Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 50.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Toen zeiden zij: Wij zullen het doen, en van hen niets zoeken; wij zullen doen, als gij zegt. En ik riep de priesters en deed hen zweren, dat zij doen zouden naar dit woord. Ook schudde ik mijn boezem uit, en zeide: Alzo schudde God uit alle man, die dit woord niet zal bevestigen, uit zijn huis en uit zijn arbeid, en hij zij alzo uitgeschud en ledig. En de ganse gemeente zeide: Amen! En zij prezen de HEERE, en het volk deed naar dit woord”.

Krachtig heeft Nehemia gesproken. Hij mocht zichzelf met zijn broeders en jongens tot een voorbeeld stellen. Zij hadden zich aan uitbuiterij niet schuldig gemaakt. Hij had ook gewezen op de smaadredenen van de heidenen, waarvan zij de oorzaak zouden zijn, indien zij het hun a-sociale praktijken door zouden gaan. Er moest verandering komen! Daar komt het in het kort wel op neer, wat we de vorige keer hebben geschreven.

Hoe is nu de reaktie? Zou het volk, en dan vooral de edelen, zich krachtig gaan verweren? Daar is een mens wel toe geneigd. Dat ligt zo in zijn aard. Als iemand zich in het publiek beschuldigd ziet, dan gaan meestal alle haren overeind. Men komt dan in de verdediging. Men zoekt allerhande redenen aan te voeren, om te bewijzen dat men toch het gelijk aan zijn kant heeft. Zo gaat het nu eenmaal op zakelijk gebied. De werkgever vindt meestal dat er niet genoeg gepresteerd wordt. De knecht is te duur. De werknemer moet maar zien. Hij wordt bedankt. En daar staat hij. Op straat. Gelukkig dat er tegenwoordig sociale voorzieningen zijn, anders zou ik het niet weten. Laten we onze ogen nooit sluiten voor de werkelijkheid.

Aan de andere kant komt natuurlijk ook de werknemer voor zijn rechten in het geweer. De werkgever kan zeggen dat er niet genoeg gebeurt, voor hetgeen hij moet betalen, de werknemer van zijn kant zegt dat er niet genoeg betaald wordt voor hetgeen hij doet. Als men wat royaler over de brug zou komen, er zou wel een “stapje” bijgedaan worden. Daar is op het front van de meer en minderbedeelden, waar de geschiedenis, die Nehemia ons meedeelt, ons midden in plaatst, alle eeuwen door, al heel wat om te doen geweest. En nog is het einde niet. Het zal wel zo blijven, zo lang als de wereld bestaat.

We kunnen daarom wel van een wonder spreken, dat de woorden van Nehemia niet in een verkeerde aarde gevallen zijn. Het volk stemt er mee in. “Toen zeiden zij: Wij zullen het wedergeven, en van hen niets zoeken; wij zullen zo doen, als gij zegt.” Ik zou dat laatste in dit verband ook zo kunnen zeggen: Wij zullen doen, zoals gij gedaan hebt.

Ik schrijf dit niet om de Schrift te verbeteren, doch omdat dit duidelijk in het verhaal besloten ligt. Nehemia had met de zijnen het goede voorbeeld gegeven. En jullie kennen allemaal het spreekwoord: Woorden wekken, maar voorbeelden trekken.

Dat geldt natuurlijk voor het gehele leven. Een vader die zijn kind vermaant, terwijl hij zelf een scheve schaats rijdt, moet niet verwachten dat zijn woorden veel indruk zullen nalaten. Hij kan op het moment misschien met grof geweld zijn woorden nog kracht zoeken bij te zetten, maar op den duur zullen de kinderen de bal terug gaan gooien en zeggen: Medicijnmeester, genees uzelf. Dat geldt natuurlijk ook van de moeders en van allen die een leidinggevende functie in het leven hebben. Daar staat in de bijbel: Die zegt, dat men niet stelen mag, steelt gij? Die zegt dat men geen overspel drijven mag, doet gij overspel? Dit zijn woorden van Hem, Die meer is dan Nehemia, de Heere Jezus Christus zelf. Hij heeft het volk geleerd, en niet met grof geweld zijn woorden kracht zoeken bij te zetten, maar Hij heeft Zijn woorden met Zijn leven ondersteund. Die gezegd heeft dat men elkander dienen moet, heeft Zelf Zijn leven gediend. Denk maar aan de voetwassing. De discipelen wilden het geen van allen doen. Toen heeft Jezus het gedaan en gezegd: Verstaat gij ook hetgeen Ik doe?

Die vraag was natuurlijk niet alleen voor de discipelen bestemd. Die moet ook worden doorgespeeld naar mij en jullie. Hij is niet alleen Borg geweest, voor Zijn schuldig volk, maar ook een Voorbeeld.

We moeten beiden vasthouden. Dat wil ik met nadruk zeggen, omdat er mensen zijn die Jezus nog wel als een Voorbeeld willen zien, maar niet als een Borg. Dat lijkt dan nog wel aardig van die mensen, maar men houdt zich in werkelijkheid op de been met een halve waarheid, en dat is een hele leugen, waar men voor eeuwig mee omkomt.

Want als men Jezus niet als Borg wil erkennen, dan ligt daarin opgesloten, dat men zijn schuld, die men bij God heeft, niet wil bekennen. Men heeft Hem als Borg niet nodig. En dat is een belediging voor God, Die Hem als zodanig gegeven heeft. Het is ook een belediging voor de Zoon van God, Die Zich van eeuwigheid reeds al Borg gesteld heeft. Ik hoop dat jullie dit begrijpen.

