Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het is wèl

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het is wèl

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

10.

De vruchten van onderwerping (5)

Wat God aangaat, zegt het geloof, Zijn werk is volmaakt. Laat Hem alleen met Zijn eigen werk, Zijn eigen beweegreden. Het is in goede handen. Wat? Zal Zijn evangelie ophouden te bestaan, omdat we een bloem, waarvan we dachten dat zij zeer schoon en voortreffelijk in Zijn Kerk zou zijn, zien verdorren? Ja, laat God voor Zichzelf kiezen, in de wetenschap dat Hij God is. Hij wil een instrument terzijde leggen, waarvan wij dachten dat het al gereed gemaakt was voor Zijn werk, en een ander kiezen en bewerken, dat op gelijke wijze zal handelen, mogelijk zelfs meer van nut zal zijn. Hij zal in alles tonen, dat Hij God is. Geloof, dat alle dingen wèl zullen zijn en onder de meest beproevende wederwaardigheid in de voorzienigheid zal uw ziel rust hebben. Dit is een zegen die voortvloeit uit de gesteldheid waarvan mijn tekst spreekt.

Ten tweede. Het geeft een duurzame lijdzaamheid. “Zie”, zegt de apostel, “wij houden hen gelukzalig die verdragen”, Jac. 5 : 11. Waar komt dit geduld, deze verdraagzaamheid uit voort, die de kroon van lijdzaamheid is? Paulus zegt ons: “Wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende dat de verdrukking lijdzaamheid werkt”, Rom. 5 : 3. Het is vanwege een gezicht op de gezegende uitwerking van alle vroegere beproevingen: verdrukking heeft lijdzaamheid gewerkt: alle dingen hebben medegewerkt ten goede en dat hoewel wij dat niet gedacht hadden. En waarom zou de stroom van Gods eeuwige liefde of de strekking van Zijn verbond nu tegen ons gekeerd zijn? Waarom zou God nu moeten ophouden om Jehova te zijn, meer dan tevoren? Welke nieuwe beproeving kan zo schokkend zijn dat zij ons geloof, ons vertrouwen en onze genegenheid voor Hem zouden verbreken? als we zien dat er geen beproeving voor God nieuw is. Geen beproeving is er, waarvoor Hij geen bijstand en vertroosting bood, in overeenstemming met Zijn eigen doel en genade, die ons in Christus gegeven was voor de wereld begon. Eeuwige kracht. Welke last is zo zwaar, dat zij neerdrukt? Eeuwige vertroosting. Welke beproeving is zo groot, dat zij de volheid en zoetheid daarvan verslindt! Een verbond, dat in alle dingen welgeordineerd en zeker is! Welke mate van verdriet kan daar verwarring stichten?

Onze Zaligmaker wist de waarde en het goede van lijdzaamheid, zoals Hij ook de nood van Zijn discipelen kende, toen Hij hun beval: “Bezit uw zielen met lijdzaamheid”. Niemand kan zichzelf niet beheersen zonder deze. Zij is beschikbaar bij elke beproeving.

Elk gering ongemak in het leven is in staat om iemand neer te drukken en er ver van weg te vluchten. O, waarheen vlucht de arme ziel, wanneer hij zijn God vergeet? Hij dwaalt van berg tot heuvel en komt net zo terug als hij ging. Hij vindt geen rustplaats. Een Christen kan zich niet verheugen als hij zich niet terzelfder tijd in zijn God verheugt, omdat al de bronnen van lijdzaamheid verborgen zijn in Hem. En er is geen geduldig wachten op de Heere, als er niet het geloof is dat God alle dingen goed doet. Deze gesteldheid bewerkt duurzame lijdzaamheid.

Ten derde. Zij schept levende verwachtingen in de ziel. “Daarom zal ik de HEERE verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis van Jacob, en ik zal Hem verwachten”, Jes. 8:17. Het wijst niet alleen de gewilligheid van een ziel aan om te wachten op Gods tijd, maar ook op een gezegende verwachting van enige aanzienlijke vrucht van zijn geloof en lijdzaamheid. “Hij zal ten slotte komen”, zegt de Christen, wanneer hij in deze gesteldheid verkeert, en de zaligheid is in Zijn hand.

