beslaat maar een paar hoofdstukken. Wat we van hem weten zijn daarom, goed gezien, maar een paar hoofdzaken.

En deze zaken mogen wij wel goed in ons hoofd prenten. Want ze zijn van grote betekenis tot op de dag van heden toe.

“En het geschiedde daarna, dat hij een vrouw liefkreeg aan de beek Sorek”.

Dat vrouwen in het leven van Simson een grote rol hebben gespeeld, hebben we al eerder vernomen. Hij had er al heel wat mee meegemaakt. Je zou zeggen: Hij zal door de ervaring geleerd, nu wel wat wijzer zijn geworden en niet zo maar weer met een volgende vrouw aan gaan spannen. Doch het lijkt er op alsof Simson nog steeds niet wijs geworden is. Want de vrouw die Simson liefkreeg was beslist geen vrouw die bij hem paste. Althans, zo zouden wij het zeggen. En zo zegt God het ook. Want Hij leert ons in Zijn Woord dat we geen juk aan moeten gaan met een ongelovige. En de vrouw die Simson liefkreeg, is beslist geen gelovige vrouw geweest. Integendeel. Zij is ook in de vruchten van haar leven openbaar gekomen. Want elke boom wordt tenslotte toch weer aan zijn vrucht gekend.

Dat Simson een vrouw liefkreeg was op zichzelf natuurlijk niet verkeerd. Het is een heel natuurlijke aangelegenheid. En het is gelukkig dat die er in het leven nog is. Het is een vrucht van de algemene goedheid Gods, waardoor het menselijk leven in stand gehouden wordt. We hebben daar al eens eerder over geschreven.

Gezien al hetgeen Simson in zijn leven al met vrouwen meegemaakt heeft, zouden we hem nu een goede vrouw gunnen. En wie is dat eigenlijk niet te gunnen? Eén van onze professoren heeft ons gezegd, toen wij nog aan zijn voeten zaten: “Vrienden, kijk uit wat voor een vrouw je neemt. Want het is een engel of een duivel. Je kunt er mee het leven door op een aangename wijze, of het voert je lichamelijk en geestelijk naar de afgrond.” Er moge in deze professorale raad een zekere overdrijving zitten, daar zit niettemin toch een goede raad in, die we aan onze (vooral jeugdige) lezers graag doorgeven.

Wat voor een vrouw het geweest is, die Simson nu weer liefkreeg, weten we niet precies. Er staat niet bij dat zij een hoer was. Er staat ook niet bij dat zij een filistijnse was. Er zijn er zelfs die denken dat zij een Israëlitische is geweest. Ik wil deze mogelijkheid niet uitsluiten. Alleen kan ik er dit wel met zekerheid bij zeggen, dat zij dan heel weinig of niets van het leven van haar stamvader heeft gekend.

Misschien vraagt deze of gene zich af: Dominee waar ga je nu weer heen? Nu, jullie weten toch wel dat het oude bondsvolk waar Simson toe behoorde, niemand anders tot stamvader heeft gehad dan Jacob, die de naam van Israël heeft gekregen, omdat hij zich aan de Jabbok, ook een beek, vorstelijk had gedragen met God, en hij heeft overmocht. Hij heeft het daar van God gewonnen, door het te verliezen. Ja, het gaat er wonderlijk naar toe in het koninkrijk Gods. Als jullie het voor God mogen leren verliezen en je naam mogen leren spellen, dan ga je het winnen. Want dan word je in jezelf een “verloren” mens, die alleen maar - en daar is de winst in gelegen - uit genade zalig worden kan.

Zulk een leven nu was deze vrouw vreemd, ook al zou zij in de natuur een nakomeling van Jacob-Israël zijn geweest. Dit leert ons ook dat genade geen erfgoed is. Je kunt uit een vroom geslacht stammen en zelf een goddeloos leven leiden. Helaas zijn daar maar al te veel voorbeelden van. Ook de bijbel onthoudt ons deze voorbeelden niet. Denk maar aan Eli. Zijn zonen wandelden niet in de voetsporen van hun vader. Dat lezen we ook van Samuël. Zelf een Godvrezend mens boven alle verdenking, had ook kinderen die niet in de sporen van hun vader gingen. Van David worden ons dezelfde zaken verhaald. Meerderen zijn te noemen. Ik wijs hier alleen maar op, opdat jullie beseffen zouden dat het beoefenen van de vreze des Heeren altijd een strikt persoonlijke zaak is.

Het behoren tot een kerk geeft z.m. geen garantie van een wandel in de vreze des Heeren.

