Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 41

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Daarna geschiedde het, als onze vijanden hoorden, dat het ons bekend geworden was, en God hun raad te niet gemaakt had, zo keerden wij allen weder tot de muur, een iegelijk tot zijn werk.”

Beste jongelui!

Nehemia vervolgt zijn verhaal. We hebben daar al eer op gewezen. Hij heeft het zelf geschreven. Dat blijkt steeds weer. Als hij zijn verhaal vervolgt, doet hij dat gedreven door de Heilige Geest. Hij behoorde tot de “heilige mannen Gods”, die de Heere heeft willen gebruiken, om ons te doen weten hoe Hij met Zijn volk gehandeld heeft. Daarop te letten, is ook voor ons van betekenis. Want de Heere regeert. Dat geldt van de gehele wereld. Alles wat er op de wereld gebeurt, is niets anders dan een volvoering van Zijn Raad. Doch met Zijn volk, dat is met Zijn kerk, gaat Hij een bijzondere weg. Niets in dit leven ontgaat Hem. “De grote Schepper aller dingen; Ziet uit het ongenaakbaar licht, Het gans gedrag der stervelingen. Niets is bedekt voor Zijn gezicht......” Doch als het Zijn volk betreft, geldt het wel heel in het bijzonder: “Mijn oog zal op u zijn”. Dat is niet zomaar een tekstje, wat de mensen nog al eens aandragen. Als je bij hen komt en vraagt of de Heere wel eens tot hun ziel gesproken heeft, dan hoor je nog al eens dat deze tekst hen heeft aangsproken. Hoe het dan precies zit, kan ik als mens natuurlijk moeilijk beoordelen. Toch heb ik wel eens mijn twijfels, als men over die vraag na moet denken, en dan tenslotte deze tekst aanvoert: “Mijn oog zal op u zijn”. Mijn antwoord is dan meestal, dat dit een heel mooie tekst is, doch dan verbind ik er tevens de vraag aan, of men daar ooit wel eens goed over nagedacht heeft. Want het wil nog al wat zeggen: “Mijn oog zal op u zijn”. Als men werkelijk de Heere mag vrezen, is het rijk, als men dit tot troost uit Zijn mond heeft mogen vernemen. Doch als men niet meer weet te vertellen, lijkt het mij toch een heel wankele basis, waarop het huis der hoop gebouwd is. Want “Mijn oog zal op u zijn”, houdt ook in, dat de Heere al onze wegen gadeslaat. We kunnen niets doen, zeggen of denken zelfs, dat de waarneming des Heeren ontgaat. Als men daar werkelijk bij leeft: “Mijn oog zal op u zijn”, dan kan het niet anders of het heeft een nauw leven tot gevolg. Want dat oog is een heilig oog. Het kan geen kwaad gedogen. Men zal dan niet benauwd leven, maar wel nauw leven, dat is bang zijn voor de zonde, om te zoeken te doen, datgene wat de Heere behaagt.

Het is mogelijk dat het bovenstaande deze of gene wel wat te zeggen heeft. Het lijkt mij niet ondienstig, wanneer men daar dan ook eens ernstig over na zal denken.

Nehemia, die zijn geschiedenis vervolgt, spreekt in vers 15 weer over de vijanden. Die vijanden hadden twee dingen gehoord namelijk dat het Nehemia en de zijnen bekend was geworden, dat zij — de vijanden namelijk — met boze plannen rondliepen, om de herbouw van de muren van Jeruzalem te verijdelen. Zij hadden ook gehoord dat God hun (boze) raad te niet gemaakt had.

Nehemia had, toen hij het voornemen van de vijanden vernomen had, het volk toegesproken. Hij had hen moed ingesproken. Zij moesten aan de Heere denken. Bij Hem alleen waren uitkomsten tegen de snoodste plannen van de tegenpartij. Bij den HEERE, de Heere zijn uitkomsten, zelfs tegen de dood. Nehemia eindigt nu niet in zichzelf. Hij zegt niet: Na mijn toespraak kreeg het volk weer moed en werden de vijanden afgeschrikt. Als hij het zo gezegd had, dan zou Nehemia “de man” geweest zijn. Dan zou hij de eer hebben opgestreken. Dat is op zichzelf niet zo’n vreemde zaak. Want wanneer we alleen maar horizontaal leven, wordt er meestal zo gesproken. Als er spanningen in het leven zijn tussen volken en volken, wie rekent dan nog met God? Zijn Naam wordt door schier niemand genoemd. Het zijn dan de leidslieden aan wie de eer wordt toegekend, dat zij er zorg voor hebben gedragen dat de spanningen weer wat afgenomen zijn. En als er oorlogen worden gevoerd, zijn het de generaals die de overwinning hebben behaald, of de nederlaag hebben geleden. Voor hen worden de standbeelden opgericht. God, Die alles bestuurt en leidt, is dan niet in tel. Dat is natuurlijk een vreselijke zaak. Het gevolg van een horizontaal leven. Nehemia was een man die de verticale lijn in het oog had. Hij rekende voor en boven alle dingen met God. Daarom zegt hij dat God hun raad te niet gedaan had. Hij beleefde:


Geen ding geschiedt er ooit gewisser
Dan ’t hoog beval van ’s HEEREN mond.
Zijn Godd’lijke almacht spreekt, en ’t is er,
Zijn wil gebiedt, en ’t wordt terstond.
Schoon de heidenen samen
List op list beramen,
God verbreekt hun raad;
Schoon hun mogendheden
Snode ontwerpen smeden,
Hij belacht haar haat.


Zalige beleving, als je zo met God mag leven, en in alles wat er gebeurt, Zijn hand mag zien. Dat is nu echt gelovig leven. In vol vertrouwen op God leven. Dan wordt ook aan God alleen de eer gegeven.

