Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie is Jezus van Nazareth? 3.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie is Jezus van Nazareth? 3.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vormgeschiedenis.

Dit hoofdstuk vraagt nu onze aandacht. Het beslaat 13 bladzijden in het boek.

Op blz. 47/48 zegt ds. Harinck o.a. het volgende:

“Na de eerste wereldoorlog kwam een nieuwe methode van bijbelonderzoek op gang. De oorlog met al zijn verschrikkingen had de liberale theologie met de leer van de goede mens en Jezus als voorbeeld tot wereldverbetering, volkomen stuk geslagen. De mensen hadden weer behoefte aan een boodschap van troost en genade. Karl Barth heeft dit als geen ander begrepen en bestreed daarom de liberale theologie. Het bracht een verlegging van standpunten teweeg, die mede zijn invloed kreeg op het bijbelonderzoek. De boodschap (kerugma) van Jezus en de apostelen werd belangrijker dan het zoeken naar de historische Jezus. De evangeliën, zo zag men, zijn geen verhalen over Jezus’ leven, maar brengen de boodschap aangaande de lijdende en opgestane Kurios. En om die boodschap gaat het.

Er werd verband gezocht tussen de evangeliën en de prediking van de oergemeente. Een nieuwe benadering van de evangeliebeschrijvingen ontstond. De evangelisten werden niet in de eerste plaats als auteurs gezien, maar als verzamelaars van reeds bestaande gegevens. Er bestonden reeds bepaalde vormen waarin woorden en gebeurtenissen aangaande Jezus werden verteld en bewaard. De evangelisten hebben die gebundeld en gerangschikt./ Dit was een geheel andere benadering van de evangeliën dan de liberale en historische methode. Men mag zelfs wel van een omwenteling in het bijbelonderzoek spreken. De nieuwe methode van onderzoek heeft dan ook de bestudering van, met name, het Nieuwe Testament, grondig gewijzigd. Als voormannen van deze nieuwe methode van schriftuitleg moeten worden genoemd: Karl Ludwig Schmidt, Rudolf Bultmann en Martin Dibelius. H. Gunkel wordt beschouwd als de grondlegger van dit onderzoek. Omdat deze methode zich vooral richtte op de oudste vormen van overlevering en in Duitsland zijn bakermat heeft gehad, spreekt men over de “Tormgeschichtliche” methode van bijbelonderzoek.

De nieuwe bestudering van de evangeliën leidde tot de conclusie, dat de oudste overlevering een pericopen-overlevering is geweest.

Dit betekent, dat de overlevering aangaande Jezus bestaan heeft uit afzonderlijke taferelen, daden, woorden, spreuken, twistgesprekken en gelijkenissen van Jezus. Elk van deze overleveringen vormde een gesloten eenheid. Door de vormkritiek werd benadrukt, dat men in vroeger dagen steeds vaste, weerkerende “vormen” gebruikte voor godsdienstige onderwijzing. Die gewoonte vindt men vooral terug in de joodse, maar ook wel in de heidense wereld.

( . . . ) Deze methode was bij het joodse volk zeer geliefd. Het was een manier van de traditie getrouw en ongeschonden aan het volgende geslacht door te geven. De apostelen zijn geboren en getogen in een land, waar het onderwijs van de schriftgeleerden en het getrouw herhalen van de traditie van de grootste betekenis werd geacht. Zij bedienen zich in hun onderwijs aangaande alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft dan ook van deze methode.”

De schrijver gaat hier verder op in en zegt dan op blz. 55 o.a.:

“Van de heilsboodschap is hier niets anders overgebleven dan een idee of filosofie, met de mens als middelpunt. Hier is Jezus niet meer het voorwerp van ons geloof, maar slechts voorbeeld en geloofsgetuige. Het gevolg is, dat men geen evangelie meer preekt. Men richt zich niet meer op de verlossing van de mens, maar op het welbevinden, de welvaart en het geluk van de mens. De kerken spannen zich dan in voor de vrede, voor ontwikkelingshulp, voor solidariteit met de armen, ja schuwen zelfs de revolutie niet, maar prediken niet meer dat er geen andere Naam onder de hemel aan de mensen gegeven is, waardoor zij moeten zalig worden dan de naam van Jezus. De boodschap, dat wie door het bloed van Jezus vrijgemaakt is van zonde, schuld en toorn Gods, waarlijk vrij is, kent men dan niet meer. Men predikt dan geen evangelie meer, maar lege filosofische woorden en revolutionaire bevrijding. Daarom kan de christelijke kerk niet ernstig genoeg gewaarschuwd worden voor deze moderne theologie. Zij zeggen Jezus te verkondigen, maar het is niet de Jezus van Bethlehem, Golgotha, Pasen, Hemelvaart en Wederkomst.”

Aan het slot van dit hoofdstuk zegt ds. Harinck: “Het kerugma is een proklamatie van wat gebeurd is en niet maar een geloofsopvatting. De vormkritiek en de kerugma-theologie komt echter tot de opvatting, dat de Christus van de evangeliën niet de historische Jezus is, maar de mythologische verhoogde Christus. De evangeliën zijn volgens hen opstandingsboeken, waaruit we niets met zekerheid te weten komen over de werkelijke of historische Jezus.”

