Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 52

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Ook van dien dag af, dat hij mij bevolen heeft hun landvoogd te zijn in het land van Juda, van het twintigste jaar af tot het twee en dertigste jaar van de koning Arthahsasta, zijnde twaalf jaar, heb ik met mijn broederen het brood des land- voogds niet gegeten.

Beste jongelui!

In het stuk dat nu in behandeling komt, gaat het over de onbaatzuchtigheid van Nehemia. Hij legt daar getuigenis van af tegenover het volk. En niet alleen tegenover het volk, doch tegenover de gehele wereld. Want het staat in de bijbel. En die wordt alle eeuwen door in de gehele wereld gelezen. Ik zeg niet dat hij door de gehele wereld gelezen wordt. Want als het daarover gaat, is het maar een klein gedeelte van de wereldbevolking dat kennis neemt van hetgeen door Nehemia gezegd is. Doch al is het numeriek dan maar een klein getal, het is anderzijds toch een hele grote schare, een ontelbare schare, die deze woorden heeft vernomen. En tot die grote schare behoren ook de lezers van dit stuk. Als het goed is, is het niet voor het eerst dat jullie kennis nemen van hetgeen door Nehemia is gesproken. Ik bedoel, het gedeelte uit hoofdstuk 5 dat thans onze aandacht vraagt, zal wel meer door jullie gelezen zijn. Doch hoe gaat het menigmaal? We lezen het wel, vinden op een bepaald moment het meer of minder interessant, en doen dan de bijbel weer dicht, om het even gauw te vergeten, als we het hebben gelezen. Het dringt dan niet tot ons door. Dat is natuurlijk wel erg. Want het woord dat door Nehemia gesproken is, is niet maar een mensenwoord zonder meer. B.v. een woord van Prins Willem van Oranje, die in de geschiedenis bekend staat als vader des vaderlands. Hij heeft wel een soortgelijke positie in het leven ingenomen als Nehemia. Doch als het over de betekenis van zijn woorden gaat, zakken ze in waarde ver beneden het niveau van de woorden van Nehemia. Want Nehemia heeft gesproken, geïnspireerd door de Heilige Geest. Daarom geldt van deze woorden ook:


Het is Gods getuigenis
Dat eeuwig zeker is,
En slechten wijsheid leert.


Ja, slechten wijsheid leert. Ik weet natuurlijk wel dat het woord “slechten” ook door eenvoudigen kan worden vertaald. Toch laat ik het woord maar staan. Want wie werkelijk eenvoudig is, eenvoudig voor God, is een mens zonder vouwen, zonder plooien. Heel eenvoudig gezegd: Hij heeft het niet achter z’n ellebogen. Hij is niet stiekum. Hij is eerlijk. Eerlijk voor God. En wie eerlijk voor God is, komt niet als een “goede” uit de bus, maar wel als een “slechte”.

Daarom hoop ik niet, dat als jullie het woord “slechten” lezen, dat het ergernis op zal roepen. Want dan verraadt dit op z’n minst gebrek aan zelfkennis. Wie werkelijk zelfkennis heeft, zal het woord “slechten” onderschrijven voor 100%. En die kunnen hier wijsheid leren. Let maar op!

Als je de verzen 14 en 15 leest, zou je de gedachte kunnen krijgen dat Nehemia hier bezig is zichzelf op de borst te slaan, om het volk te laten zien en horen hoe “goed” hij toch wel is.

Een mens is er echt niet te goed voor, om dat te doen. Het is farizeërs eigen om zichzelf te prijzen. En dat bestaan dragen zelfs ook Gods kinderen mee. Het komt voor, dat zij hoge gedachten van zichzelf hebben, en graag zichzelf de loftrompet toesteken. Doch dan zijn ze niet zo als ze moeten zijn. Dan zijn ze niet op hun plaats, zoals dat wel eens gezegd wordt. Zij hebben daar dan ook geen vrede op. Integendeel! Misschien hebben jullie daar ook kennis aan. Men zegt wel eens dat de farizeër nooit de tollenaar leert kennen. De tollenaar daarentegen leert wel de farizeër kennen. Gods kinderen komen er achter dat de farizeër niet zo ver uit de buurt is, doch dat hij in de tempel, ja juist in de tempel, niet alleen uiterlijk, maar vooral innerlijk, vlak bij hen staat. Je kunt hem ook maar niet zo maar buiten de deur zetten. Want als je hem de voordeur probeert uit te werken, is hij tegelijkertijd al weer bezig om door de achterdeur naar binnen te komen. Wie het vatten kan, die vatte het!

