Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vormen en normen rond en in de eredienst 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vormen en normen rond en in de eredienst 1.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste vrienden.

Vanavond ben ik er dan speciaal een keer, inde eerste plaats voor jullie en vanavond mag ik een onderwerp voor jullie houden. Ik heet jullie in de eerste plaats van harte welkom, maar ik heet ook hartelijk welkom allen die niet op de vereniging zitten en die hier blijk geven en niet alleen deze avond, maar ook alle andere avonden altijd weer blijk geven van belangstelling voor het verenigingsleven. Het is ook een geweldige zaak om zo’n stel bloeiende verenigingen te hebben. Het is echt iets om trots op te zijn.

Ik zou dan vanavond een onderwerp voor u houden en daarna willen we samen zingen Ps. 147:10. Dat geef ik nu alvast op. Dat zingen we na ons onderwerp.


Hij gaf aan Jakob Zijne wetten;
Deed Isrel op Zijn woorden letten;
Hij leerde z’in Zijn wegen wand’len.
Zo zou Hij met geen volken hand’len;
Die moesten Zijn getuigenissen
En zijn verbondsgeheimen missen.
Laat dan Gods lof ten hemel rijzen,
Laat al wat adem heeft Hem prijzen.


Zoals u gezien hebt op het programmablad is de titel voor vanavond voor ons onderwerp: Vormen en normen in en om de eredienst.

En ik heb ook nog iemand in ons midden gezien die staat in de grondverf voor theoloog, zal ik maar zeggen. Die moet in de eerste plaats niet een theologisch onderwerp verwachten. En laten ook de ouders niet in de eerste plaats een preek verwachten. In de eerste plaats kom ik hier vanavond voor onze kinderen.

Vormen en normen rond en in de eredienst. En dan willen we ons vanavond eerst bezinnen op de vraag: wat is nu eigenlijk de vorm van iets? Wel, de vorm, dat is de gedaante van alle concrete dingen om ons heen. En wat is dan een norm? Wel, een norm, dat weten vooral onze zonen wel die op een ambachtsschool zitten of op een andere manier technisch onderwijs krijgen. Een norm, dat is een voorschrift, dat is een wet, waaraan iets moet voldoen. Want we hebben vanavond al gehoord van de voorzitter van de vereniging dat de mens niet vrij is. Maar de mens is gevallen en de mens moet beteugeld worden, de mens moet genormeerd worden. En daarom is er een norm. Dat is de wet.

Maar eerst iets over de vorm. Want ook de vorm is geweldig belangrijk. Wij lezen dat God de hemel en de aarde schiep in zes dagen. En dan lezen we ook in het begin van Genesis: En God schiep alles naar zijn aard. Hij schiep de planten naar hun aard, de bomen naar hun aard, de vissen naar hun aard, de vogelen naar hun aard, de mens naar zijn aard.

En dan wil dat eigenlijk ook dit zeggen, dat God alles een bepaalde vorm ging geven: Vissen zijn weer anders dan vogels en vogels zijn weer anders dan koeien. God gaf alles een vorm, een vorm die speciaal bij het schepsel paste, vissen de vorm om te zwemmen, vogels de vorm om te vliegen en de beesten de vorm om te lopen. Zo kreeg alles in de eerste plaats een nuttige vorm. En dan staat er: En God zag alles wat Hij gemaakt had en ziet, het was zeer goed. Dan wil dat zeggen: het had de juiste vorm en het had de juiste proporties. En God zag alles wat Hij gemaakt had en ziet, het was zeer goed.

Maar als er dan staat: En de Heere zag en ziet, het was zeer goed, dan betekent dat woordje ’goed’ toch ook nog iets anders, en dan betekent dat: het was prachtig, het was mooi, het was ook schoon, wat God gemaakt had. En daarvan zingen zoveel psalmen, dat ik zal er geen psalm bij aanhalen. Zoveel psalmen schrijven daarvan, van de schoonheid van Gods schepping, zodat Augustinus op een gegeven moment zelf zegt: Groot zijt Gij, Heere, en zeer te prijzen.

De Heere heeft niet alle dingen gemaakt, alleen maar nuttig, bomen om te eten. We lezen zelfs, dat de Heere het paradijs geschapen had en dat er in het paradijs edelstenen waren. De steen bedolah was daar. En de mens was geschapen met een cultuur-opdracht voor het goede en voor het schone. Zodat er niet alleen een boom was om van te eten, maar er lagen ook wel edelstenen, waarop Adam zijn kunstzin had kunnen oefenen om een, nu laat ik het maar gewoon zeggen, ene heel mooi collier te maken voor Eva.

God schiep de mens goed en schoon en de man naar zijn aard, de vrouw naar haar aard.

