Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Charnock over het Heilig Avondmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Charnock over het Heilig Avondmaal

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We schreven in een vorig nummer over boeken van Stephen Charnock, Dr. in de H. Godgeleerdheid in Londen. We wezen op een paar boekjes over het Heilig Avondmaal. Charnock verdedigt sterk de waarneming van de inzettingen des Heeren. We willen een paar gedeelten aanhalen.

Charnock schrijft op blz. 46 van het eerste deeltje o.a.:

Waarom zal enig waar gelovige de satan behagen?

De bewegingen tot verhindering van degenen die genade kennen, moeten ὸf van God óf van Satan komen. Van God kunnen zij niet komen, want Hij is geen vijand van de ordonnantie, die Hijzelf voor hen instelde. Het bestaat niet dat God Zijn eigen instelling zou afkeuren en Zijn eigen uitnodiging zou herroepen, of een gelovige zou afschrikken en ontmoedigen in het gedenken van Zijn Zoon in de ordonnantie, die tot dat doeleinde is bevolen. De Geest in Zijn bewegingen werkt overeenkomstig het Woord en niet in tegenstrijd hiermede.

De bewegingen tot verhindering om het Heilig Avondmaal te vieren moeten dus van de duivel komen, die een vijand is, waarnaar niet geluisterd moet worden. Hij tracht de gelovige van de meest geestelijke plichten af te houden, waardoor hij het grootste voordeel kan behalen. Hij doet onze verdorvenheden ontvlammen, werpt verzoekingen in, vervult ons met bezwaren, spoort ons aan tot verzuimen, doet alles uitstellen om ons maar af te houden van hetgeen de versterking van onze ziel is en een verzwakking van zijn koninkrijk. Zwelg daarom dat vergif niet in! Spuw het uit, tenzij gij de duivel wilt behagen en de Verlosser mishagen. Wat zal de duivel triomferen als hij u kan behouden in een doorlopend verzuim van een bekende plicht! Indien het voortdurend waarnemen een middel is om de genade te versterken dan is het verzuimen een middel tot verzwakking, en de duivel verheugt zich in de achteruitgang in de genade, daar dit spoedig gevolgd kan worden door het verhinderen van alle genade. Hij koestert de hoop dat hij dezulken tenslotte uiterst ongevoelig zal kunnen maken.

Nu nog iets uit het tweede deeltje, blz. 42/43: Wij moeten onderzoeken of we hebbelijke genade bezitten of niet. Of daar zijn die verenigende gloeiende genaden, geloof en liefde. Iemand die tot het Avondmaal komt zonder geloof, zegt de goede Mr. Tindall, is gelijk aan een mens, die zijn dorst denkt te lessen door op de kan te zuigen. Zonder geloof is het slechts een stukje brood dat wij ontvangen, het teken van het lichaam van Christus zonder de ziel en de Geest van Christus; en zo hebben wij niet meer voordeel van deze ordonnantie dan de Joden welke Christus kruisigden zouden hebben gehad, als zij Zijn vlees hadden gegeten of het bloed, dat toen van Zijn lichaam afdroop, hadden gedronken; of dan de beesten die dronken uit de steenrots (die Christus afbeeldde), evengoed als het leger der Israëlieten (Num. 20 : 11, 1 Cor. 10 : 4), die ook niet meer nut daarvan hadden, dan indien zij gewoon water hadden gedronken. Daar moet een inwendige genade zijn, zowel als een uitwendige verordening om een geestelijke weldaad te ontvangen. Plagen komen voort uit de tempel, Openb. 15 : 8, grote oordelen komen voort uit ordonnantiën die zorgeloos en zondig worden gebruikt. Het Woord is een reuke des doods voor sommigen, zowel als een reuke des levens voor anderen. Daar moet hebbelijke genade zijn; een volkomenheid van genade wordt niet vereist; indien dit zo was, dan zouden slechts de schuldeloze engelen en verheerlijkte heiligen bekwame gasten zijn. De volmaakte ziel is waarlijk niet een vat dat te goed is om de Heere des Levens te ontvangen; maar God vereist alleen van ons een gesteldheid van het hart welke voegzaam is tot het oogmerk van de ordonnantie: een diep gevoel van onze ellende, een levendige smart over onze misdaden, een hartelijke omhelzing van Zijn Zoon, een vast besluit om in vijandschap te zijn met de zonde en in vrede met God. Het moet een ijverig onderzoek zijn, zoals wij metalen beproeven door vuur. We kunnen gemakkelijk bedrogen worden, en hetgeen slechts het gesis van de slang is, en het gefluister van satan, houden voor de echo van de Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Charnock over het Heilig Avondmaal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1984

Bewaar het pand | 6 Pagina's