Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 61.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 61.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. HET KRIJGSWEZEN (7).

Het “borstharnas”.

Nauw aan de “gordel” van de Romeinse soldaat was verbonden het “borstharnas”. Zij vormden samen één bedekking voor de vurige pijlen van de vijand, als een volledige bescherming; beide dus als één ondoordringbaar pantsier. Dus als een volledige beschutting. Welnu, zó zijn de “WAARHEID en de GERECHTIGHEID” de vaste grondzuilen van de “TROON GODS” en van het Koninkrijk der hemelen! Want nu komt het ook ten zeerste aan op een volkomen “bescherming” voor die vurige pijlen van de vijand. Ook als zodanig geheel overeenstemmend met het “beeld Gods”, waarnaar de mens geschapen was en dit was in “ware kennis en gerechtigheid”. Maar nu zijn “waarheid en gerechtigheid” ook nauw aan elkander verbonden in de geweldige geestelijke strijd van de christen. Want in die strijd is ’t toch zeer noodzakelijk om licht te hebben over de machten, listen en diepten van de drie doodsvijanden van Gods Kerk! Heeft Christus Zijn Petrus niet voorbereid op de bedoeling van de duivel om hem te “ziften” gelijk de tarwe? We denken hier ook aan de vermaning van de apostel aan de “Thessalonicenzen” in hoofdstuk 5 van zijn 2e brief, waar wij in vers 8 lezen: “Maar wij, die des daags zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde”. “Aangedaan hebbende het borstwapen de gerechtigheid”; zo bezat eens de mens in de staat der rechtheid een volkomen gerechtigheid voor God, maar... die is hij verloren! Want toen is de mens geworden een “arm, jammerlijk, blind en naakt” schepsel. Zijn onze ogen hiervoor geopend? Hebben we met de psalmist in de 70ste psalm ook mogen belijden:


“Ik ben nooddruftig, arm en naakt;
O God, mijn Helper uit ellenden!
Haast U tot mij, wil bijstand zenden;
Uw komst is ’t, die mijn heil volmaakt”.


Welnu, zo moet, zal ’t wel zijn, de mens weer verkrijgen: de gordel der waarheid en hieraan dus nauw verbonden ook: “het borstwapen der gerechtigheid”.

Gel. lezer(es) Is ook ù in het bezit mogen komen van zulk een “gordel” en van zulk een “borstharnas”? Ja, vooral dus ook van dat “borstharnas”! En waarom? Wel, het is juist zulk een doelmatigebedekking, want het bedekt de meest centrale plaats van ons lichaam, namelijk: ons hart! Want uit ons hart zijn immers de “uitgangen” van ons leven! En staat ons hart van nature niet open voor al de verleidende invloeden van de wereld met al haar begeerlijkheden, voor de zonde en voor de invloeden en verleidingen van de vorst der duisternis? Welnu! Dat we toch zulk een alleszins doelmatig “harnas” mogen nodig krijgen en daarmee bekleed worden! Wat hebben we te verstaan onder zulk een “borstharnas”, dat de christen nodig heeft? Wel, dat hij noodzakelijk weer helemaal recht kwam te staan tegenover Zijn Schepper! En dat is geheel overeenkomstig Diens heilige en rechtvaardige wil. En die heeft God geopenbaard in Zijn heilige WET en die had God ingeschreven in het hart van de mens! Ja, met Zijn heilige eis: “ZIJT HEILIG, WANT IK BEN HEILIG” (1 Petr. 1 vs 16). Welnu, zo stond de mens dan ook geheel recht tegenover zijn Schepper. Dat was de “OORSPRONKELIJKE GERECHTIGHEID”, welke Adam bezat.

Maar de mens heeft het niet goed gedacht, God in erkentenis te houden. O, hoe snood heeft hij die oorspronkelijke gerechtigheid verloren! En is het niet een onuitsprekelijk rijk wonder, dat God die verloren gerechtigheid weer heeft hersteld! En wel door Zijn geliefde Zoon, Die God “tot zonde heeft gemaakt”, opdat er een volk zou zijn, dat met dié verworven gerechtigheid weer voor God kon bestaan en zo kon herschapen worden “naar Zijn Beeld”! Ja, wat was de weldaad onuitsprekelijk groot, dat de kerk van de oude dag bij monde van de profeet Jesaja mocht getuigen: “Ik ben zeer vrolijk in de Heere, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan” (Jes. 61:10). En dan horen wij Lucas getuigen van Zacharias en Elisabet: “En zij waren beiden rechtvaardig voor God, en wandelende in al de geboden en rechten des Heeren onberispelijk” (Lucas 1 vs 6). En zo hebben zij beiden laten zien, wie de Heere voor hen was! Lezer(es)! Mag dit ook van ù kunnen gezegd worden? O, smeek de Heere om dié bekleding met de gehele “wapenrusting Gods”! Maar ook om de genade des Heeren, om deze te beoefenen! Zij dient óók een wapenrusting te zijn, welke “passend” is! Dit is dus geen wapenrusting, die de mens zélf probeert te maken. Dat probeerden ook eens Adam en Eva zélf, toen zij gewaar werden dat zij naakt waren! Zo lezen we in Genesis 3 vs. 7: “ en zij hechtten vijgebladeren tezamen en maakten zich schorten”. Welnu, wat is het daarom noodzakelijk en een weldaad, wanneer de Heilige Geest die in de weg der ontdekking afneemt en verscheurt en zo de naakte zondaar bekleedt met die alleszins passende “gerechtigheid” van de tweede Adam, de Heere Jezus Christus!

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 61.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's