Toen Nehemia deze woorden sprak, was op dat moment de farizeër niet thuis. Het is ook mogelijk dat hij lag te slapen. Dat laatste lijkt mij nog meer waarschijnlijk dan het eerste. Hoe het ook zij, Nehemia had er op dat moment geen last van. Hij stond zoals hij in het laatst van vers 15 mocht getuigen: in de vreze Gods. En: Des HEEREN vrees is rein... Hij begint te verhalen dat hij tot landvoogd is aangesteld. Dat gebeurde in het twintigste jaar van Arthahsasta. Hij was daardoor met een hoge post bekleed. Hoge heren hebben meestal hoge lonen. Zij leiden dan ook een leven dienovereenkomstig. Zij dragen mooie klederen, wonen in mooie huizen, en om het in de taal en stijl van tegenwoordig te zeggen, zij rijden ook in mooie, dure auto’s, en vul verder alle voordelen maar in, die aan een hoge positie verbonden zijn. Niet voor niets wordt daar door velen naar gelikkebaard. Want als het er op aan komt, wil een ieder wel de hoogte in. Dat is het bestaan wat elk mens van Adam heeft meegekregen. Elk mens is van nature daar erfelijk mee belast. Daar wordt tegenwoordig nogal onderzoek gedaan naar erfelijke belasting. Zelfs vóór de geboorte wil men al weten, wat een te verwachten kind mogelijk mee de wereld in kan brengen. Het onderzoek dat men daarvoor instelt, noemt men pre-nataal. Dat is een moeilijk woord. Doch daar zijn jullie wel aan gewend in deze tijd. Je komt het herhaaldelijk in de krant tegen. Het betekent: voor de geboorte. Als het onderzoek negatief uitvalt, heeft het niet zelden “Abortus” tot gevolg. Dat is dan gewoon “moord” op een zeer weerloos schepsel. In zulk een wereld leven wij nú! Dat daar ook op gewezen wordt en dan in zeer afkeurende zin, lijkt mij niet overbodig, maar zelfs geboden. Want het gevaar is niet denkbeeldig, dat we aan al die verschrikkelijke praktijken, die aan de lopende band gebeuren, gewoon gewend raken. En niets is erger dan gewend raken aan datgene wat God in Zijn Woord ons verbiedt.

Wat elk mens geestelijk met zich meebrengt in de wereld, daar wordt door schier niemand acht op gegeven. Als er een kind geboren wordt, dan wordt er niet zelden gezegd: Alles is goed. Alles zit er op en aan, en verder komt men in z’n gedachten niet.

Dat elk mens in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren wordt, wie gelooft dat nog? Mogelijk zeggen jullie: Dat belijden we toch? Wat heb ik nou weer? Het is ook nooit goed ook.

We belijden het wel, maar of we het ook beleven, dat is nog weer een andere zaak. En daar komt het toch op aan.

Ik schrijf deze dingen niet om mijn jeugdige (!) lezers pessimistisch te stemmen. Verre van daar. Maar we moeten wel realistisch zijn. We moeten de werkelijkheid, zoals die in de bijbel ons geleerd wordt, niet zoeken te ontlopen. Want dan doen we aan struisvogelpolitiek. En dat is een zeer slechte politiek. Een politiek die de bedrijvers een eeuwig bedrog baart.

Nu we toch over deze dingen schrijven — waar dwalen de gedachten van een mens al niet heen — wil ik toch ook de andere kant laten horen. Dat we in zonden zijn ontvangen en in ongerechtigheid zijn geboren, is een ontzaggelijke werkelijkheid, veel erger dan welke lichamelijke kwaal ook, waarmee men ter wereld zou kunnen komen. Doch gelukkig is er voor die ontzaggelijke kwaal van de erf-zonde, die bestaat uit -schuld en -smet, een geneesmiddel. Dat is in geen enkele apotheek op aarde te verkrijgen. Ik denk als je in een apotheek daarnaar zou vragen, dat ze zeer vreemd zouden kijken, met de gedachte, of je wel goed bij je hoofd bent. Doch er is nog een andere apotheek. Ik zou dat willen noemen “een huisapotheek”. Een apotheek die jullie vast wel in huis hebben. Ik bedoel de bijbel. Daarin is het middel te vinden tegen de grootste kwaal van alle kwalen, dat is de zondekwaal, waar elk mens vroeg of laat aan dood gaat. Want de bezoldiging der zonde is de dood. En het middel daartegen is de Heere Jezus Christus. Dat middel is voor iedereen even goed. Dat zul je ook zelden horen. Dikwijls krijgen grote mensen middelen, die voor kleine kinderen helemaal niet goed zijn. Als ze die middelen zouden krijgen, zouden ze er beslist van sterven.

Doch dit wondermiddel is goed voor iedereen. Voor jong en oud. Je moet het wel slikken. Met andere woorden: Je moet geloven in de Heere Jezus Christus, Die als een klein Kind in de wereld gekomen is. Hij is zonder zonde ontvangen. Hij is ontvangen van de Heilige Geest. Hij is ook zonder ongerechtigheid geboren. Hij is heilig in de wereld gekomen en heeft nooit iets onbehoorlijks gedaan. En Hij heeft de last van de toorn Gods, die tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht ontbrand is, van het begin Zijner menswording, gedragen. Al onze krankheden heeft Hij op Zich genomen, opdat het jongste kind, zelfs het ongeboren kind, ja het meest ongelukkige kind, zalig zou kunnen worden.

Hoe? De Heere weet het. Zijn Naam is Wonderlijk. Zijn doen ook. Hij leert verstaan dat Hij om onze ongerechtigheden is verbrijzeld en om onze overtredingen is verwond. Als Hij de zonden op Zich heeft genomen, dan mag de zondaar door een geschonken geloof, zich van de zonde verlost weten. Dan kan het zijn dat op aarde nog een ogenblik de gevolgen van de zonde gedragen moeten worden, doch met de dood houdt het op. Dan zal men verlost van zonde en pijn, eeuwig bij de Heere zijn. Niemand zal dan zeggen: Ik ben ziek. Wat zal dat zalig zijn.

Vraag veel om dat geloof. Want het on-geloof sluit buiten. Het geloof geeft toegang tot de Deur, ingang door de Deur, Dewelke is Christus. Die heeft verdiend het eeuwige leven. En dat is te verkrijgen om niet!

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's