Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hugo Binning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hugo Binning

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Binning was een Schots theoloog, die hoort onder de Schotse geloofshelden. Hij was hoogleraar in de wijsbegeerte te Glasgow en stierf op 26 jarige leeftijd in 1654. Hij liet verschillende stichtelijke werken na, waarvan er ook in onze taal zijn overgezet. Een van die werken is: Des zondaars heiligdom, of: Ontdekking van de heerlijke voorrechten, aangeboden aan de boetvaardigen en gelovigen onder het evangelie. In dit boek zijn opgenomen 40 predikaties over Romeinen 8 : 1 - 15. De bekende Jacobus Koelman vertaalde dit werk al in het nederlands. Er kwamen verschillende uitgaven. Het werk is enkele jaren geleden, nauwkeurig herzien naar oude uitgaven, opnieuw uitgegeven door Romijn en Van der Hof te Gorinchem. Dit werk kost nu gebonden in mooie band ƒ 29,50.

De inhoud van dit boek spreekt voor zichzelf. We willen hier overnemen het laatste gedeelte van de preek over Romeinen 8 : 10: Het lichaam is dood om der zonde wil, maar de Geest is leven om der gerechtigheid wil. Binning schrijft alsvolgt:

Een vroom man was gewoon zijn levensjaren te rekenen vanaf zijn tweede geboorte, vanaf zijn bekering tot God in Christus. En gewis, dit is het ware begin, vanwaar men zijn leven recht rekenen zou, namelijk van dat leven, dat geen dood zal zien.

Het ware leven heeft maar één paalteken, waar van af het gerekend kan worden en dat is: het begin daarvan, want het heeft geen einde. Ik bid u, rekent uw jaren zo; maar ik vrees dat velen van u, niet anders u kunt rekenen dan nog “dood in zonden en misdaden te zijn”, maar ik bid u, is dat leven? te eten, te drinken, te slapen, te spelen, te wandelen, te werken? Is er iets in dit alles, dat een redelijke ziel waardig is, die het lichaam overleven moet en zo voor eeuwig op moet houden met die dingen? Denkt bij uzelf, leeft gij wel enig ander leven dan dit? Wat is uw leven dan een verdrietig en vermoeiend verhaal van al dergelijke daden, die alleen op het lichaam uitlopen! O, hoe ellendig zijt gij dan, indien gij geen ander paalteken hebt, om daar vanaf te rekenen, dan uw geboortedag. Indien er niet een tweede geboortedag plaats heeft vóór uw begrafenis, zo moogt ge uzelf rekenen voor eeuwig verbannen van het leven Gods.

Wat ulieden betreft, christenen die God door de Geest Zijns Zoons heeft levend gemaakt: weest veel in de oefening van dit leven en dat zal hetzelve onderhouden en bevorderen. Laat uw zorg zijn omtrent uw geest en om u in deze betrachting aan te moedigen en om de hoop van het leven in u voort te brengen, zo ziet veel en grijpt naar die levengevende Zaligmaker, Die door Zijn rechtvaardig leven en vervloekte dood, verworven heeft door Zijn bloed, beide zaligheid en heiligheid. Bedenkt, welke schuldenaars gij aan Hem zijt, Die Zijn eigen leven niet liefgehad, noch gespaard heeft, om dit leven voor ons te verkrijgen. Laat onze gedachten en genegenheden bezig zijn omtrent deze hoge verdiensten van onze Zaligmaker, die om niet gegeven worden aan degenen die deze willen hebben en om dezelve in Hem geloven. Indien wij niet tevreden zijn met zulk een laag en ellendig leven als in het lichaam is, zo zal Hij een hoger en duurzamer leven geven, hetwelk alleen de naam van leven waardig is. Amen.

Volgens het Voorwoord in dit boek, sprak Binning op zijn sterfbed van de rust die Hij weldra genieten zou en wel als volgt: In deze haven zal ik binnenkort aanlanden. Op die grond en in die stad zal ik eeuwiglijk leven, waar ik Hem zal zien, zoals Hij is en Hem gelijk zijn. Dit is de langverwachte gelukzaligheid, die ik nu tegenzie en tot welker levende hoop ik wedergeboren ben door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Hier is de plaats van mijn rust en bij deze Fontein zal mijn vermoeide ziel verkwikt worden. O, zalige rust, nooit mijn harp terzijde te leggen en nooit op te houden, maar zonder onderbreking Hem te zingen, Die mij heeft zalig gemaakt en gewassen in Zijn eigen bloed en mij Gode gemaakt heeft tot een koning en priester! O rijke kroon en o verrukkende bezigheid, die kroon af te nemen en ze eeuwig op te offeren aan Hem, Die ze op mijn hoofd geplaatst heeft en evenwel die zo neder te werpen voor Hem, dat ze zal blijven op mijn hoofd, of ze zo af te nemen, dat Hij mijn kroon zal zijn en zal maken dat haar volle gewicht zal klimmen tot de onbekende waardij van dat gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Hugo Binning

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's