Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus temidden van de kandelaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus temidden van de kandelaren

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren; en in het midden van de zeven kandelaren Eén, de Zoon des mensen gelijk zijnde”.

De apostel Johannes is op het eiland Patmos. Mensen hebben de dienaar van het Evangelie daarheen verbannen. God heeft die mensen gebruikt om Zijn dienstknecht daar te krijgen om aan hem openbaringen te geven tot troost van de kerk van alle eeuwen.

Het is op de dag des Heeren. Johannes hoort een grote stem zeggen: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste. Hier is Christus de Zoon van God. Ten spijt van alle loochenaars van Zijn opstanding: hier is de levende Christus. Hij is niet meer in het graf, Hij is opgestaan, Hij is opgevaren, Hij zit aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij is de Heere van de geschiedenis. Hij staat aan het begin en aan het eind. Hij is de Koning van en over alles, inzonderheid van Zijn kerk. Hij is ook de oorsprong van alles wat is en tegelijk het doel waarop alles uitloopt. Hij beneerst volkomen de historie. Hij is de Eeuwige, Die alle dingen schiep en leidt naar hun bestemming.

Dit mag Johannes horen; daarna mag hij zien. Hij mag zien de Goddelijke heerlijkheid van Christus. De Zoon des mensen is bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel. Zijn hoofd en haar wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw, en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs. Zijn voeten blinkend koper gelijk en gloeien als in een oven. Zijn stem als een stem van vele wateren. In Zijn rechterhand zijn zeven sterren, en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard, en Zijn aangezicht is gelijk de zon.

Nog meer ziet Johannes. Deze volheerlijke Christus is temidden van de zeven kandelaren.

We hoeven ons niet af te vragen: wat zou bedoeld worden met kandelaar. De verklaring wordt gegeven. De zeven kandelaren zijn de zeven gemeenten in Azië: die te Efeze, Smyrna, Pergamus, Thyatire, Sardis, Filadelfia en Laodicea. En die zeven gemeenten vertegenwoordigen heel Christus’ kerk, al Zijn gemeenten, op alle plaatsen en van alle eeuwen.

De kerk, elke gemeente apart wordt genoemd kandelaar. Kandelaar spreekt van licht, een licht temidden van duisternis. Dat is een gemeente niet van haarzelf. Dat is zij door Christus, Die hét Licht is. Tegelijkertijd is dat de roeping van elke gemeente: om licht te zijn in de duisternis, een lichtend licht.

De gemeente wordt genoemd gouden kandelaar. Goud spreekt van onvergankelijke reinheid en heerlijkheid. Wederom moet gezegd worden: niet van haarzelf. Zij is gewassen en gereinigd door het bloed van het Lam. Daarom gouden kandelaar.

Welk een troost is hier voor de kerk van alle eeuwen. Christus Zelf is temidden van haar. Geen ogenblik is Hij afwezig, voortdurend is Hij bij naar.

Het boek Openbaring laat ons zien door welk een diepte de kerk zal gaan, welke machten en krachten zullen losbreken om haar te vernietigen. De kerkgeschiedenis toont het aan door welke diepte het reeds gegaan is. Waarin ligt het geheim dat de kerk niet is ondergegaan en niet zal ondergaan?

Hierin: Christus is temidden van de kandelaren. Niet de leden van de kerk, niet een kerkeraad, niet de dienaar des Woords bewaren de kerk, neen Christus alleen, Hij Die temidden van Zijn gemeente is.

Is hier troost voor u?

Wat van elke gemeente gezegd wordt, kan ook gezegd worden van elk levend lidmaat. Bent u een gouden kandelaar?

Van nature een kind der duisternis. En wij hebben de duisternis liever dan het licht. We zijn vijand van het licht. Wordt u door wederbarende genade een kind des lichts, een lichtend licht? Zie toch - hier is Hij, het Licht der wereld, het Licht, zo groot, zo schoon, dat daalde van ‘s hemels troon, het Licht dat het blind gezicht van het heidendom verlicht. Hij maakt tot kandelaar, ja zelfs tot gouden kandelaar. Wonderlijk is Zijn werk!

Welk een onderscheid, het onderscheid tussen duisternis en licht. Gij die eertijds duisternis waart, maar nu licht in de Heere. Welk een betekenis hebben dezulken voor de duistere aarde! Welk een opdracht voor dezulken: wandelt als kinderen des lichts!

Welk een troost is hier voor de kerk in de eindtijd! Er zijn vijanden van binnen en vijanden van buiten. En elke vijand heeft het voorzien op de ondergang van de kerk.

Donkere wolken gaan zich samenpakken. Het beest uit de zee en het beest uit de aarde gaat opkomen. De anti-christ gaat komen. Vervolging, verdrukking en benauwing zijn aanstaande. Vrees in het hart? Misschien duizend zorgen, duizend doden die het angstvallig hart kwellen? Misschien kent u de zwakheid van uzelf en zegt: ik zal de eerste wel zijn die Hem verloochenen. Maar hoor-Christus’ plaats is temidden van de kandelaren. Hij blijft, Hij wijkt geen moment. Het is en blijft Zijn plaats. Daarom zullen de poorten der hel niet overweldigen. Daarom zal de kerk triomferende kerk worden!

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Christus temidden van de kandelaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's