Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laus Deo 25.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laus Deo 25.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Botsingen

”Omdat in onze tijd sommige krankzinnigen opgestaan zijn, zoals Servet en dergelijken, is het de moeite waard met enkele woorden, hun bedriegerijen te bespreken”. Deze passage van Calvijn treffen we aan in de laatste uitgave van zijn Institutie I, XIII, 22. Het zijn woorden waarin we de neerslag vinden van de felle strijd tussen Calvijn en de Spanjaard Michaël Servet omtrent de belijdenis van de leer van de drie-eenheid.

Reeds in het jaar 1530, Servet is dan ongeveer 20 jaar oud, kwam het tot een botsing met de Bazelse reformator Oecolampadius, een goede vriend van de Zwitserse reformator Zwingli. Tijdens een bezoek aan Oecolampadius deelde Servet hem zijn gevoelens mee omtrent de leer van de drie-eenheid Gods. Daaruit bleek dat Servet de wezensgelijkheid tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest niet aanvaardde. Oecolampadius antwoordde hem daarop dat hij Servet niet als christen erkende zolang hij bij zijn standpunt volhardde.

Deze afwijzing bracht Servet niet tot andere gedachten. In het jaar 1531 liet hij een boekje verschijnen onder de Latijnse naam De Trinitatis Erroribus, over de dwalingen van de drie-eenheid. Mede daardoor liep een volgend contact tussen Servet en de Straats-burgse reformator Martin Bucer volkomen vast. Luther, in Wittenberg op de hoogte gebracht van de verschijning van dit boekje, noemde het een schrikwekkend goddeloos boek. Allen, zowel van Roomse als van Protestantse zijde, beschouwden het boekje van Servet als een ernstige bedreiging voor de zaak van de gehele christenheid. Geen wonder dat hij sinds 1533 door de Roomse inquisitie (een rechtbank belast met het onderzoek naar misdrijven tegen geloof en zeden) werd gezocht. Ook de Roomse Kerk kon de propaganda van Servet niet dulden. Hij vluchtte naar Frankrijk en leefde daar verder onder de schuilnaam Villeneuve.

Filosofische pest

Servet noemde de leer van de drie-eenheid een filosofische pest. Hij was van mening dat deze leer niet aan de Schrift zelf was ontleend maar aan de Griekse filosofie die het denken van de vroeg-christelijke Kerk al te zeer nadelig beïnvloed had. Volgens Servet hadden Luther en de zijnen de reformatie van de Roomse kerk niet ver genoeg doorgevoerd. De kerk was, zolang men trouw bleef aan de belijdenis van de drie-eenheid, nog niet voldoende uit haar ’filosofische’ boeien bevrijd. Juist ten gevolge van de uitspraken van de oudste christelijke concilies zou de kerk het juiste inzicht in het Godsgeheim en de Christusfiguur verloren hebben. Servet bestreed dus niet alleen de reformatorische inzichten betreffende de drie-eenheid maar ook regelrecht de leer van de vroeg-christelijke kerk, waarmee de reformatie in veel opzichten zich verenigde. Hij deinsde er niet voor terug om de drie-eenheid te vergelijken met het driekoppige hellemonster Cerberus, een bizarre verschijning uit de heidense Griekse mythologie. .

Servet over de drie-eenheid

Hoe dacht Servet eigenlijk zelf inhoudelijk over de drie-eenheid? Als wij Calvijn daar op nalezen, komen wij tot het volgende beeld: Servet achtte het logisch gezien onmogelijk te aanvaarden dat er in het wezen Gods drie Personen zouden bestaan, die op gelijke wijze God en toch samen niet meer dan één God zijn. De drie-eenheid zou slechts in de menselijke verbeelding bestaan. De belijdenis van de drie-eenheid van de Vader, Zoon en Heilige Geest, zou in strijd zijn met de christelijke belijdenis, dat er maar één God is. Eén God, bestaande in drie Personen, dat was volgens Servet onlogisch en dus onmogelijk. Hij beweerde, dat wat Calvijn en de zijnen drie Goddelijke ”Personen” noemden, in werkelijkheid niets anders was dan drie bepaalde verschijningsvormen, die ons de éne God in een bepaalde gedaante afbeeldden. De Zoon is dus volgens hem niet van eeuwigheid God geweest. Neen, Hij is op een zeker ogenblik uit God voortgekomen. De Zoon zou van eeuwigheid niet een Zich van de Vader onderscheidende Persoon zijn geweest, die van eeuwigheid bij de Vader was. Zo is ook eenmaal, op een bepaald tijdstip, de Geest uit God ”als een andere god uitgestroomd”.