Kennen jullie ook zo een leven? Want de tijden zijn zeer veranderd, sinds Nehemia zijn boek heeft geschreven. Maar de werkelijkheden in het leven zijn nog precies dezelfde. God heeft ook nü Zijn kerk. Die wordt door Hem met een wakend oog beschouwd. Daar zijn ook nu nog vijanden, groot en veel. De gehele wereld is daar onder te rekenen.

Als jullie ogen daar voor open zijn, zie je ze. Als je met de wereld mee kunt doen, zie je ze niet. Want dan betoon je door je leven aan de kant van de vijand te staan. Dan behoor je bij hen. Doch dan mogen jullie wel bedenken, dat wie een vriend van de wereld is, die wordt een vijand van God genaamd. En als je een vijand van God bent, en je moet zo sterven, dan ziet het er zonder meer heel slecht voor je uit. Want dan zul je het voor een eeuwigheid moeten verliezen. Dan zul je voor eeuwig moeten verloren gaan. Als je echter met Nehemia ook de verticale lijn mag kennen, dan sta je in de wereld numeriek wel in de minderheid, maar met God aan je kant. En dan sta je sterk. Dan kun je ook weer aan het werk.

“Daarna geschiedde het, als onze vijanden hoorden, dat het ons bekend was geworden, en God hun raad teniet gedaan had, zo keerden wij allen weder tot de muur, een iegelijk tot Zijn werk.”

Door de toespraak van Nehemia had het volk het werk een ogenblik gestaakt. Jullie kunnen dat wel begrijpen. Je kunt geen twee dingen tegelijk doen, namelijk werken en naar een toespraak luisteren. Als je dat toch wilt, komt er van het werk niets terecht en van de toespraak wordt niets vernomen. Het is voor de spreker ook een irritante zaak, wanneer hij het woord voert, ten beste van zijn hoorders, en men zou zich dan tegelijkertijd met andere dingen bezig houden. Ik denk hier aan een vader, die bezig is om zijn kinderen raad te geven. Wanneer die kinderen vader laten praten, om inmiddels rustig hun eigen gang te gaan, dan is dat voor die goede man een zeer beledigende zaak. Dit begrijpt oud en jong.

Toen Nehemia uitgesproken was, ging een ieder weer naar de muur. Ieder nam daar zijn eigen plaats weer in om te werken. Te werken daar, waar hij werken moest.

Ik geloof dat in deze schijnbaar onbeduidende regel heel wat leerstof zit. Ik kan natuurlijk denken aan de vakantie. Als jullie dit artikel lezen, zullen de meesten de vakantie er wel op hebben zitten. Je hebt dan in die tijd het werk onderbroken. Je bent er uit geweest. Je hebt misschien heel wat gezien en heel wat gehoord. Een heel ernstige vraag: Hebben jullie ook in alle dingen Gods hand gezien, en hebben jullie ook Zijn stem gehoord? Je kunt natuurlijk wel heel gauw “ja” zeggen, om inmiddels door te gaan met te leven naar je eigen genoegen. Als dit laatste het geval is, dan heeft hetgeen je gezien en gehoord hebt, niet veel indruk bij je achter gelaten. Je gaat dan na een tijd van rust wel weer aan het werk. Maar gesterkt in de Heere, door het geloof ben je niet. Je hebt dan wel mooie bergen gezien en prachtige landschappen en ook nog mooie redevoeringen gehoord, maar God was er niet in. De vakantie heeft dan in werkelijkheid niet aan z’n doel beantwoord. Hij is niet doorgebracht tot eer van God. En zal het goed zijn, dan is dat toch de bedoeling.

Ik ga nog een stap verder. Want vakantie heb je niet altijd. Normaal komt dat maar eenmaal in het jaar voor, al zijn er natuurlijk die meerdere malen dit “genot” hebben.

Nehemia was niet zo maar iemand. We schreven aan het begin dat hij heeft geschreven door de drijving van de Heilige Geest. In dit verband denk ik aan de zondag. Die mogen wij elke week beleven. Dan wordt de sleur van de dagelijkse arbeid onderbroken. Je laat dan het werk “aan de muur” even rusten. Je gaat dan de muur binnen. Je komt binnen de muren van de kerk terecht. En dan spreekt niet Nehemia, een mens zonder meer, een dominee, een mens zonder meer, doch dan spreekt door hem God. Ik kan ook zeggen: de Zoon van God. Het woord van God wordt dan verkondigd. Je moet dan luisteren. Doch gebeurt dit altijd zo als het behoort? Hoevelen zijn er dan niet die twee dingen doen of nog meer. Men luistert en men zit z’n snoep uit te pakken. Men luistert en zit tegelijk te eten of het leven er van afhangt. Men geeft de schijn van luisteren terwijl men het in werkelijkheid helemaal niet doet. Jullie begrijpen best wat ik bedoel. Als de spreker klaar is, gaat een ieder weer naar huis. Als de zondag voorbij is, gaat een ieder weer naar zijn werk, de muur. Doch hoe gaat men daar dan naar toe? Doet men dat gesterkt in de Heere op grond van wat men des zondags in de kerk gehoord heeft? Of weet men daar niets meer van? Als je dan weer midden in de wereld terecht komt, te midden van de vijanden, dan zullen die niet veel last van je hebben. Je hebt dan niet met eerbied en tot eer van God in Zijn huis verkeerd, onder de verkondiging van Zijn Woord. En dat is dan wel erg irritant voor God.

Neig de oren gij hemel en hoor gij aarde, jongens en meisjes, want de Heere spreekt. Wie naar Hem hoort, die zal Hij Zijn heil doen zien. Denk er maar eens over na.

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1987

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1987

Bewaar het pand | 4 Pagina's