Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 24

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. HET BEDRIJFSLEVEN.

II. Landbouw en veeteelt.

lb. De landbouw (vervolg).

Zo heeft het ’zaaien’ plaats gehad; dat was het ’tarwegraan’. En nu moet het eerst ’sterven’, zo lezen we en dan eerst brengt het onder de zegen des Heeren vrucht voort.

Hierin ligt treffend onderwijs opgesloten ten opzichte van het ’geestelijk leven’ van Gods kinderen.

Het voortbrengen van de vruchten des geloofs geschiedt ook door een stervensproces. Sterven aan de zonde, aan de wereld en aan eigen vlees. En dit proces begint dus bij de ’levendmaking’ van de zondaar. Hij wordt immers ontdekt aan zijn zonde, welke hij gaat haten en vlieden, met een besliste afkeer, en toekeer tot de Heere met een hartelijk leedwezen. Zo is het ook met een afkeer van de ’wereld en haar begeerlijkheden.’ Deze leert men haten en vlieden. Eveneens ook van het ’vlees’ met haar boze ’lusten’.

Dit stervensproces zet zich steeds voort na ontvangen genade. Dat blijft de smartelijke ervaring van hen, die God vrezen. Zij zijn geen ’antinomianen’, die zo gemakkelijk over de zondelast heenlopen. O neen! Horen we de dichter van psalm 119 in het 67e vers niet smeken:


’En wordt mijn vlees door ’t kwade licht verrast,
Ai, laat het mij toch nimmer overheren. ’


Dit ’stervensproces’ is dus noodzakelijk tot het voortbrengen van ’vruchten’ des geloofs. Want in diè weg van het ’sterven’ zal geleerd worden: ’Uw vrucht is uit Mij gevonden.’ (Hosea 17 vs. 9c.)

Maar dan is ook steeds weer noodzakelijk, wat Christus heeft gesproken: ’Die in Mij blijft, en Ik jn hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.” (Joh. 15 vs. 5b.)

Lezer(es) mag ù ook iets van die gezegende inplanting in die ’Ware Wijstok’ kennen? Want de vrucht uit Hem is het gehemelte zoet, zo getuigt de bruidkerk in Hooglied 2 vs. 3. En wat is dat een zeer groot verschil met de ’wrange vruchten’, welke de werelddienst geeft.

Het slot van deze gelijkenis wijst op een feit, waarmede Christus deze gelijkenis besloot. Daar lezen we:

’Laat ze beide tezamen opwassen tot de oogst, en in de tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid en bindt het in busselen om het te verbranden; maar brengt de tarwe tezamen in mijn schuur.’

In verband ??iermede, willen we nog een opmerking ??aken, waaròm dat onkruid niet éérder we?? uitgetrokken. Zij houdt namelijk verban met de vaak voorkomende vraag van Gods k??d: waarom laat de Heere toch die vijanden van binnen steeds toe om mij te benauwen? Wel, zou het niet hièrom zijn, dat de Heere die vijanden dan toelaat, opdat ’t Zijn volk steeds ’klein’ en ’afhankelijk’ zou doen blijven en .... ’laag bij de grond’ doen verkeren?

Zeer zeker, de ’verlossing van hun zonde en ellende’ ligt in Christus eeuwig vast. Hij heeft immers Zèlf verklaard en toegezegd:

’En niemand zal ze uit Mijne hand rukken.’ (Joh. 10 vs. 28b.)

Maar nu laat de Heere het in Zijn wijsheid toe, dat de vijanden het volk des Heeren kunnen benauwen en verdrukken, opdat het hen weer dichter bij de Heere zou houden, ja, Hem in alles doe nodig hebben!

Maar wat zal dàn ook de uiteindelijke verlossing naar ziel en lichaam onvoorstelbaar groot en heerlijk zijn. Zie o.a. Zondag 19 vr. 52, inzonderheid het tweede gedeelte van het antwoord.

