Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 57.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Voorts is het geschied, als van Sanbal- lat, en Tobia, en van Gesem de Arabier, en van onze andere vijanden gehoord was, dat ik de muur herbouwd had, en geen scheur daarin overgelaten was, ook had ik tot deze tijd toe de deuren niet opgezet in de poorten, zo zond San- ballat en Gesem tot mij, om te zeggen: Kom en laat ons te samen vergaderen in de dorpen, in het dal Ono. Maar zij dachten mij kwaad te doen.”

Beste jongelui!

Nehemia kende een biddend leven. Dat is een nabij leven. En een nabij leven is altijd een veilig leven. Althans, als het een leven nabij God is. Dat laatste moet er beslist wel bijgezegd worden. Want er zijn heel wat aanbidders in deze tijd, doch niet van God. Zij aanbidden het schepsel en onteren daardoor de Schepper, Die zegt: Mijn eer zal ik aan geen ander geven, noch Mijn lof aan de gesneden beelden. Als het over beelden gaat, denken jullie misschien aan de heidenen. Daarvan ben je gewend om te horen dat ze beelden aanbidden. Zo staat het ook menigmaal in de bijbel. Doch vergeet niet dat het niet alleen de onbeschaafde volken zijn die dat doen. Het komt ook onder de z.g.n. beschaafde volken voor. Men doet dat dan op een onbeschofte wijze. Ik denk aan allerhande beelden, die via bladen en televisie worden gepresenteerd. Zij worden om hun schoonheid bewonderd en aangebeden. Men zegt dan tegen elkander: Een beeld van een vrouw, een beeld van een meid. Een wonder stukje schoonheid enz. Ik ga op deze lijn maar niet verder door. Jullie zullen beslist wel begrijpen wat ik bedoel. Er is beeldendienst te over. Ik zie dat nog al eens bij jongelui. Als je op hun kamer komt dan hangen er niet zelden aan de muur, sportfiguren, spiermensen, krachtpatsers enz. Men heeft er dan onder elkander de mond vol van. Ja, die loopt er van over. Men aanbidt die beelden. Dode beelden! Het zijn maar foto’s of prenten. Doch ze hebben de aandacht.

Als het over schepselen gaat, kun je ook aan de levende wezens denken, die achter al de prenten schuil gaan. Men gaat er uren voor reizen om ze te zien. Men staat er uren in de kou naar te kijken, of terwijl men het bijna begeeft van de warmte. Men wordt er gewoon zenuwachtig van. Men wordt er opgewonden van. Ik denk aan alle dwaze sportgebeurtenissen. Ieder aanbidt zo zijn eigen góden. Men leeft nabij die góden. Men heeft ze voor de aandacht. Men ziet ze in z’n verbeelding. Men droomt er van. Men staat er mee op en gaat er mee naar bed.

Een zodanig “nabij leven”, is natuurlijk geen Godverheerlijkend leven en ook geen veilig leven. Want in de afgodische wereld worden er nog al eens klappen uitgedeeld. Het kost op z’n tijd zelfs mensenlevens. En als men het er in het stadion nog levend afbrengt, komt de grootste klap aan het eind, wanneer men uit de trein van het leven stappen moet. Dan moet men voor God verschijnen, die men op aarde liefst maar op een grote afstand hield. En hoe zal het de zodanigen dan vergaan?

Die Mij eren, zegt de HEERE, die zal Ik eren. Doch die Mij versmaden zullen licht geacht worden. Zij zijn als het kaf dat de wind heendrijft. Zij worden met onuitblusselijk vuur verbrand. Dat is een vuur dat niet uitgeblust kan worden. Let wel: Het is geen vuur dat niet uitgeblust zal worden. Ook dat is waar. Doch het kan niet, al zou men het willen. Ontzaggelijke gedachte! Iemand die verstand van zaken had, heeft het eens zo verwoord:


Wie ver van U de weelde zoekt,
Vergaat eerlang en wordt vervloekt.
Gij roeit hen uit, die afhoereren
En U de trotse nek toekeren.


Lieve vrienden, zoekt dus voor een zodanig “nabij leven” bewaard te blijven. Houdt je er verre van. Het is hoogst gevaarlijk. Het is levensgevaarlijk. En niet slechts voor watje tijdelijk leven betreft, maar voor de eeuwigheid. Leeft altijd maar dicht bij de bijbelse waarheid. Daar ben je goed mee voor de eeuwigheid.

Nehemia kende een leven “nabij God”. Diezelfde dichter, die we zo juist citeerden, vervolgt het genoemde vers aldus:


Maar ’t is mij goed, mijn zaligst lot,
Nabij te wezen bij mijn God.
’k Vertrouw op Hem, geheel en al,
Den HEER’, Wiens werk ik roemen zal.

Dat was het nabije leven van Nehemia. Een zodanig leven is een veilig leven. Want als je in het geloof dicht bij God mag leven, wordt je door God bewaard. En wie God bewaart, is wél bewaard. Hem zal geen kwaad wedervaren.

Nou ja, geen kwaad! Het is natuurlijk maar hoe je dat begrijpt. Want juist degenen die een leven in Gods nabijheid kennen, komen er in dit leven nog al eens achter, dat veel wederwaardigheden en veel rampen des vromen lot zijn. Doch uit die allen redt hen dan toch de Heere.

Dat laat ons het vervolg van de geschiedenis van Nehemia zien.

We herinneren er weer aan, dat hij het allemaal zelf beschreven heeft. Het is dus maar geen verhaaltje. Nee, hij heeft het allemaal heel persoonlijk meegemaakt. Het was een man die uit ervaring spreken kon. Je mag voor dat woord “ervaring”, ook het woord “bevinding” lezen. Ik schrijf dat expres er bij, omdat het woord bevinding in onze kringen nogal eens gebruikt wordt. Ik hoop dat het in omloop blijven zal. En dat het door jullie ook persoonlijk gekend zal mogen worden. Watje ervaart, bevindt je, en omgekeerd.