Borg kon Nehemia niet zijn. Die kon alleen maar het goede voorbeeld geven. Zelf had hij Jezus ook als Borg nodig, daar hij met al zijn goede kwaliteiten toch ook een zondig mens geweest is. Zo is het uiteindelijk met iedereen. Niemand kan voor iemand instaan, om de schuld te voldoen. Dat heeft alleen Jezus gedaan. Niemand moet proberen om daar tussen te gaan staan. Want Hij wilde het alleen doen, en heeft het ook alleen gedaan. Doch een voorbeeld voor anderen moet iedereen zijn. Wie Jezus als Borg heeft leren kennen, die zal ook Zijn voetsporen zoeken te drukken. Want hij weet wat het Jezus gekost heeft, om een arme zondaar vrij te maken. Hij zal zich daarom niet schuldig zoeken te maken, om zijn naaste in de ban te houden.

Ik geloof dat we deze les op z’n minst er wel uit moeten trekken.

Toen het volk beloofd had te zullen doen wat Nehemia hen had voorgezegd en gedaan, riep hij de priesters en deed hen zweren, dat zij doen zouden naar dit woord.

Met de belofte alleen was Nehemia niet tevreden. Daarvoor waren redenen aanwezig. Nehemia kende de geschiedenis. Het was in het verleden meer voorgekomen dat men veel beloofde, doch toen het er op aan kwam, kwam er van de uitvoering niets terecht. Ik zou zeggen: Neem de moeite eens en lees er dan Jer. 34 eens op na.

Ga het ook bij je eigen maar na. Want het kan gebeuren dat men onder de indruk van het ogenblik grote beloften gedaan heeft, doch als het op de uitvoering aankomt, laat men verstek gaan. Een mens heeft nu eenmaal een arglistig hart. Dat wist Nehemia blijkbaar heel goed. Ik hoop dat jullie dit ook allemaal heel goed weten. Vooral als er het brengen van offers aan verbonden is. Want wat Nehemia verlangde, betekende toch echt wel een offer voor hen die het uit moesten voeren: Alles terug geven, met de rente erbij!

Misschien dat het geweten van deze of gene lezer hier ook nog gaat spreken. Je kunt beter niets beloven, dan dat je iets belooft, terwijl je het niet doet. Misschien heeft deze of gene onder de indruk van het ogenblik ook wel eens beloofd een gave de Heere te zullen geven. De vraag klemt dan nu toch wel, of je het ook gedaan hebt.

Dat de priesters er bij moesten komen, dat waren ambtsdragers om het volk de eed af te nemen, laat ons weten, van welk een gewicht de zaak was, die hier aan de orde was gesteld. Want men mag niet onnodig of lichtvaardig zweren. Dat is de naam van God misbruiken. Jullie weten toch wel wat zweren is? Echt geen overbodige vraag. Ik hoorde van iemand die ik heel goed ken, dat hij in militair dienstverband met een groep van dertig soortgenoten de eed af moest leggen. Hij was de enige die dit deed. De rest volstond met de steeds meer gebruikte uitdrukking: Dat beloof ik. Men haalt er dan God niet meer bij. Die heeft men, als men nog in Zijn bestaan gelooft, netjes aan de kant geschoven. Dat is natuurlijk een zeer te verfoeien, Godont-erende zaak.

Het is mogelijk dat iemand de opmerking maakt dat je beter de naam van God niet kunt gebruiken, dan dat je Hem gebruikt, terwijl je er toch niet in gelooft. Want dan is het toch eigenlijk ook maar misbruik. En misbruik is ook zonde. Dat ben ik van harte met jullie eens.

Maar hoe moet het dan? Niet gebruiken is zeer verkeerd. Misbruiken is nog meer verkeerd. Je maakt je in beide gevallen schuldig, daar je God onteert.

De oplossing ligt alleen in het rechte gebruik. Dat is in het gelovige gebruik. Dat alleen behaagt God. En wanneer je er een oplossing tussendoor zoekt, kun je die misschien voor je zelf nog wel vinden. Doch weet dan, dat het een oplossing is, die voor God geen stand houdt.

Het vervangen van de eed door de belofte, laat ons wel zien hoe ons volk steeds meer ontkerstend wordt. Zijn Naam moet uit ons volksleven verdwijnen. De overheid, die als dienares van God het recht heeft om van het volk de eed te eisen sanctioneert dit, om niet te zeggen: propageert dit, daar heel veel kamerleden zelf steeds meer met de belofte volstaan. Men “wil” Zijn Naam niet meer gebruiken.

Iemand die Zijn Naam niet meer wil gebruiken, kan voor het publiek als “net” doorgaan. Je zult zo iemand, als hij konsekwent is, ook niet horen vloeken. Hij is inmiddels wel een volslagen atheïst. Dat is iemand, die met handel en wandel ronduit zegt: Daar is geen God!

Daar elk mens dagelijks toch uit Zijn hand moet leven, behoeft het hier geen betoog, dat men door zo te leven, de oordelen wel over zich in roept.

God ontferme Zich over ons arme land en volk, dat zo diep gezonken is, en steeds verder dreigt weg te zinken.

Doch ik moet weer gaan eindigen.

Beste vrienden, hartelijk gegroet van uw aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's