Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 47.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 47.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. HET BEDRIJFSLEVEN.

III c. Kunsten en Wetenschappen. (1).

a). De schrijfkunst.

De schrijfkunst was al in vroege tijden bij de Hebreën bekend. Reeds bij Abraham.

Toen Sara gestorven was, kocht Abraham van de Hethieten een stuk land om haar te begraven, van welk stuk land Efron eigenaar was. En nu ging het dus om de spelonk, zodat het de bedoeling was beide te kopen, namelijk bij de spelonk dus ook de akker. De prijs stelde Efron voor, namelijk voor 400sikkelen zilvers, waarna de koop werd gesloten. De prijs was ongetwijfeld hoog, maar Abraham hield de eer aan zichzelf en kocht de akker. Voor deze koop zal Abraham zeker een schriftelijk bewijs gekregen hebben, dus een “koopbrief”, hetzij dat men deze grifte op een kleitafeltje, dat later gebakken werd of op een papyrusblad werd geschreven. Wel staat vast, dat de schrijfkunst reeds vroeg in Kanaän bekend was. In elke stad was ook een “beroepsschrijver” in de poort der stad aanwezig. Zo lezen we in Jeremia 52 vs. 25 van een “overste” der schrijvers, die het volk des lands ten oorlog opschreef. Om nog een voorbeeld te noemen, zo lezen we in Ezechiël 9 vs. 2b: “En een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers- inktkoker was aan zijn lendenen.” Het ging hier over het feit, dat deze man op last van de Heere door het midden van Jeruzalem moest gaan en een teken op de voorhoofden moest tekenen van de lieden, die zuchten en uitroepen over al de gruwelen, die in het midden der stad gedaan werden.

Wij beleven thans ook zulke tijden, waarin enorme “gruwelen”, ja, we kunnen wel zeggen: dag aan dag plaats vinden, zoals roofmoorden en allerlei vernielingen, sabotage’s en noem verder maar op.

En dan de gruwelen, welke Gods Woord als zodanig verder aangeeft, zoals de “emancipatie”, de gelijkstelling betreffende de rechten van “man en vrouw”; aan het “samen wonen” van ongehuwden, enz., enz.

En wèlk “zuchten” zal het dan moeten zijn over al deze gruwelen? Als een “keihard” wettisch gebaar, maar waarin het “persoonlijk smartgevoelende element” totaal ontbreekt? Ja, ook over nog veel meer “kerkelijke” gruwelen, zoals we die toch ook dienen te beschouwen, namelijk de al-meer-toenemende afglijding van de zuivere Schriftuurlijk-bevindelijke waarheid, zoals die in Gods Woord zelf en in onze “belijdenis-geschriften” toch ligt verklaard!

Ja, zoals Paulus de jeugdige dienaar Timotheus voorhield:

“Houd het voorbeeld der gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus Jezus is”, en:

“Bewaar het goede pand, dat u toebetrouwd is, door de Heilige Geest, Die in ons woont.” (II Tim. 1, vs. 13 en 14).

Welnu, geve de Heere dat ware, diepveroot- moedigende “zuchten” over al de “wereldlijke” en “kerkelijke” gruwelen van vandaag!

Daartoe wekt de Heere ook Zèlf de “zuchters van de binnenkamer” op, namelijk: “Ga heen, Mijn volk, ga in uw binnenste kamers, en sluit uwe deuren achter u toe.” (Jesaja 26 vs. 20a).

Behoort u óók, lezer(es), door genade tot die ware “zuchters”?

En kent u òòk dat zuchten, allereerst vanwege de guwelen, welke u dan ziet in uw eigen hart?

O, dan stemt ge ook in met de dichter van psalm 38 vs. 9 (ber.):


“Maar wat klaag ik, HEER der heren?
Mijn begeren is voor U in al mijn leed,
Met mijn zuchten en mijn zorgen.
Niet verborgen;
Daar Gij alles ziet en weet”.