In de vorige les hebben we gewezen op het feit, dat Jezus met Zijn discipelen op een Sabbath ’door het gezaaide’ liep en dat zij de aren plukten en die aten, d.w.z. die aren wrijvende met hun hand, zodat de korrel er uitviel. De farizeën namen het zeer kwalijk, dat zij dit deden op de Sabbath. Maar Jezus beantwoorde toen hun beschuldiging, zoals we opmerkten.

Nu was het wel voor de armen en weduwen, ja, zelfs voor de vreemdelingen geoorloofd dit te doen, wanneer men door het gezaaide liep. Dat lezen we in Leviticus 19 vs. 9, namelijk: ’Als gij ook de oogst uws lands inoogsten zult, zult gij de hoek uws velds niet ganselijk afoogsten, en wat van uw oogst op te zamelen is, niet opzamelen.”

En in Deut. 24 vs. 19, waarin we lezen:

’Wanneer gij uw oogst op uw akker afgeoogst, en een garve op de akker vergeten zult hebben, zo zult gij niet wederkeren om die op te nemen; voor de vreemdeling, voor de wees en voor de weduwe zal zij zijn, opdat u de Heere, uw God, zegene in al het werk uwer handen.’

Zo lazen we ergens, dat deze gewoonten nóg aangehouden worden.

Welnu, is het niet treffend, dat de Heere het toch zo liefderijk en zorgvol opneemt voor de weduwen en wezen!

Ja, wat worden we hier bepaald bij psalm 68 vs. 3:


’Springt op van vreugd, verheft Zijn lof,
Die, daar Hij woont in ’t hemelhof,
Een Vader is der wezen;
Die weduwen haar recht verschaft,
Die streng haar onderdrukkers straft,
En voor Zijn wraak doet vrezen.’


Er ligt ook nog zulk een beschamende les opgesloten in de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe, namelijk bij de vraag van de dienstknechten van die heer uit de gelijkenis: ’Wilt gij dan, dat wij heengaan en datzelve vergaderen?

Maar, wat was zijn antwoord?

’Neen, opdat gij het onkruid vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt. Laat ze beide tezamen opwassen tot de oogst, en in de tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid en bindt het in busselen om het te verbranden; maar brengt de tarwe tezamen in mijn schuur.’

Tn busselen gebonden’ betekent: Tn bossen gebonden’.

Wat zal straks het eindresultaat zijn van de grote ’WERELDOOGST’? Dat zal zijn, zoals wel eens uitgedrukt is:


’Een eeuwig wel of een eeuwig weê
brengt Hij in Zijn weegschaal mee!’


Ja, zoals we lezen in Mattheüs 25 vs. 46: ’En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.’

Maar deze tegenstelling zal ook reeds uitkomen bij het sterven van een mens, oud of jong!

En daarom! . . . Zijn we nog ’onkruid’ of zijn we door genade ’tarwe’ mogen worden?

O heilrijke weldaad en zegen, wanneer we tot het zuivere ’tarwe-zaad’ worden gesteld en vruchten voortbrengen van geloof en bekering! Daartoe riep eens Johannes, de wegbereider voor Christus, zo ontroerend uit:

’Brengt dan vruchten voort der bekering waardig!’ (Lukas 3 vs. 8). Ja, verder in vers 9: ’En de bijl ligt ook alrede aan de wortel der bomen; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.’

O, dat we toch niet, zo we nog ’onkruid’ zijn, zullen rusten op onze levensweg, maar dat we door hartvernieuwende genade van de Heilige Geest ’tarwe-zaad’ mogen worden! Ja, alzo ’toebereid’ werden voor die grote ’tarwe-oogst’, waarvan de dichter van psalm 126 mocht gewagen:


’Maar hij zal zonder ramp te schromen,
Eerlang met blijdschap wederkomen,
En met gejuich, ter goeder uur,
Zijn schoven dragen in de schuur.’


Zo zijn we dan gekomen aan de ’oogsttijd’ van het gewas in ’het land van de Bijbel’ om dan een volgende maal een bezoek te brengen bij een ’dorsvloer’ D.V.

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1984

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 24

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1984

Bewaar het pand | 4 Pagina's