Ontmoetingsdag te Kampen op zaterdag 29 augustus 1987

Naar deze dag is uitgezien. Velen hebben de reis naar Kampen gemaakt. We willen in dit nummer een samenvatting geven van het geheel. De rest moet wachten tot het volgende nummer.

De morgensamenkomst begon om half 11. Eerst spraken we enkele woorden van dank uit, gericht aan de kerkeraad van de Gereformeerde Gemeente voor de beschikbaarstelling opnieuw van de gebouwen, en aan allen die tevoren al en ook op deze dag zelf hun medewerking verleenden.

Daarna kwam de opening. We zongen Ps. 106 : 24, 25 en 26. Na het lezen van Nahum 1 gingen we voor in gebed. Daarna spraken we een kort woord van welkom. Er was nog gelegenheid om iets te zeggen naar aanleiding van enkele woorden uit het gelezen gedeelte van de Schrift: vier uw vierdagen, o Juda. Het is nu een benauwende tijd, maar in die dagen was het ook donker. De vijanden benauwden. Het volk stond schuldig voor de Heere en was gaan roepen uit de diepte. De Heere gedacht en kondigde het oordeel aan aan Ninevé, dat vroeger door de Heere gespaard was toen het zich op de prediking van Jona bekeerde. Diezelfde stad keerde zich nu in vijandschap tegen het volk des Heeren. Ninevé zou verwoest worden en Jeruzalem en Juda bevrijd. Er zouden weer feestdagen kunnen worden gehouden. De Heere zou Zich voor Zijn volk weer betonen een vergevend God te zijn. Het is steeds weer in de wereld voor de Kerk des Heeren en voor elk van Gods kinderen strijd geweest. Dat is ook nu het geval. Maar het einde zal zijn, dat de Heere de Zijnen verlost van alle vijanden en dat tenvolle vervuld wordt wat de Heere heeft gesproken.

Na het zingen van Ps. 105 : 24 krijgt ds. A. van Heteren van Werkendam het woord. Hij leest Openbaring 6 : 4-6 en spreekt over het rode en het zwarte paard, eerst over vervolging en daarna over vervalsing. Zie voor een samenvatting het volgende nummer. We zingen Ps. 33 : 5 en 10. Er wordt intussen gecollecteerd.

Een slotwoord wordt gesproken door ds. J.H. van Dijk van Doornspijk. Hij leest Johannes 5 : 6 en 7 en staat stil bij de nood die gekend wordt in de eenzaamheid. Voor velen is dat een nood. De kranten drukken de mens op de feiten. Mensen sterven terwijl er niemand bij hen is. De eenzaamheid komt in alle rangen en standen voor. Gaan de kerken vrijuit? De Heere Jezus neemt alle verontschuldigingen weg. De man die Hij opzoekt heeft daar lange tijd gelegen. Nooit was hem barmhartigheid bewezen. Jezus ziet hem en stelt hem de vraag: wilt gij gezond worden? Hij antwoordt: ik heb geen mens. Daarachter schuilt een wereld van leed. De mens is door de val op zichzelf gericht geworden. Hij kan en wil niet volbrengen wat de Heere van Hem eist: God lief te hebben met zijn ganse hart enz. en de naaste als zichzelf.

Wat een wonder dat de Heere de mens opzoekt. Hij komt met het woord: wilt gij gezond worden? ook tot ons. Hij is gekomen om te zoeken en te zaligen wat verloren ligt. We moeten afgebracht worden van alle verwachtingen en leren zien op Hem van Wie alleen verwachting is. We lijden allen aan een totale ziekte. We moeten daaraan ontdekt worden. Hij wil ook in de ziekte van de eenzaamheid helpen.

Spreker wijst op de kerkelijke eenzaamheid. We kunnen vreemdeling zijn in eigen huis. Als we lijden aan de kerk moeten we de hand in eigen boezem steken. Dan gaan we met Daniël belijden. Dan gaan we geen oplossing zoeken bij de mens, maar worden we gebonden aan de troon der genade, worden onze ogen gericht op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs.

Aan het einde van dit slotwoord gaat ds. Van Dijk voor in dankgebed. We zingen Ps. 25 : 8 en 10. De pauze is aangebroken.

De pauze is zeer belangrijk. De bezoekers gebruiken de maaltijd en spreken met elkaar. Er worden banden gelegd of vernieuwd. We hebben het kunnen opmerken, overal waar we even gingen kijken, in het kerkgebouw zelf of in de bijgebouwen of buiten in de open lucht.

Ds. R. Kok van Damwoude opende de middagdienst. Hij liet zingen Ps. 119 : 52 en 60, ging voor in gebed en las Openbaring 10. Daaruit sprak hij. We hopen dat u in het volgende nummer een samenvatting kunt lezen.

Na het zingen van Ps. 89 : 7 is het woord aan ds. P. van Zonneveld van Driebergen. Hij las Openbaring 15 en sprak over vs. 8: de tempel Gods vol rook. Ook deze spreker zegde een samenvatting toe voor het volgende nummer. Ds. Van Zonneveld liet zingen Ps. 68 : 1 en 2. Er werd weer gecollecteerd.

Daarna sprak ds. M. Vlietstra van Zeist een slotwoord. Hij was volgens ds. Van der Ent de hekkesluiter. De hemelpoort staat nog open, aldus ds. Vlietstra. Hij vertelde nog van een oud kind des Heeren in Hoogeveen. Deze had eerst de wereld gediend, maar de Heere had hem krachtdadig bekeerd. Die man is zeer oud geworden. Hij ging op een keer naar de markt, waar hij vele mensen zag. Hij dacht: over honderd jaar zijn al die mensen gestorven. Hij kreeg de begeerte in zijn hart, dat de Heere hen allemaal mocht bekeren.

Ds. Vlietstra las Markus 1 : 14-18 en sprak over de verzen 17 en 18. U kunt dat D.V. in het volgende nummer terugvinden.

De spreker ging voor in dankgebed. We zongen staanden Ps. 17 : 4 en 8, waarna ds. Vlietstra eindigde met de bede uit de avondzang.

Het was een goede dag. De Heere heeft het welgemaakt.

De meisjes die voor de oppas zouden zorgen werden plotseling verhinderd. Er was gelukkig een bezoekster, een ervaren onderwijzeres, die op zich nam om voor de kleintjes te zorgen. Hartelijk dank daarvoor.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen