Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van de Bijbel 67.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van de Bijbel 67.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. HET KRIJGSWEZEN (13).

De ”helm der zaligheid”.

Dit deel van de wapenrusting Gods wijst op de levende hoop, welke nauw aan het geloof verbonden is.

Het geloof richt zich op de beloften van het Evangelie en de hoop op de zekere verwachting, dat God zàl waarmaken, wat Hij beloofd heeft. We lezen dit duidelijk in I Thess. 5 vs. 24: ”Hij, Die u roept, is getrouw, Die het ook doen zal.”

De hoop van de christen is niet een ”misschientje”, in de zin van: nu ja, we zullen ’t maar hopen. O neen! Het is een vaste hoop, welke gegrond ligt in de levende God Zelf en welke aan het oprechte geloof verbonden is. Het geloof, dat door de liefde is werkende, zoals we lezen in Galaten 5 vs. 6c. Welnu, het gaat dus over de levende hoop en die niet beschaamt! Zij richt zich op de vervulling van begeerde zaken. Zo is het ook zelfs in gewone, natuurlijke zaken. Bijvoorbeeld een zieke, die op beterschap hoopt of een jong mens, dat op een goede positie hoopt; ja, zoals men ook hoopt op een ”betere” wereld. En zoals een godsdienstig mens, maar zonder genade, dat hoopt om in de hemel te komen, maar...... op welke grond? De Heere Jezus gebruikte het beeld van het bouwen van een huis, dat op een ”zandgrond” of op een ”rotsgrond” gebouwd is.

Gel. lezer, waarop bouwt gij het huis uwer hoop?

O, wat komt het er dus op aan, die ware, levende hoop te leren kennen! De hoop, welke I Thess. 5 vs. 8 beschrijft, namelijk: ”En tot een helm, de hoop der zaligheid.” Dat is het volle heil, dat de Heere Zijn volk toezegt en dat Hij hier reeds doet smaken, maar eens volkomen. ”Hetgeen het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord en in het hart eens mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.” (I Kor. 2 : 9).

Nu richt de hoop zich niet alleen op het toekomende, op de zaligheid, welke eens Gods kinderen zullen smaken in de hemel, maar...... reeds hier in ’t strijdperk van dit leven, dat is: in de strijd des geloofs!

Daarin is dus noodzakelijk niet alleen bedekking voor de rug en de borstkas (het schild), maar ook voor het hoofd, voor de vurige pijlen van bovenaf.

Zo hebben de Oud-Testamentische vromen hun hoop en verwachting mogen stellen in heel het strijdperk van dit leven op de beloofde zaligheid, welke zij ”van verre gezien en geloofd en omhelsd” hebben. (Hebr. 11 : 13b). Hoe? Wel, in de belofte! Daaruit hebben de vromen van het Oude Verbond geleefd en gestreden.

Dat laat ons HEBREËN elf duidelijk zien. Bij Abraham in vers 10: ”Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft.” Bij Sara, toen zij kracht ontvangen had om zaad te geven en boven de tijd haars ouderdoms gebaard heeft. Bij Izaak in de zegening van zijn zonen. Bij Jacob, toen hij op zijn stervensponde zijn zonen gezegend heeft, leunende op het opperste van zijn staf. (Hebr. 11 : 21). Opmerkelijk was daarbij, dat het leunen op zijn staf plaats had na zijn zegening van Dan. Toen was het, dat hij zijn levende hoop uitsprak: ”Op Uwe zaligheid wacht ik, o Heere! (Gen. 49 : 18). Want dan ligt het strijdperk achter. Zo mogen we ook wijzen op de oude Simeon, die voor zijn stervensuur, met het Kind Jezus in zijn armen, uitriep: ”Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw Woord, want mijne ogen hebben Uwe zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken, een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.” (Lukas 2 : 29-32). Ook Johannes de Doper sprak over die hoop der zaligheid. Dat lezen we in Lukas 3 : 6: ”En alle vlees zal de zaligheid Gods zien.”

