Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gevangenbewaarder van Filippi 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gevangenbewaarder van Filippi 1.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En hen buiten gebracht hebbende, zei- de hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde? En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gij en uw huis.”

De liefde van Christus was het geheim van het leven van Paulus. Door die liefde kende hij een vrede die alle verstand te boven gaat. Door die liefde gedreven maakte hij het evangelie van Jezus Christus alom bekend onder de heidenen. Paulus was diep bewogen met de nood van zijn medemens. Hoe rijk werd zijn prediking door de Heere gezegend. Op de eerste zendingsreis waren velen voor het evangelie gewonnen. Ze kwamen uit een grote duisternis tot het heerlijke Licht.

Op verschillende plaatsen werden gemeenten gesticht. Het is te begrijpen dat Paulus op de tweede zendingsreis deze gemeenten gaat bezoeken. De contacten werden verstevigd. De nieuwe gemeenten hadden zijn steun nodig. Wanneer alle gemeenten bezocht zijn, komt de vraag voor de zendelingen - Paulus is nu vergezeld van Silas - waar ligt het volgende zendingsterrein? De velden zijn wit om te oogsten. Overal schijnt de nood groot te zijn. Maar waar gaat men nu beginnen?

Paulus en Silas waren van plan in Klein Azië het werk uit te breiden. Doch tweemaal werden ze door de Heilige Geest verhinderd. In geloofsvertrouwen mochten ze verwachten dat de Heere nu ook het nieuwe arbeidsveld zou aanwijzen. Dit gebeurde te Troas. Paulus zag in een nachtelijk visioen een JVIacedonische man die hem in ernst verzocht: Kom over in Macedonië en help ons. Dit gezicht was een boodschap uit de hemel. De Heere riep Paulus en zijn metgezellen om het evangelie in Macedonië, in Europa, te verkondigen.

Ze aarzelden niet, maar gingen meteen op reis. Het eerste gedeelte van de reis was per boot. Aangekomen aan de Griekse kust gingen ze het binnenland in en bereikten na ongeveer 15 kilometer de Romeinse vestingstad Filippi.

Het begin van hun optreden in Filippi werd op een eenvoudige vergaderplaats door de Heere gezegend. Aan de oever van een rivier woonden ze op de Sabbath een godsdienstoefening bij. Hier werd de gelegenheid gegeven om te spreken over de grote waarheden van het Woord van God. De Heere werkte wonderlijk. Hij opende in Zijn grote liefde en macht het hart van Lydia de purperver- koopster. Zo veroorzaakte het Woord van God door Paulus gebracht de grote verandering in haar hart en leven.

Maar nu waren Paulus en Silas in de gevangenis terecht gekomen. Onrechtvaardig beschuldigd en veroordeeld waren ze in het openbaar op een wrede wijze gegeseld. Toen de hoofdmannen van de stad Paulus en Silas overleverden aan de gevangenbewaarder, behandelde deze hen alsof ze grote misdadigers waren. Hij deed alle moeite zijn werk goed te doen. Achter de zware muren waren alle gevangenen veilig opgesloten. Maar hij wierp Paulus en Silas in de binnenste kerker, een vunzig donker hol. Deze kerker was als het ware een gevangenis in de gevangenis. Bovendien legde hij hen in de ketenen, die in de muren waren vastgeklonken. En alsof het zo nog niet genoeg was, sloot hij de voeten van de mishandelde mannen in de stok. Ze konden zich bijna niet bewegen. Inderdaad de gevangenbewaarder spaarde deze gevangenen niet. Paulus en Silas zitten zo vast als het maar enigszins kan. Wat hun zelf het smartelijkst is, het evangelie is tevens met hen in de boeien gelegd!

Deze mannen, die zo getrouw hadden mogen getuigen in een heidense omgeving, hadden wel zegen op hun werk. Doch ze ondervonden ook hoe bitter de vijandschap van de wereld kon zijn. De omstandigheden waarin ze verkeerden waren zeer ontmoedigend. Lichamelijk moeten ze veel pijn geleden hebben. Daarbij kwam de gedachte dat de verkondiging van het evangelie hier in Filippi voor hen tot een einde gekomen was. Wat hadden Paulus en Silas in deze donkere nacht toch veel te verwerken. Hoe hebben ze deze moeilijkheden ervaren? In deze nacht mochten ze bidden en ook ... de lof des Heeren zingen. Dat was bijzonder groot!

Maar spreken wij niet te gemakkelijk over de omstandigheden van Paulus en Silas? Onderschatten we de pijn niet die zij tijdens het geselen moesten dragen en ook daarna? En hoe staan wij er zelf tegenover als we pijn of smaadheid moeten lijden voor de naam en zaak des Heeren? Zijn wij wel bereid om ons geloof te belijden in de tegenwoordigheid van anders denkenden? Durven wij in een vijandige omgeving wel te getuigen van het grote evangelie van Gods genade in Jezus Christus? Wat doen wij als de naam van God gelasterd wordt?

Is het niet zo dat velen onder ons - ouderen en jongeren - zich maar al te gemakkelijk schamen en het te moeilijk vinden om te spreken over de Heere en Zijn dienst? Wellicht is er voor ons hier nog wel iets te leren van het vertrouwen van Paulus en Silas. Laat ons even terugkeren naar de gevangenis te Filippi.

Het staat er zo ontroerend in vers 25: “En omtrent middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofzangen; en de gevangenen hoorden naar hen”. Ze begonnen met het gebed en eindigden in het zingen van de lofzangen. Hoe heerlijk is de kracht van de genade, in de diepste nood leert zij bidden. De beide gezanten van het Kruis waren wel in de gevangenis, maar de vervolgers hebben de weg naar de troon der genade niet kunnen versperren. Paulus en Silas brachten hun nood bij de Heere. Maar ook de nood van de gemeente van Filippi. Hoe gaarne hadden ze daar het Woord der Zaligheid blijven verkondigen. Maar ze berustten in de grote wijsheid Gods. Hij zal Zijn werk niet laten varen. Hij kon toch ook zonder Paulus en Silas. Ze mochten het alles in vertrouwen aan de Heere overlaten. Zoals Hij het maakte was het hen goed.

Wat waren Paulus en Silas toch bevoorrechte mensen. In voor en tegenspoed wisten ze wie de Heere voor hen was. In de grootste smarten bleven hun harten in de Heere gerust.

Dan wordt het zo bewaarheid dat Gods volk toch een gelukkig volk is. Ook in wegen van druk. Ze hebben een Toevlucht in de grootste beproevingen.

Paulus en Silas hadden een goddelijke verandering van hart en leven verkregen. En de Heere liet niet varen de werken Zijner handen.

Lezer, kent u ook iets van dat geheim? Kent u reeds de kracht van goddelijke genade? Zoekt u reeds die dingen die boven zijn? Weet u van dat hunkeren naar de ontfermingen Gods?

Zet uw hart toch niet op de dingen van deze wereld. De dag der beproeving kan ook voor u aanstaande zijn! Rust toch niet eer u de Schuilplaats des Allerhoogsten zijt binnen gegaan. De Heere gedenke u met onweder- standelijke genade.

(Wordt vervolgd D.V.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

De Gevangenbewaarder van Filippi 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's