Tijdens de herbouw van de muren van Jeruzalem, was er heel wat gebeurd. De vijanden van het volk hadden het gezien. Zij hebben de herbouw ook zoeken te verijdelen. Zij hadden gespot met al dat “getob” van Nehemia met de zijnen. Zij waren woedend geworden en ontzagen zich niet om zelfs de daad bij hun boze woorden te voegen. Er waren dus aanvallen van buiten af. Doch van binnen uit waren er ook moeilijkheden geweest. Jullie herinneren jezelf dat nog wel. Er waren sociale misstanden in eigen kring. De minderen werden door degenen die wat meer waren en het wat beter hadden, onderdrukt. Met al deze dingen had Nehemia te maken gekregen. Hij was landvoogd. Hij stond boven dit alles en moest er zorg voor dragen, dat het volk niet moedeloos zou worden, en dat het werk niet gestaakt zou worden. Want de muur moest toch herbouwd worden.

Door het geloof in zijn God, mocht Nehemia alle gevaren trotseren. Het werk ging door, ten spijt van de akties van de vijanden.

In ongeloofelijk korte tijd werd de muur herbouwd. Overal waren de gaten gedicht. Er waren geen scheuren open gebleven. Alleen de poorten waren nog niet opgehangen. Jeruzalem was dus eigenlijk nog een open stad. Doch weldra zou ook dat zijn beslag gekregen hebben.

En wat gebeurt er nu?

Sanballat, Tobia en Gesem de Arabier, en nog veel meer anderen, hadden het met lede ogen aangezien, dat het werk zulk een voortgang maakte. Zij hadden ook ontdekt dat al hun akties tot nog toe niets hadden uitgehaald. Dat konden zij toch zo maar niet toelaten? Daar moesten maatregelen worden genomen. Als ze hun doel niet met geweld konden bereiken, moest het maar met list gebeuren.

Daarom komen die oude rakkers in vergadering bijeen. Ze zullen proberen Nehemia op een listige manier onschadelijk te maken. Als hij uit de weg geruimd is, dan is de voorman weg. En dan zal vanzelf het werk wel ophouden. Zij hadden het wel gezien, dat Nehemia als een goede herder, op zijn schapen paste, en daar ook voor zorgde. En als de herder weg was, dan zouden de schapen wel verstrooid worden.

Het woord “goede herder” is gevallen. En dan denken jullie natuurlijk dadelijk aan Hem, Die meer geweest is dan Nehemia. Dat is de Heere Jezus Christus. Van hem is Nehemia een type geweest. Dat hebben we al meer laten zien. Dat moet ook nu weer gebeuren. Want dat maakt de geschiedenis voor ons zo leerzaam.

Je kunt er tegelijk ook uit zien door welk een geest die vijanden van Nehemia in hun boze opzet gedreven werden. Dat was niet de Heilige Geest, maar de boze geest. Die mensen, Sanballat, Tobia, Gesem en zo veel anderen zijn er al lang niet meer. Maar die boze geest is er nog wel. En die is altijd aktief.

Dat was hij in de dagen van Jezus, Die Zichzelf de Goede Herder heeft genoemd. Hij was gekomen om iets goeds voor Zijn volk te zoeken. Daar heeft Hij alles voor over gehad. Nehemia gaf geld en goed. Doch de goede Herder gaf Zijn vlees en bloed. Hij gaf Zijn leven voor Zijn schapen, opdat zij binnen de muren van het nieuwe Jeruzalem, eeuwig veilig zouden kunnen wonen.

Dat heeft de boze geest gezien. Hij heeft het geweten vanaf het paradijs. En daarom heeft hij alles gedaan om die Goede Herder uit de weg te ruimen. Eerst zocht hij Zijn komst in het vlees te verhinderen. En toen Hij in het vlees gekomen was, heeft hij Hem in Zijn werk zoeken te verhinderen. Hij deed dat op alle mogelijke manieren. Spot, smaad, hoon, geweld en list, het is alles op Hem uitgeprobeerd. Doch het is hem niet gelukt.

De Heere verandert niet, nooit! Dat is gelukkig. Hij werkt door Zijn Heilige Geest verder op deze aarde, ook in deze tijd. In deze tijd wordt er aan de muren van het geestelijk Jeruzalem gebouwd. Dat is de stad Gods. Dat is het Koninkrijk van Jezus Christus. De Heere gebruikt daar ook nu nog Nehemia’s voor. Dat zijn Zijn dienstknechten. Mensen die de Heere heeft geroepen om dienstbaar in Zijn Rijk te zijn. En dat Rijk komt. De bouw gaat door en wordt tenslotte voltooid. De bouw van het Rijk van God, de muren van het geestelijk Jeruzalem, betekent verlies voor de vijanden, het rijk van de vorst der duisternis.

Dat kan de duivel niet verdragen. Dit brengt hem steeds weer in het geweer. Alle vijandschap tegen de kerk, het volk des Heeren, is daar vandaan te verklaren. Vergeet het maar nooit, en probeer nu vast maar in gedachten vooruit te komen en te bedenken op welke manier hij werkt. Ook nu. Dan gaan we de volgende keer het samen verder bekijken. Ik moet nu weer afscheid van jullie nemen, want mijn plaats in “ons” blad is weer gevuld.

O ja, nog even dit. Zorgen jullie in deze vakantietijd voor een paar nieuwe abonnees? Onze administrateur schrijft ze gaarne in. Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's