En ziet, het was zeer prachtig. Dat was het laatste wat God schiep, de mens. En dan staat er: En God rustte ten zevenden dage. Toen hield God op met scheppen.

En hoe gaat de wereld verder?

Dan gaat de mens verder met scheppen. Wel op een heel andere manier dan God Zelf. Want de Heere had geschapen uit het niets. Heel geleerd wordt dat genoemd: de creatio ex nihilo, het scheppen uit het niets. Maar de mens is ook gesteld, niet alleen als schepsel, maar ook als schepper, niet uit het niets, maar uit de materie, een creatio ex materia. En dat gaat zelfs zover, dat - de Heere heeft twee mensen geschapen en verder geen mens meer geschapen - dat zelfs het menselijke geslacht de voortplanting is in de mens gelegd. En dan zegt de Heere: weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u. En zo is de mens schepper geworden.

En de Heere zegt: Bewoon en bebouw de aarde, gebruik je hoofd en gebruik je handen en ga zo voort. En zo is ook de mens bij machte om iets uit te vinden.

Maar de mens is gevallen. En vandaar dat de vraag naar voren komt: Mag een mens nu maar raak scheppen? En dan denk ik b.v. aan de schilder Karei Appel. Daar hebben jullie allemaal wel van genoord en die zegt: ik rotzooi maar wat aan. Dat is een goddeloze uitspraak, want de mens is verantwoordelijk, of hij nu in de techniek werkt of in de kunst, beeldhouwer is, kunstschilder of huisjesschilder.

De mens wordt geregeerd door God. Er zijn normen, normen voor alle maken en voor alle handelen van de mens. En we hebben gezien dat God de dingen goed maakte en dat God de dingen schoon maakte. En nu is de norm, dat de dingen niet alleen goed moeten zijn en dat ze niet alleen schoonheid moeten hebben, maar dat ze ook moeten zijn tot Gods eer: heilig en rechtvaardig. Dat is de norm. De vorm is dus: goed en schoon, en de norm is: heilig en rechtvaardig. Alles tot heerlijkheid Gods.

En zo is de mens verder gegaan met scheppen. We lezen dat de Heere de mens gemaakt had uit het stof der aarde en dan ga ik maar een voorbeeld geven van vorm en van norm. De Heere had uit de aarde Adam geschapen en dan gaat de mens verder scheppen. Die neemt ook klei uit de aarde en hij gaat die klei kneden en hij gaat er een vorm aan geven en hij brengt dat in de oven en in het vuur en hij gaat het bakken. En zo heeft God de mens geschapen uit de aarde en zo schept ook de mens uit de aarde een voorwerp. Duidelijk?

Dat mag een mens doen. Dat zal u duidelijk zijn, gemeente. Dat ligt ook in die cultuuropdracht: bewoon en bebouw de aarde. En dan heeft niet alleen God de dingen geschapen naar hun aard, maar ook de mens gaat dingen scheppen naar hun aard: een kruik om water te bewaren. Maar alles moet zijn naar zijn aard. Om onze voeten te wassen hebben we b.v. weer een schaal nodig. En zo wordt de vorm van iets bepaald door het doel. En zo is de bedoeling geweest van de schepper van deze kruik een waterkruik te maken. En dan kun je zeggen: En hij zag wat hij gemaakt had en zie: heel goed, prachtig.

Maar ook heeft de mens niet alleen oog voor de nuttigheid van de dingen, de mens heeft ook gevoel voor schoonheid, zoals God schoonheid in de schepping had gelegd. Denk maar aan de vogels, bijvoorbeeld. Er is maar niet één soort, maar er zijn duizenden soorten tot Gods eer geschapen in allerlei variaties.

Ik wil net ook nog wel even duidelijk maken, dat het ook in het leven niet alleen om het nuttige gaat van iets. Kijk, als je moet drinken dan kan je uit een glas drinken, nietwaar? En het kan net zo goed uit een conservenblik, nietwaar? Het is mij volle ernst. U voelt toch allemaal wel, dat dit strijdig is met ons gevoel voor de schoonheid. Ook schoonheid is een gave van God, waarom de mens de dingen maakt met een zekere schoonheid. Denk maar aan het Leerdamse kristal. Zo maakt de mens goede en mooie dingen, dingen naar hun aard.

Dit is het eerste gedeelte van een inleiding, die Ds. Van der Vlies indertijd in Nieuwpoort heeft gehouden. Met toestemming van Mevr. Van der Vlies nemen we deze inleiding in gedeelten in ons blad op. Ze heeft onze lezers nog wel wat te zeggen. We hebben zoveel mogelijk de spreekvorm gehandhaafd. Dat maakt deze inleiding erg levendig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Vormen en normen rond en in de eredienst 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juli 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's