Deze hoop der zaligheid is alzo een ”levende hoop”. Zij ontstaat namelijk uit de ”wedergeboorte”. We lezen immers: ”Wedergeboren tot een levende hoop”. (I Petrus 1 vs. 3m). Er is ook een ”ijdele” hoop. Men hoopt dan ook o.a. in de hemel te komen. Dat wordt wel eens genoemd ”een hoop der spinnekoppen”. Zo lezen we in Job 8 : 14: ”En zijn vertrouwen zal zijn een huis d«r spin.” Eén vluchtig blazentje en het spinneweb valt uit elkaar! O, hoevelen komen met zulk een ijdele hoop bedrogen uit met ’t: ’Tk hoop ’t maar”.

Welnu! De ”levende” hoop wordt geboren uit de ”wedergeboorte”, zo merkten wij reeds op. En dat is uit de ”droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt”.

Het is ook een ”vaste hoop”. II Kor. 1 : 7: ”En onze hoop van u is vast”. Vandaar, dat de apostel in Hebr. 6 zo sterk wijst op de ”ankergrond”! N.l. in de verzen 18 t/m 20: ”Opdat wij door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is, dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen hebben om de voorgestelde hoop vast te houden, welke wij hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is en ingaat in het binnenste des voorhangsels, waar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid.”

Alzo is dus noodzakelijk een vaste ankergrond, waardoor het levensscheepje van Gods Kerk niet door de stormen van haar drie doodsvijanden; de duivel, de wereld en eigen vlees zal ondergaan. Maar daarom moet ook die ankergrond zeker en vast zijn! ”Drijfzand” zal het schip doen wegspoelen en vergaan!

Maar daarom is de ”ijdele” hoop zo erg! Zulk een hoop berust slechts op een indruk of op een los gezegde: ik hoop ’t maar. Gods Geest ontdekke daaraan. Ook, wanneer wij onze hoop voor de eeuwigheid bouwen op een slechts verstandelijke kennis van Gods Woord, maar welke het hart leeg laat! Ja, zo is er ook een zeker roemen in Jezus, maar waarbij men nooit eens waarlijk zondaar voor God is geworden, zoals de wenende Maria aan Jezus’ voeten en als die tollenaar in de tempel!

Dìe levende hoop beschaamt niet, want die richt zich alleen op de vaste beloften Gods in Christus.

Maar......hòe wordt die levende hoop gekend?

Dat verklaart Gods Woord eveneens! Dan moeten we opslaan: Hosea 2 vs. 14m, alwaar we lezen: ”En het dal Achor tot een deur der hoop!”

Daarin kwam Achan en al de zijnen om met al hun bezittingen door de dood van de ste niging! (Jozua 7 : 24).

”Uw oordeel, HEER’, kan niet dan vrees’lijk wezen.” (Ps. 119 : 60).

Zo verklaart de apostel in Hebr. 6 vs. 19 de levende hoop als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is en ingaat in het binnenste des voorhangsels, waar de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus”.

O, wanneer door de stormen van schuldbesef en van de veroordeling van Gods heilige Wet het levensschip van de ontdekte zondaar bedreigd wordt met de ondergang, dan zal die levende hoop, verbonden aan het geloof, zijn als een ”anker der ziel”, dat zeker en vast is en dus niet over de grond der zee heenschuift.

En dìe levende hoop beschaamt niet! Dat doet wel de ”ijdele” hoop van de naam-christen. Maar de ”levende hoop” van Gods kinderen zal eens vervuld worden! Want Christus is ”de hoop der heerlijkheid”, zo schrijft de apostel in zijn brief aan de Colossenzen, hoofdstuk 1 vers 27.

En daarom roept de apostel in de Romeinenbrief, hoofdstuk 8 vs. 35, uit: ”Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? Welnu, gel. lezer(es)! Waarop berust uw hoop in dit leven en voor de eeuwigheid?

Slechts op uiterlijke voorrechten, op een ”uiterlijke” godsdienst, op een alleen ”verstandelijke” kennis van Gods Woord? O, dan zal uw levensscheepje onder gaan op de levenszee!

Welnu! Het is nog het heden der genade. O smeek om het ware, zaligmakende geloof, waaraan de levende hoop onlosmakelijk verbonden is. En die hoop zal eens overgaan in eeuwig, zalig aanschouwen!

Dr.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Uit het land van de Bijbel 67.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1986

Bewaar het pand | 6 Pagina's