Bij de HEERE onze God zijn uitkomsten tegen de dood. Zelfs Zijn roede zal uitbotten en bloeien. En ik zie uit naar de verhoring van mijn langdurige gebeden. Hoe het zij, God zal deze beproeving heiligen en verzachten en maken dat zij verandert in het welzijn van mijn ziel. Het zal wèl zijn. Ik kan zoveel van God zien in het bepalen, regelen en bestendigen van deze beproeving, dat ik er zeker van ben, dat zij eindigen zal in vrede. Het zal wel zijn als Hij Zijn hand terug trekt. Het is een afgesmeekte genadeweldaad geweest, daarom zal het wat er ook komt zoet zijn. Het zal wel zijn, wanneer Hij de beproeving bestendigt: ik zal enkel het schuim verliezen en mijn genade zal zuiverder en geschikter zijn voor oefeningen in de dienst van een heilige HEERE God. En het zal wel zijn als ik er bevrijd van ben, want, HEERE, Uw tijd is de mijne. Zo ga ik behouden naar de heerlijkheid. Gij zult de weg erheen kiezen. O, mijn genadige God, altijd komt U voor mij en U spaarde niet de roede om het schreien van Uw kind, hoewel deze toestand niet steeds zou blijven. Ik heb nu levende, kostelijke, toenemende vertroostingen en deze zijn niet voor niets gegeven. Waarom zou ik niet sterven en nu naar de hemel gaan, wanneer mijn hart er reeds is? Ik kan triumferen in de HEERE en waarom zou niet mijn naaste werk zijn om mij eeuwig in Zijn tegenwoordigheid te verheugen? Dit is het hoogste van de verwachting van een Christen en ook dit vloeit uit de gesteldheid in mijn tekst.

Ten vierde. Het bewerkt dat in de ziel lofprijzing en dankbaarheid plaats vinden. De Christen is in een staat om in alles dank te zeggen, zoals de apostel voorschrijft, 1 Thess. 5 : 18, te kunnen zegenen zowel een nemend als een gevend God. Hij is er zeker van dat alles wel is. En waar God de vraag stelt: waarin wilt gij het anders hebben? met alle zoetheid zou hij de zaak weer naar Hem terug verwijzen, zou hij in geen geval voor zijn eigen keus het pleit durven te voeren.

Broeders, kijkt terug en gij zult bevinden, dat uw zielen gewoonlijk het meest verkwikt zijn, wanneer uw beproevingen het zwaarst waren. Wanneer de moeiten overvloedig waren, was de vertroosting eveneens overvloedig: “Vervolgd, maar niet verlaten, neergeworpen, maar niet verstrooid”. Dit gaat door voor elk Christen. En gemeenschap met Christus is een hemel op aarde: zich te verheugen in Hem betekent zich in alles te verheugen. Vandaar dat Job God zegent bij het verlies van alles, en onze heilige martelaren zongen lof in de vlammen. Niets verschrikte, niets maakte hen moedeloos. Zij wisten dat ze in de hemel een God hadden, een Christus, een toebereide woning. Zij zagen dat alles wel was en zij waren bevredigd. Zij waren verlicht: “zij waren meer dan overwinnaars”, zoals de apostel spreekt, Rom. 8 : 37, “door Hem Die hen liefhad”. O, hoe zoet, hoe verkwikkend is een gesteldheid om te lofprijzen! “Wie dank offert zal Mij eren”, Psalm 50 : 23.

In uw meest beproefde staat is er grond voor lofprijzing en dan zal er ook een gesteldheid zijn om te lofprijzen, wanneer u bij het beschouwen van de beschikkingen van Gods voorzienigheid met deze goede vrouw in mijn tekst kunt zeggen: “Het is wèl”.

Zo heb ik door God geholpen de gezegende vruchten en uitwerkingen van deze gesteldheid overwogen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Het is wèl

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's