Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gevarenzone

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gevarenzone

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer het gaat over prikkeldraadversperring en landmijnen komt bij ouderen een stukje werkelijkheid uit de oorlog voor de aandacht. Reeds in de mobilisatietijd werd er op bepaalde plaatsen prikkeldraadversperring geplaatst en werden er landmijnen gelegd. Tijdens de bezetting werden er verschillende gedeelten van ons land tot spergebied verklaard. Die gebieden werden afgerasterd met prikkeldraad en gevuld met landmijnen. Ter waarschuwing stonden er witte bordjes met doodskoppen erop. Het betreden van die terreinen was dus levensgevaarlijk. En menigeen die het waagde erin te gaan vond er de dood of werd verminkt. In Amsterdam werd in 1942 ook prikkeldraadversperring geplaatst en wel rondom de jodenbuurt. De Jordaan en haar omgeving werd tot gesloten gebied verklaard. De joden kwamen in een isolement terecht en we weten waar het met hen heenging. Nu is het ons bekend, dat de grens tussen Oost- en West-Duitsland is “beveiligd“ door honderden kilometers dubbele metalen hekken, prikkeldraad, mijnenvelden, bunkers en uitkijktorens. Het wordt genoemd: “het ijzeren gordijn”. Dit gordijn is 1393-kilometer lang. Het doorsnijdt bossen, landerijen, autowegen en landweggetjes, spoorbanen en rivieren. Het aantal uitkijktorens bedraagt 706 en het aantal gebouwde bunkers is 768. Geen gering aantal. En in de meeste uitkijktorens bevinden zich regelmatig soldaten. Hun staan honden ten dienste, schijnwerpers in de nacht en veiligheidshekken die na aanraking geluid en lichtsignalen geven. Op de zandvlakte achter de voorste hekken laat elke voetstap sporen na. Dit stuk wordt de doden- strook genoemd. De grens is dus ondoordringbaar. Dit geheel nu, n.l. de dubbele hekken, de prikkeldraadversperring, de landmijnen, de uitkijktorens en de tienduizenden schietklare politiemannen doen ons denken aan een concentratiekamp. Zo komt het ook over wanneer men het met eigen ogen ziet. En dit temeer omdat alles niet bedoeld is om vijandelijke indringers tegen te houden, maar om eigen bevolking het vluchten te beletten. Zeker het was voor de communistische DDR regering een pijnlijke zaak, dat in de jaren vijftig honderden, ja duizenden Oost-Duitsland ontvluchtten. Hierdoor liep de arbeider en boerenstand terug. Maar hoe pijnlijk is het, dat na 40 jaar het nog noodzakelijk blijkt te zijn, dat er een ijzeren gordijn moet zijn tussen beide landen en dat elke vluchteling de kans loopt neergeschoten te worden. Want de 30.000 man grenstroepen van de DDR hebben de instructies iedere vluchteling die het metalen hek nadert neer te schieten. En de grenswachten zijn onverbiddelijk, zodat het overgrote merendeel van de vluchtelingen de grens zelfs niet bereikt. Wie nu bij de grens komt en het bordje leest “Halt! Hier! Grenze!” en daar achter de bijzondere grenslijn, getrokken door velden en over wegen, wordt stil.

Iemand heeft eens geschreven: “hier zijn alleen vissen en vogels vrij”. Door het eens zo machtige, grote Duitsland is een lijn getrokken. Een lijn, die sporen heeft getrokken, Diepe sporen en dat doet ze nog.

Nu leven er aan beide kanten van deze “bijzondere grens” mensen. Men leeft achter het ijzeren gordijn. Het land verlaten gaat zeer moeilijk. Het is voor de meesten uitgesloten. Men is in zijn vrijheid zeer beknot. Het staatsbestel heeft men te erkennen en de kinderen wordt op de scholen de marxistische - leninistische staatsideologie ingepompt. Het hen opzetten tegen kerk en godsdienst is geen vreemde zaak en het zich gaan keren tegen kerkelijke ouders wordt hen voorgehouden. Er zijn nog meer dingen die genoemd kunnen worden.

