Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 58.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Voorts is het geschied, als van Sanballat, en Tobia, en van Gesem de Arabier, en van onze andere vijanden gehoord was, dat ik de muur herbouwd had, en geen scheur daarin overgelaten was, ook had ik tot deze tijd toe de deuren niet opgezet in de poorten, zo zond Sanballat en Gesem tot mij, om te zeggen: Kom en laat ons te samen vergaderen in de dorpen, in het dal Ono. Maar zij dachten mij kwaad te doen.”

Beste jongelui!

We hebben de vorige keer afgesproken over deze verzen met elkaar verder te gaan denken. We hebben jullie aangeraden om er vast ook maar over door te denken. Misschien dat we in onze gedachten op één lijn zitten. Mogelijk zijn er bij jullie ook andere gedachten naar boven gekomen. Dat kan natuurlijk heel goed. En als jullie gedachten anders zijn dan de mijne, behoeven ze daarom van jullie nog niet verkeerd te zijn. Want het Woord van God geeft ruimte voor heel veel gedachten. Je kunt b.v. over één en dezelfde tekst wel 10 preken horen, die alle tien verschillend zijn, terwijl ze toch ook alle 10 waar zijn, goede gedachten uit de tekst naar voren brengen. Het laat je alleen dit zien, dat het Woord van God onuitputtelijk is.

Doch terzake.

De vijanden hadden ontdekt dat alle pogingen van geweld en spot, grof geschut dus, niets hadden uitgehaald. Daarom probeerden zij het nu op een andere manier. De wolven gaan schaapskleren aantrekken. Daar de duivel er achter zat, kun je zien hoe listig hij is. De briesende leeuw komt ook voor in de gedaante van de engel des lichts. Dat is een ander beeld waardoor we voor hem gewaarschuwd worden. Als dat dus onder verschillende beelden gebeurt, is het wel zaak dat we er dubbel acht op geven.

Dat de Heere in Zijn Woord onder verschillende beelden ons waarschuwt voor de vorst der duisternis, laat ons ook zien, dat de Heere geen lust heeft in ons verderf. Had Hij dit wel, dan zou Hij het waarschuwen achterwege laten. Een kind kan dat wel begrijpen, dacht ik. Als een vader ziet dat zijn kind in gevaar is en het kind zelf ziet dat niet, dan zal zulk een vader zijn kind waarschuwen om het van de ondergang te redden.

Nu, zo doet God het ook. Geeft er maar goed acht op. Want een gewaarschuwd mens geldt voor twee, zegt het spreekwoord. Ik geloof dat het waar is. Als je gewaarschuwd bent, en toch doorgaat, dan wordt het je dubbel aangerekend, wanneer je in je ongeluk terecht komt. Geldt dit in natuurlijk opzicht al, geestelijk is dat nog veel meer waar. In de bijbel staat het zo: Het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn in de dag des oordeels, dan ulieden. Dat waren de kinderen Israëls, het bondsvolk. Zij hebben de weg geweten en niet bewandeld, en zouden daarom met vele slagen geslagen worden.

Wat van het oud-testamentische bondsvolk gold, geldt niet minder van het nieuw-testamentische. En dat zijn wij. Sla dus wat geschreven is, niet in de wind, want dat kun je alleen maar doen tot je eigen schade. En dan niet voor de tijd, maar voor de eeuwigheid.

Ik grijp maar weer terug op dat eerste beeld: Wolven in schaapskleren. Dat zijn wolven die er als schapen uitzien. Ze hebben een heel lieve vertoning. Van een schaap verwacht je over het algemeen niet veel kwaad. Ze lopen bij ons langs de dijken. Zij vallen niemand aan. Op kinderboerderijen kom je ze ook tegen. Kinderen aaien ze. Het zijn lieve beesten, zegt moeder. En dat vindt het kind ook.

Doch een wolf in schaapskleren lijkt lief, maar is en blijft in werkelijkheid een dier waar je geducht mee op moet passen. Een wolf is in zijn aard verscheurend. Zij hebben het bijzonder op schapen gemunt. Schapen die dat niet weten, worden dan des te gemakkelijker slachtoffers.

Het beeld spreekt wel voor zichzelf. De oude vijanden van Nehemia, Sanballat, Tobia en Gesem de Arabier en nog vele anderen, sturen naar Nehemia een deputatie. Ze komen heel vriendelijk eens met hem praten. Ze willen hem een voorstel doen. Het klinkt zo heel mooi: Kom, en laat ons te samen vergaderen in een van de dorpen, in het dal Ono. Het staat er niet bij, maar het zit er wel in: Samen om een tafel. Misschien kunnen we tot een vergelijk komen. Mogelijk worden we het eens. Een mens is nu eenmaal veranderlijk. Vijanden zijn éérder vrienden geworden. Het woord “vijanden” hebben zij natuurlijk niet gebruikt. Maar de bedoeling was wel, dat Nehemia het zo begrijpen zou. De vergadering behoefde ook niet in Jeruzalem plaats te hebben. Liefst een beetje afgelegen. In één van de dorpen, in het dal Ono. Een rustige omgeving. Echt geschikt voor een rustig gesprek. We kunnen dan samen eten, drinken en overleggen of er mogelijk door ons ook hulp geboden kan worden.

De strik is goed opgezet. Het is de stem van Jacob. Doch de handen die er achter zitten zijn van Ezau. Jullie begrijpen deze vergelijking wel. Nehemia wordt heel vriendelijk uitgenodigd om plaats te nemen aan de tafel der duivelen. Ik zeg het nu zo, omdat Paulus er ook zo over spreekt. Een christen kan niet aanzitten aan de tafel van Christus en aan de tafel der duivelen. Je kunt niet van twee wallen eten. Je kunt niet God en de wereld dienen. Dat zijn de zaken, die achter dat mooie voorstel schuil gingen.