Deze vrouw woonde aan de beek Sorek. Dat is een rivier die stroomt tussen Zora en Timnath. Daar Simson te Zora geboren is, is het een plaats geweest die Simson goed bekend was. Het wonen aan een beek heeft altijd iets bekoorlijks. De vrouw die daar woonde moet ook wel een bekoorlijke vrouw geweest zijn. Haar naam Delila zegt in dit verband veel. Te meer daar in die tijd de mensen vaak namen gegeven werden naar omstandigheden waarin men verkeerde, of gebeurtenissen die er plaats vonden. Denk maar aan Naomi, de schoonmoeder van Ruth. Haar geschiedenis heeft zich in diezelfde tijd afgespeeld, zie Ruth 1 : 1. Toen zij naar het buitenland vertrok, deed zij haar naam nog eer aan. Want Naömi betekent “aangenaam” of “liefelijke”. Toen zij terugkwam, was zij door het dragen van haar kruis zodanig veranderd, dat de lieden van Bethlehem die haar herkenden, zeiden: Is dit Naömi? Haar antwoord was: Noem mij niet Naömi, maar Mara, want de Almachtige heeft mij bitterheid aangedaan.

Zij het niet altijd, in de bijbel zeggen namen dikwijls heel veel van de dragers daarvan.

Zo ook met Delila. Haar naam betekent: “zwak, teder, bevallig, smachtende, hangende”. Wanneer we acht geven op haar leven dan beginnen die namen wel te spreken. Zij scheen de kunst te verstaan om mannen helemaal in te palmen. En Simson bleek daar vatbaar voor te zijn.

Hij kreeg deze vrouw lief. Dat is niet bepaald een liefde geweest op het eerste gezicht. Die gaat dikwijls wel weer over. Het is bij hem gegroeid. Hij kwam er mee in kontakt. Menigmaal zal hij een wandeling gemaakt hebben langs die beek Sorek. En als hij dan weer die vrouw zag, deed hem dat wat. Je begrijpt wel hoe dat gaat. Het begon met een praatje. Daarop volgde een uitnodiging om eens bij haar thuis te komen enz. Simson raakte er gewoon van op hol. Hij kreeg haar lief. Ik stel mij voor dat Delila, al is het erg oppervlakkig geweest, ook wel wat voor Simson gevoeld heeft. Want Simson was in de loop der jaren in zijn omgeving natuurlijk niet onbekend gebleven. Hij stond er bekend als de “sterke man”. Dat heeft op veel vrouwen menigmaal een magische invloed. Simson is tenslotte maar bij haar in gaan wonen. Je kunt nergens lezen dat hij er mee getrouwd is. Als dit was gebeurd dan zou het op alle manier nog eerbaar zijn geweest. Want het huwelijk is eerlijk onder allen en het bed onbevlekt, maar de hoereerder en overspeler zal God oordelen.

Als iemand trouwde ging de vrouw met de man mee. De man nam haar dan mee in zijn huis. Hier hebben we precies het omgekeerde, waaruit ik dan afleid dat hij er niet mee getrouwd is. Een vrije samenleving dus in het jaar zoveel voor Christus. We leven nu in het jaar 1984 na Christus. Er is niets nieuws onder de zon. Want de vrije samenlevingen zijn ook nu nog aan de orde van de dag. Men kruipt maar bij elkaar. Men bekoort elkaar. Doch al bekoort men elkaar dan is men nog niet bekeerd. En als men niet bekeerd is, is het goed verkeerd. Niet dat mensen het verkeerde altijd verkeerd noemen. Integendeel. Want mensen praten alles wat krom is recht. Daar is men vooral tegenwoordig zeer bedreven in. Doch al praten de mensen het kromme nog zo recht, wat in Gods Woord krom genoemd wordt, blijft krom. Wat in Gods Woord verkeerd genoemd wordt, blijft verkeerd.

Ja maar, zal iemand zeggen: Simson was toch bekeerd? Hij was toch een kind van God. Ongetwijfeld. Maar kinderen van God zijn geen volmaakte mensen. Het zijn en blijven mensen die heel dikwijls nog erg verkeerde dingen doen. En de verkeerde dingen die zij doen, mogen door ons nooit worden goedgepraat. Wij mogen ze ook nooit navolgen. Want dat gevaar is er ook. Niet zelden wordt van de verkeerde dingen die Gods kinderen doen, een verkeerd gebruik gemaakt. Men zegt dan: Simson deed het ook. Dan mag ik het ook wel doen. De verkeerde dingen van Gods kinderen zijn ons niet tot navolging beschreven, maar tot waarschuwing. Laten wij ons daarom voor dit maal gewaarschuwd weten.

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1984

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1984

Bewaar het pand | 4 Pagina's