Daarna komt het hoofdstuk De redaktiekritiek.

Op blz. 60 zegt ds. Harinck o.a.:

“De redaktiekritiek komt tot de volgende conclusie: “Er was maar één Jezus, maar in de evangeliën wordt op vier manieren over Hem verteld.” Men spreekt dan ook over de theologie van Markus, de theologie van Mattheüs, de theologie van Lukas en de theologie van Johannes. Markus is dan degene, die nog het meest beschouwd wordt als een conservatieve redactor. Men acht hem nog het meest historisch betrouwbaar.”

Ds. Harinck noemt schrijvers die de redaktiemethode hebben afgewezen.

Er komen in de volgende hoofdstukken nog meer opvattingen aan de orde. We volstaan met het noemen van de titels van deze hoofdstukken: De structuuranalyse, Hoe denkt de moderne theologie over Jezus? en: Joodse stemmen oiwr Jezus. We zouden gemakkelijk uit deze hoofdstukken belangrijke gedeelten kunnen overnemen, maar we willen niet te breed worden. Ons doel is niet een uittreksel uit dit boek van ds. Harinck in ons blad op te nemen, zodat men zou kunnen afzien van het bestuderen van het boek zelf, maar veel meer om aan te moedigen het boek zelf ter hand te nemen en te lezen.

Het volgende hoofdstuk: De betrouwbaarheid van de evangeliën is wel heel belangrijk. Dat blijkt al uit de titel. We geven het woord aan de schrijver:

“De werkelijke kern van het christelijk geloof is meer dan een opdracht tot naastenliefde en respect voor de ander. Het is de boodschap van het kruis van Golgotha, waar de Zoon van God in onze natuur de vloek van de Wet, die wij overtreden hebben, gedragen heeft en ons alzo van de vloek verlost en vrede met God gemaakt heeft. Het ganse heil gaat terug op de historische Jezus. De vraag naar de historische Jezus is dus wel belangrijk en niet bijkomstig zoals Bultmann c.s. wilden doen geloven. De apostelen hebben geen bedoelingen of legenden verkondigd, maar Jezus Christus en Die gekruisigd. Petrus zegt nadrukkelijk: “Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en de toekomst van onze Heere Jezus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit”, 2 Petrus 1 : 16.

Het historische Christendom vindt dan ook zijn grondslag in de schriften van het Nieuwe Testament. Deze bevatten het getuigenis aangaande Jezus van Nazareth, de Zoon van God. Wat de historische persoon van Jezus betreft, waarop wij ons vooral richten, blijft ons slechts over de gelovige aanvaarding van hetgeen de evangeliën ons aangaande Jezus als de Christus leren. Dit is de historische grondslag voor het christelijk geloof aangaande de persoon van Jezus van Nazareth. De vraag: “Wie is toch Jezus van Nazareth?” kan alleen vanuit de evangeliën beantwoord worden. Het Christendom heeft er dan ook belang bij om te weten of deze historische grondslag betrouwbaar is. Het behoeft de uitdaging niet uit de weg te gaan, want in de Schriften zelf heeft het het bewijs, dat deze documenten betrouwbaar zijn. De Schrift kan wat dat betreft zichzelf wel verdedigen. Wij geloven met Calvijn, dat de Schrift onze verdediging niet nodig heeft. In de Schrift spreekt het gezag van God waaraan niemand zich zonder zijn geweten te verwonden kan onttrekken. Indien wij achter de schriften konden teruggaan en de historische werkelijkheid van Jezus en Zijn leer uit vele andere bronnen konden bewijzen, zo zou dit toch niet het ware geloof in mensen teweeg brengen. Dit vermag alleen de Heilige Geest te werken. Het geloof kan voor het Voorwerp waarin het gelooft, namelijk Jezus Christus, niet achter de Schrift terug. Met deze wetenschap is het van levensbelang dat de evangeliën, waarop dit geloof teruggaat, betrouwbaar zijn. Het geloof der kerk rust immers op het getuigenis van de Schrift, dat Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God. De vraag naar de betrouwbaarheid van de vier evangeliën is daarom van het hoogste belang.” Zie blz. 97/98.

Op blz. 104 stelt de schrijver dat het geloof rust op de betrouwbaarheid der Schrift zelf. Hij zegt dan verder: “Het is, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt: “Omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten, dat zij van God zijn.” De Heilige Geest, Die in de Schrift getuigt, getuigt ook in de harten der gelovigen. Het geloof rust dus niet op wat de heren onderzoekers ten gunste of ten ongunste van de betrouwbaarheid der Schrift zeggen, maar op de Schrift zelf en het getuigenis van de Heilige Geest in het hart. De vraag naar de betrouwbaarheid van de vier evangeliën moeten we dan ook in de Schrift zelf zoeken.

Verder handelt de schrijver nog over de betekenis van het apostolaat en van de overlevering. Daarna volgt op blz. 115 het hoofdstuk: Het karakter van het nieuwtestamentische schriftwoord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Wie is Jezus van Nazareth? 3.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1987

Bewaar het pand | 6 Pagina's