Zulke zuchters laat de Heere niet beschaamd staan, o neen! Zij mogen dan ervaren en belijden:


“Gij hebt mijn weeklacht en geschrei
Veranderd in een blijden rei.”


Keren we echter terug tot ons onderwerp, nu tot de “SCHRIJFKUNST”, die al vroeg bekend was.

Zo lezen wij van Gideon, dat hij een jongen van Sukkoth vond, die in staat bleek te zijn, om voor Gideon 77 namen van de vorsten en oudsten zijner stad op te schrijven.

Waarop werd oudtijds geschreven? Op scherven, papyrus en hout, op steen. Oorspronkelijk werden voorwerpen “getekend”, dat was dus “beeldschrift”.

Verder ontstond het “letterschrift” bij de Phoeniciërs ± 1500 v. Chr., d.w.z. alleen de consonanten. De Grieken hebben de vocaaltekens gemaakt. Zo zijn uit de tijd van Hiskia bekend: de “Lachisbrieven”, als ook de “Steen van Mesa”.

Nu de vraag: waarmede werd geschreven? Waarin bestond het “Schrijfgereedschap”? Dat was een rieten pen met een inktkoker, welke aan de “gordel” werd vastgemaakt. We kunnen dat lezen in Ezechiël 9 vs. 2b:

“En een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijversinktkoker was aan zijn lendenen.” Dat was dus aan zijn gordel.

We hebben een en ander geschreven over de “schrijfkunst”.

Hoe stond het met de “letterkunde”? Was daarvan al sprake? Zeer zeker. We kunnen zelfs MOZES zien als de vader der Hebreeuwse letterkunde.

Op zijn gelegde grondslag ervan bouwden later al de profeten en schrijvers voort. Zo bereikte deze letterkunde onder David en Salomo haar hoogste bloeitijd. Na de Babylonische ballingschap raakte zij in verval.

Toch kunnen wij, teruggaande vòòr de ballingschap, duidelijk zien aangegeven dat de “schrijfkunst” eeuwen lang voor het Joodse volk het middel was om Gods geboden voor de kinderen en kleinkinderen te bewaren.

Zo was het “huisonderwijs” door de vaders van belangrijke betekenis. Zij leerden onder zijn leiding ook lezen, schrijven, rekenen en bovenal de WET en de voorvaderlijke instellingen. En dat onderwijs bleef honderden jaren het allervoornaamste in de opvoeding. Dat had Mozes nadrukkelijk geboden. Dat lezen we in Deut. 6 vs. 7, namelijk:


“Gij zult Mijn daden uw kinderen inscherpen.” “En leert die uwe kinderen, sprekende ervan, als gij in uw huis zit, en als gij op de weg gaat en als ge nederligt en als gij opstaat. En schrijjt ze op de posten van uw huis en aan uwe poorten.”


O, gel. ouders en allen, die de opvoeding door omstandigheden op zich moeten nemen, zoals bij sterfgevallen, ligt hierin ook niet een dure roeping voor u opgesloten? En met name in dèze onze zo “gevaarlijke” tijd van nameloze afval en diep verval van ’s Heeren kerk? Worden niet alle middelen en mogelijkheden van de zijde der “wereld”, van de ontstellende en verderfelijke invloeden van het on- en bijgeloof en van satan’s listige aanvallen aangewend, om onze kinderen af te brengen van de zuivere waarheid van s Heeren Woord en van Zìjn liefdedienst! Welnu! dat we mogen instemmen met de dichter van psalm 78, met de verzen 4 t/m 7:


“Wij zullen het niet verbergen voor hunne kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de lojjelijkheden des Heeren en Zijne sterkte en Zijn wonderen, die Hij gedaan heejt”,


en wat verder volgt.

We hopen D.V. in een volgende les een en ander te schrijven over het “schoolonderwijs”.

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 47.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1985

Bewaar het pand | 6 Pagina's