Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KANOUSKY

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KANOUSKY

de jeugdige indiaan

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

9. Werk gevonden

De zon had haar middaghoogte bereikt, toen Kanousky de stad binnenging, een vreemdeling; nee, toch niet voor iedereen, want hij kende de vrienden van Jozef. Hij twijfelde of zij hem wel zouden ontvangen. Het was mogelijk dat zij hetzelfde dachten als Jozef. Hij wilde het toch maar wagen, hen te bezoeken; de kinderen waren immers altijd vriendelijk voor hem geweest en hun vader ook. Hij bad om de besturing des Heeren. Hij ging, vastbesloten de hele waarheid te vertellen. Met bevende hand klopte hij aan de deur.

De kinderen hadden hem aan zien komen en snelden naar de deur toe om die voor Kanousky te openen. Men was blij dat Kanousky kwam en weldra werden vele vragen op hem afgevuurd. Waar was Jozef? Waarom was hij niet meegekomen? Hoe was het met zijn meester? Enz.

Kanousky beantwoordde die en vertelde hun vader van zijn omstandigheden en wat er allemaal gebeurd was. Hij bedankte de kinderen, omdat zij hem geholpen hadden te leren lezen en voor de vele kleine gunstbewijzen die hij van hen ontvangen had. Daarbij kwam nog, dat alles wat hij zei gepaard ging met zoveel ernst en eenvoud en zo ontbloot was van enige kwaadwilligheid of bestraffing, noch omtrent zijn gewezen meester, noch omtrent zijn vorige kameraden, dat de vader van de kinderen (die eerbied had voor de godsdienst, hoewel hij geen geestelijk leven bezat), ofschoon hij niet alles wat Kanousky hem gezegd had onvoorwaardelijk geloofde, hij het toch ook niet ongelovig verwierp. Hij zei Kanousky, dat hij voorlopig in zijn huis mocht verblijven, terwijl hij ondertussen zou proberen werk voor hem te vinden.

De Indiaan verbleef enige tijd in dit huis. Door zijn ijver en zijn goed gedrag, won hij spoedig de gunst van zijn gastheer; zodat het niet lang duurde of hij beval hem aan bij een vriend die een knecht nodig had.

Deze vriend had Kanousky’s vroom gedrag en zijn belangstelling in de kapel en de godsdienst herhaaldelijk opgemerkt. Door wat hij gezien en door het verslag dat hij gehoord had omtrent de redenen die Kanousky verplichtten het werk van zijn gewezen meester te verlaten, wilde hij hem in dienst nemen op een kleine boerderij die aan de stad grensde. Daar kreeg zijn nieuwe meester nog meer achting voor Kanousky, want in alles wat hij moest doen, voldeet hij steeds aan het voorschrift: Wees ijverig in uw werk.

Op deze boerderij vond Kanousky, tot zijn grote blijdschap, een man die in Schriftuurlijke zin God vreesde en steeds weer de dienst in de kapel bijwoonde waarin hij “nieuwe en vreemde dingen” had gehoord. De schrijver van dit kleine verhaal moet deze discipel van de Zaligmaker voorstellen bij de naam van Jacobus Irving. Kanousky begeerde steeds in zijn gezelschap te zijn, wanneer het werk het toeliet, want alles wat deze man deed, probeerde hij te doen “ter ere van God”; aldus versierde hij de godsdienst van Christus in de ogen van onze jeugdige Indiaan.

Jacobus Irving woonde in het kleine boerenhuis met zijn vrouw en zijn twee dochtertjes. Jacobus en zijn vrouw waren bijna veertig jaar, toen Kanousky bij hen kwam wonen. Zijn oudste dochtertje was twaalf en zijn jongste negen jaar. Elke morgen werd een klein gedeelte van de tijd voor het ontbijt, doorgebracht in gebed en dankzegging tot de “Vader der Barmhartigheid”.

Ik zeg een gedeelte van die tijd, omdat hij zei, dat hij geen recht had om de tijd van zijn meester te gebruiken voor het familiegebed, want dan zou hij zijn meester bestelen om God te dienen, zo’n dienst zou de Heere niet welbehagelijk zijn.

’s Avonds wanneer men ophield met werken, werd er een gedeelte uit de Bijbel gelezen en soms enige opmerkingen gemaakt over het gelezene. Ook werd een lied gezongen en gebed en dankzegging geofferd aan dat nederbuigende en goeddoende Wezen. Wie, ofschoon Hij in de hemel woont en alle dingen met Zichzelf vervult, het zeer behagelijk is door Zijn volk in oprechtheid en met eerbied aangesproken te worden.

Jacobus Irving was niet ongelijk getrouwd, want zijn vrouw was een oprecht christin. Op de Sabbath ging deze familie geregeld tweemaal naar de kerk, vergezeld van Kanousky. De twee meisjes waren bijzonder op de Indiaan gesteld en hij was altijd zeer hartelijk tegen hen. Elke dag voelde hij zich opgewekter in zijn nieuwe betrekking; nadat hij hier een poosje gewerkt had, had hij het vertrouwen van de hele familie gewonnen. Zijn hart vloeide over van blijdschap en dankbaarheid, dat hij in de weg der Voorzienigheid van zijn vorige meester was weggenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

KANOUSKY

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's