Wie een poosje stil, in gedachten staat, bij de grenslijn overdenkt dit alles en nog veel meer. Zo verging het ook mij een paar weken geleden. En weer kwam ik terecht bij ons leven, hier. Ik moest dat doen vorig jaar in Botswana en ook nu. Toen dacht ik, wat doen we met ons lichamelijk en geestelijk goed en nu: “wat doen we met onze vrijheid?“ Een vrijheid die zoveel bevat. Wat een vrijheid hebben we persoonlijk, als gezin, als kerk. Wat kan onze kinderen nog geleerd worden op school. Zijn we aan alles gewend geraakt? Zien we alles als een vanzelfsheid? Als iets waar we toch recht op hebben? Zeker wij hebben onze verantwoordelijkheid, maar wat we bezitten is gegeven goed. Goed door de Heere ons geschonken. Wat bezetting is en wat een bezettende macht kan doen, weten we. Onze ontnomen vrijheid hebben we in 1945 herkregen. Een vrijheid, die bloed en tranen heeft gekost. Een vrijheid, die God de Heere ons nog wilde geven. Nu leven wij enkele honderden kilometers van het ijzeren gordijn vandaan en we weten van de situatie daarachter. Nu is het een vraag of wij op ons laten inwerken hoe de situatie is in ons eigen land. Een situatie die beslist niet aan ons voorbij mag gaan. Een situatie, waarin wij midden staan persoonlijk, maar ook als gezin, school en kerk. Hoe wordt het woord “vrijheid“ in onze hedendaagse samenleving niet gekleurd en gevuld. Men vindt er schier niets meer of helemaal niets meer in terug van de vrijheid beschreven in Gods Woord. Vrijheid is volledig jezelf zijn en jezelf kunnen zijn. Ieder mens moet zijn eigen persoonlijkheid volledig en vrij kunnen ontwikkelen. Taboes moeten er niet zijn en zijn ze er, dan moet men zich er los van maken en alles inzetten om ze te vernietigen. Tot die taboes behoren de bijbelse normen. Dat dit gevolgen heeft is merkbaar. Iemand schreef laatst en terecht: “zonder godsdienst worden mensen wolven. Wolven die willen verscheuren en vernietigen”. En dat gaan we almeer zien en bemerken. Hoe stelt men zich niet op en keert men zich tegen de gereformeerde gezindte. Men vecht tegen alle discriminatie in de samenleving, maar wordt de gereformeerde gezindte niet gediscrimineerd?

Ze wordt nog wel getolereerd, maar al minder geaccepteerd. Het recht is aan de sterke. Wat de meerderheid wil is bepalend. Daar moet alles voor wijken. Het gevolg hiervan is dat alle normen en vormen gaan wegvallen. Van burgerlijk fatsoen blijft ook weinig over. Toen ik kind was, was er bij velen het maat houden, je niet laten gaan, geen opzien baren nog een vaststaand gegeven. Een levensregel, die ook ging van ouder op kind. En men had zich er maar aan te houden, want anders: en laten de ouderen maar invullen. En nu? Het mag wat bekrompen in de oren klinken, maar die opvoeding had als produkt een gemeenschap die had geleerd zich aan wetten en regels te houden. Wat ook tot voordeel had, dat je ’s avonds en zelfs ’s nachts in de stad in bepaalde stadswijken kon lopen, zonder de vrees van in elkaar geslagen te worden. Het woord “schande” had ook nog kracht, maar nu hebben velen het geschrapt uit hun woordenboek. Ja wat is eigenlijk schande? Bestaat er nog schande? Temidden van levensgrote gevaren en sluipende gevaren leven we. Gevaren, die druppelsgewijs werken. En is er de weerbaarheid? De geestelijke weerbaarheid? In het oosten komt men door de gevarenzone niet heen. Men moet blijven waar men is. Men is in de greep van. Men wordt bewaakt. Men wordt geregistreerd. Men kan gearresteerd worden. Men kan komen in een werk- of concentratiekamp.

In de oorlog waren er deserteurs, overlopers naar het kamp van de vijand. In de oorlog waren en collaborateurs, personen, die met de bezetter heulden en samenwerkten. Nu zo zijn er ook in geestelijk opzicht deserteurs en collaborateurs. Zullen wij het niet worden dan moeten wij bezitten de wapenrusting Gods. Daarmee en daardoor alleen zullen we staande blijven in de boze dag. Dat betekent naar Efeze 6 de lenden omgord met de waarheid. Het bezitten van het borstwapen der gerechtigheid. De voeten geschoeid met de bereidheid van het Evangelie des vredes. Het hebben van het schild des geloofs, waardoor men al de vurige pijlen van de boze kan uitblussen. Het dragen van de helm der zaligheid en het hanteren van het zwaard des Geestes hetwelk is Gods Woord. Die wapenrusting is nog te bekomen. Wie haar draagt wordt wel aangevallen, maar zal niet sneuvelen. Men kan gewond worden, maar men wordt niet dodelijk getroffen. In Gods kracht blijft men staande, gelijk een Naboth. Zijn belijden zal de onze zijn. En we komen door de gevarenzone heen? Zeker! Daar staat de Heere voor in. Hij breekt zelf die zone open. En eenmaal zal men er voorgoed doorheen komen. Egypte mocht Israël velen jaren in haar greep hebben en knechten, de ballingschap mocht 70 jaar duren, de Heere verloste, ’s Heeren grote bevrijdingsdag breekt aan. “De vrijgekochten des Heeren zullen tot Sion komen met gejuich en eeuwige blijdschap zal op hunne hoofden wezen”. Nu doet de Heere al krachtige daden, want Gods tortelduif blijft in leven en wordt verzorgd. Gods volk is onvernietigbaar! Door woeste baren en brede stromen leidt de Heere heen. Vandaar het belijden:


God baande door de woeste baren En brede stromen ons pad; Daar rees Zijn loj op stem en snaren, Nadat Hij ons beveiligd had. Hij zal eeuw uit eeuw in regeren; Zijn oog bewaakt het heidendom; Hij zal d’ ajvalligen verneêren: Hij keert hun trots’ ontwerpen om.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Gevarenzone

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's