Nehemia had ze door. Hij zegt dat zelf: “Maar zij dachten mij kwaad te doen”. Inderdaad, dat was hun opzet. Nehemia zag in dat schijnbare lieve schaap, de verscheurende wolf zitten. Een bewijs dat hij goed wakker was. Ik bedoel natuurlijk geestelijk.

Een vriendelijke uitnodiging vanuit het kamp van de vijand. Dat gebeurt ook nu nog aan de lopende band. Daar heeft de wereld geen last van. Want die behoren bij de vijanden. Dat zijn de vele anderen, die niet met name worden genoemd, doch lopen aan de leiband van hun voorgangers.

Dergelijke verzoeken komen wel af op de kerkelijke jeugd. Krachtens hun doop zijn zij afgezonderd van de wereld. Zij zijn door de Rode zee heen gegaan. Daar is een scheidslijn getrokken tussen de Egyptenaren en de kinderen Israëls. Hiermee wordt natuurlijk niet gezegd, dat je bekeerd bent, als je gedoopt bent. Want velen van de kinderen Israëls zijn nooit in Kanaan aangekomen. Vele gedoopten zullen nooit in de hemel komen. Doch de scheidslijn tussen kerk en wereld is er wel. Die is door God getrokken, en die mag door ons niet worden overschreden.

En dat wil de duivel nu zo graag. Met andere woorden: De helse Farao. In het geval van Nehemia was het Sanballat en de zijnen. En in 1988 heeft de duivel weer zijn eigen mannen, die je uitnodigen om eens met hen te praten: Je behoeft het zo nauw niet te nemen. Je behoeft ook zo benauwd niet te leven.

Je moet wat ruimer gaan denken. O neen, je behoeft echt de kerk nog niet los te laten. Je principes daar zullen we beslist niet aankomen. Die mag je allemaal houden. We hebben eigenlijk een beetje medelijden met jullie. De wereld is veel ruimer. De weg naar de hemel is veel breder. Hij is echt niet zo smal. Met één keer naar de kerk gaan kom je er ook wel. En een keertje naar een opwindend sportgebeuren gaan kijken, daar zit helemaal geen kwaad in. Je behoeft nog niet eens mee te doen. Alleen maar kijken. Als je er vast maar bent. Het wordt je erg gemakkelijk gemaakt. Je behoeft zelfs niet naar ons te komen. Wij komen wel naar jou toe. We hebben de televisie. Het wordt je draadloos thuisbezorgd. Een ander behoeft het niet eens te zien, dat je ook mee doet. We komen wel naar een van de dorpen in het dal Ono. M.a.w. op een stille zolderkamer, achter gesloten gordijnen. En je zult zien, wat we voorstellen, dat is zo kwaad nog niet. Het past helemaal bij je. Het is naar je natuur. Dat die totaal verdorven is, wordt er natuurlijk niet bij gezegd. Je moest eens bang worden van jezelf.

Kijk, daar is de duivel erg bang voor, namelijk datje bang wordt van jezelf. Ik zou dat op zichzelf nog zo kwaad niet vinden. Want we hebben een arglistig hart. We zijn zo weg. De duivel zet “zijn kermistent”, de wereld, wijd open. Alles mag daar. Niets is meer verboden. Je mag alles eten, alles drinken, alles doen. Voor-echtelijk geslachtsverkeer, ongehuwd samenwonen enz. Niets meer op tegen. Waar maak je jezelf eigenlijk nog druk over. Je moet je kerkelijke keurslijf (knellende verplichting) durven uit te komen, enz., enz.

Ik behoef jullie niet te vertellen dat er een ontelbare schare is, die naar deze verleidende stemmen luisteren. Doch het resultaat is, dat zij vroeg of laat, helemaal voor de kerk verloren zijn. En als God het niet verhoedt, voor eeuwig verloren gaan.

Wat Nehemia opmerkte: “Maar zij dachten mij kwaad te doen”, dat geldt nog. Alle mooie woorden ten spijt, gaat het om je onsterfelijke ziel. Luister daarom niet naar al die verlokkende en verleidende stemmen. Vraag de Heere om geopende ogen, dat je de gevaren zult mogen zien, om er voor bewaard te blijven. En als je er aan toegegeven hebt, je kunt nog terug. Misschien mag dit stuk er nog wel toe dienen. Je bent nog in het heden der genade.

Mogelijk vraagt deze of gene: Hoe moet ik terug en waar moet ik naar toe? Je moet terug naar God toe, met belijdenis van schuld en de bede om vergeving van zonden. Om daarna als een gewaarschuwd mens verder te gaan: Ga heen, en zondig niet meer.

Op deze wijze is er vergeving van zonden te verkrijgen. Dat zegt de Heere Zelf: “Wie zijn zonden belijdt en laat, die zal vergiffenis ontvangen”. En dit geschiedt dan terwille van Hem, Die méér is dan Nehemia. Die is in alles verzocht geweest, doch zonder zonde. Hij is nooit gevallen, opdat gevallenen zouden kunnen worden opgericht. Niet slechts één keer, doch iedere keer weer. Want de Heere is een gaarne vergevend God. Bij Hem is veel vergeving, opdat Hij gevreesd wordt. Dat wil met andere woorden zeggen: Hij is waard dat Hij ALLEEN gediend wordt. Niet luisteren naar de stem van de verleider, maar naar Gods Woord. Dat alleen geeft vrede, rust, veiligheid.


Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast
Opdat ik mij niet van Uw paan moog’ keren......


Wie zo, echt biddend de vakantie ingaat, kan rustig gaan.

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's