Volgens Servet zou God in Zijn eeuwig besluit een zichtbare ”Zoon” bepaald hebben om Zichzelf op die manier zichtbaar te vertonen.

Openbarings-drie-eenheid

Dr. L. Praamsma merkt in dit verband op dat Servet geen wezens-drie-eenheid leerde, maar een openbarings-drie-eenheid. Met andere woorden: de ene Goddelijke Persoon (want meer zijn er volgens Servet niet) heeft Zich in Zijn openbaring in schepping, verlossing en heiligmaking in drieërlei verschillende gedaanten geopenbaard. In de schepping als Vader, in de verlossing als Zoon en in de heiligmaking als Heilige Geest. Maar nogmaals: daarin openbaart Zich slechts één Goddelijk Persoon en niet drie.

Zeer juist merkt Calvijn daarover op, dat op deze wijze aan de Zoon en de Heilige Geest hun eeuwig God-zijn met de Vader werd ontnomen. Hoeveel werd op deze wijze de eer van de Goddelijke personen tekort gedaan! Tegenover het gevoelen van Servet beroept Calvijn zich dan weer op de Schrift. Staat er niet van de Zoon in Joh. 1 : 1 dat Hij niet alleen van eeuwigheid bij God maar ook zelf van eeuwigheid God was? Daar kan men toch niet omheen. En zo is het ook met de Geest. In de scheppingsgeschiedenis wordt Hij maar niet voorgesteld als een afschaduwing, een verschijningsvorm van God, maar als een zelfstandige Persoon, een wezen-lijke kracht Gods.

Nieuw vuur uit oude vonken

Geen wonder, dat Calvijn op deze wijze de oude ketterij van het Sabellianisme terug zag keren. In een nieuw gewaad herleefde een oude dwaling. Calvijn gevoelde zich gedrongen ”tegen de verkeerde razernijen van sommigen in te gaan die de leer van de drie-eenheid van de wortel af zoeken uit te roeien”. Hij bespeurt daarin het werk van de satan zelf, die alle eeuwen door over het Goddelijke wezen van de Zoon en de Geest geweldige twisten heeft opgewekt. Bijna alle eeuwen door heeft hij goddeloze geesten ertoe aangezet om de rechtzinnige leraars in dat opzicht te kwellen. ”En ook tegenwoordig tracht hij uit de oude vonken weer nieuw vuur aan te wakkeren”. Het was niet Calvijns eerste opzet om ”met harde en strijdlustige lieden handgemeen te worden”. Maar hij ontkomt er niet aan. De waarheid van de leer der drie-eenheid moet bevrijd worden van alle lasteringen der goddelozen. Duidelijk is dat Calvijn bij die ”oude vonken” denkt aan de leer van Sabellius. Ook Sabellius ontnam eigenlijk aan de Zoon de naam van ”God”. Zoals we al eerder schreven, werkte Sabellius ±220 in de gemeente van Rome. Volgens hem was Jezus alleen maar een bepaalde verschij ningsvorm van de enige God zelf. Jezus was niet het eeuwige vleesgeworden woord, zelfstandig eeuwig Persoon bij de Vader, Joh. 1 : 1. Vader, Zoon en Heilige Geest zijn volgens Sabellius immers niet meer dan drie ”maskers” van de ene Goddelijke Persoon, die zich achtereenvolgens openbaarde als Vader, Zoon en Heilige Geest. Sabellius wilde nog wel toegeven ”dat God in Christus is”, maar niet ”dat Christus God is”.

Kernaanval

Deze oude vonken werden door Servet weer nieuw leven ingeblazen. Hij ontkende evenals Sabellius, dat de Zoon en de Heilige Geest eeuwige, zelfstandige Goddelijke Personen waren. Terecht is hierbij opgemerkt, dat Servet zodoende de kern van het christelijk geloof, verwoord in de belijdenis van de drie-eenheid, aanviel.

Servet ging nog verder. Hij openbaarde zich in zijn publikaties als een rasechte pantheïst. En wat dat inhoudt willen we een volgende keer proberen te beschrijven.

Wordt vervolgd D.V.

Institutie I, XIII, 21 en 22.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Laus Deo 25.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 oktober 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's