Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laus Deo

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laus Deo

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

48.

De koopman in het rovershol

De dag waarop de heer Heijn niet terugkwam, zal voor zijn vrouw en naaste familie onvergetelijk blijven. Je rekent daar niet op. We mogen dan dagelijks berichten van ontvoeringen lezen, het is net als met de dood en de eeuwigheid: het is altijd voor een ander! De vraag komt op: heeft dit alles nu óók met Gods voorzienigheid, Zijn bestuur over alle levende en levenloze schepselen, te maken? Of is het de heer Heijn en al die andere slachtoffers toevallig overkomen? Helaas zullen velen in Nederland en daarbuiten er niet meer van kunnen en willen zeggen dan: Pech gehad, jammer voor hem. Of: wat erg voor hem. Het was toevallig de heer Heijn. Het had ook een andere geldmagnaat kunnen zijn. Inderdaad, naar ons idee was toevallig de heer Heijn aan de beurt. Maar hoe ligt die zaak nu van God uit gezien?

Ook in de tijd van Calvijn kwamen ontvoeringen voor. Er is geen nieuws onder de zon. Hoewel wij er onmiddellijk aan moeten toevoegen dat het menselijke geslacht er sinds de zestiende eeuw beslist niet op vooruitgegaan is. De voorspellingen van de Heere Zelf doen ons juist het tegendeel weten. De mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf. De ongerechtigheid van velen zal vermenigvuldigen. Maar niettemin: ook in de tijd van de Reformatie tierde het kwaad welig. In paragraaf 9 van hoofdstuk 16 geeft Calvijn een voorbeeld. Hiermee wil hij praktisch aantonen dat, hoewel alles in Góds Raad is vastgesteld, bepaalde gebeurtenissen óns toch overvallen. Zodat wij ménsen begrijpelijkerwijs weleens spreken van toevallige gebeurtenissen. Hij geeft het voorbeeld van een koopman, “dieeen bos binnengetrokken is met een gezelschap van vertrouwde lieden en die onvoorzichtig van zijn makkers afdwaalt en zo door het dwalen in een rovershol terecht komt, in handen van moordenaars valt en gedood wordt”. In verband met de ontvoering van Heijn een sprekend voorbeeld.

Naar aanleiding hiervan merkt Calvijn op: “Zijn dood was niet slechts door Gods oog voorzien, maar ook door Zijn besluit vastgesteld”. Wij zijn ons heel goed bewust van het feit dat de moderne theologie een hartgrondige afkeer heeft van deze beschouwingen. Gods Naam, Zijn Raadsbesluit en regering mogen niet meer ter sprake gebracht worden bij zulke afschuwelijke gebeurtenissen. Om het voorbeeld van de heer Heijn nog eens te nemen: in het beste geval zullen we nog wel willen erkennen dat God zijn ontvoering voorzien heeft. Maar men wil toch niet beweren dat Hij daarover van eeuwigheid een besluit genomen heeft en alles en allen zo bestuurd heeft, dat dit door Zijn bestuur werd mogelijk gemaakt? Ja, als we eerlijk zijn, zijn we geneigd om de moderne theologie in het gelijk te stellen. Nog erger: valt het ook onder het Godsbestuur dat ontvoerders zijn lichaam verminkten en hem misschien zelfs zijn laatste hoop ontnomen hebben? Is dat voor ons niet zwaar om te verstaan en te beamen? In het beste geval zouden we geneigd zijn toe te geven dat God ervan áf weet.

Maar was het verder niet puur toeval dat zijn ontvoerders een tijd geleden het oog op hém lieten vallen en niet b.v. op de heer Drees-mann of de direkteur van de KLM of minister-president Lubbers? Ja, daar staan we niet zo vaak bij stil. Hoe zit dat met die ontvoering en die gevreesde dood van Heijn?

In dit verband wijst Calvijn op een gezegde uit het boek Job 14 : 5. Daar zegt Job van de mens dat “zijn dagen bestémd zijn, het getal zijner maanden bij U is en Gíj zijn bepalingen gemaakt hebt, die hij niet zal overschrijden”. Dus wat zal een christen van bovengenoemde voorbeelden denken? Het antwoord is: “Hij zal overwegen, dat alwat bij een dergelij ke dood plaatsgevonden heeft, in zijn áárd toevállig is, zoals het ook is (d.w.z. het kwam ónverwacht v.d.m.); maar hij zal er niet aan twijfelen dat de voorzienigheid Gods de ópperste leiding gehad heeft”.

De teugel van de voorzienigheid

Het verloop van het pas begonnen jaar 1988 is u en mij onbekend. Wat er vóór 31 december 1988 zal gebeuren in ons persoonlijk leven, ons gezin, de kerkelijke gemeente of de Nederlandse samenleving weten wij niet. Wij moeten het maar afwachten, wordt er gezegd.

Wij zijn van gisteren. Wij blijven altijd omtrent allerlei ontwikkelingen weifelen. Onze zaken kunnen naar twee kanten uitvallen: in ons voor- of in ons nadeel.

Wat moeten christenen hiermee aan? Calvijn zegt: “Daar alle toekomstige dingen voor ons onzeker zijn, blijven we omtrent hen weifelen, alsof ze naar beide kanten konden overslaan. Maar desalniettemin blijft in onze harten de vaste overtuiging dat niet geschieden zal, wat God niet reeds voorzien heeft”. We willen nog één voorbeeld geven dat duidelijk maakt dat de Heere in Zijn voorzienigheid alle schepselen, ook de vijanden, in Zijn hand heeft en Zijn volk, dat zelf de uitkomst van een zaak niet kan overzien, beschermt en bewaart. Hierin zien we dan weer eens iets oplichten van wat Calvijn noemt: “de teugel” van Gods voorzienigheid. Wij vinden dat voorbeeld in 1 Sam. 23 : 26, 27. David is ingesloten door Saul en de zijnen in de woestijn Maon. Hoe zal de zaak vallen? Zal hij dan toch nog door de hand van Saul omkomen? Op dat ogenblik doen de Filistijnen een inval in het land Israël. Saul wordt genoodzaakt weg te trekken en David is vrij.

Was dat toevallig dat de Filistijnen naar de wapenen grepen en een inval in Israël deden? Welneen! Maar de Heere zorgde voor het behoud van Zijn knecht David. David moest vrijkomen en daarom liet Hij de Filistijnen aanrukken. En nu de conclusie: “het geloof zal erkennen, dat wat óns toevalligheid schijnt, het verborgen aandrijven Góds is geweest”. Ja, meer nog: “Zondermeer moet men het er voor houden, dat alle veranderingen die in de wereld gezien worden, voortkomen uit de verborgen werking van Góds hand”.

Institutie I, XVI, 9.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Laus Deo

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's