Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftberijmingen 4. (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftberijmingen 4. (slot)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Proefbundel voor de Christelijke Gereformeerde Kerken

Na enkele Schriftgegevens bezien te hebben en in het kort stil gestaan te hebben bij de kerkgeschiedenis in het algemeen en de geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerken in het bijzonder, ligt nu ter beoordeling voor ons de proefbundel. Als we letten op de argumenten van de voorstanders van uitbreiding van datgene wat volgens de kerkorde gezongen mag worden in onze kerken, zou men toch mogen verwachten dat deze proefbundel voor verreweg het grootste gedeelte zou bestaan uit berijmingen van nieuw-testamentische Schriftgedeelten. Want, zo is steeds door deze voorstanders betoogd: we willen direkter, voller, rijker, op nieuw-testamentische wijze zingen van Christus en Zijn Borgwerk. We waren dan ook verbaasd toen we kennis namen van de inhoudsopgave. Van de 38 Schriftberijmingen zijn er 17 uit het Oude Testament afkomstig en 21 uit het Nieuwe Testament. Dus bijna de helft is afkomstig uit het Oude Testament. Dit is merkwaardig daar telkens op de kerkelijke vergaderingen valt te beluisteren dat men het heil in Christus in nieuw-testamentische bewoordingen wil bezingen. Bij het nazien van de inhoud van de proefbundel valt het op dat er sprake is van enkele overlappingen. De nummers 5 en 6 zijn berijmingen van Jesaja 12. Vergelijking van deze twee valt naar onze mening in het voordeel van nummer 6 uit. De nummers 12en 13 zijn berijmingen van Jesaja 53. Naar ons inzicht is nummer 13 beter dan nummer 12. Nummer 31 is een berijming van Openb. 5 : 9-14 en nummer 32 is een berijming van Openb. 5 : 12. Waarom deze overlappingen en waarom wordt er geen keuze gemaakt als één van de twee berijmingen duidelijk beter is? We krijgen de indruk dat bij het samenstellen van de proefbundel allereerst is gekeken naar wat voorradig is aan Schriftberijmingen en dat niet in de eerste plaats doorslaggevend is geweest welke Schriftgedeelten berijmd waren. Het lijkt wel alsof men zich gedwongen voelde een bundel samen te stellen omdat er nu eenmaal een roep om verruiming van de gemeentezang is in de kerken. Er zijn er die verruiming willen, dus het moet er komen. Wat dan maar enigszins aan de door de synode gestelde norm beantwoordt, moet dan ook maar worden opgenomen.

De synode van 1980 heeft uitgesproken aan welke norm een berijmd Schriftgedeelte moet voldoen. Deze synode stelde vast dat onder een berijmd Schriftgedeelte verstaan dient te worden “een bewerking in liedvorm van een aaneengesloten passage uit de Heilige Schrift waarin de oorspronkelijke tekst trouw wordt gevolgd”. Dat houdt in dat een Schriftgedeelte bij berijming qua inhoud op de voet moet worden gevolgd. Er mogen geen gedeelten worden weggelaten bij de berijming. Ook zal het niet de bedoeling zijn van de synode dat men uit een passage van de Heilige Schrift een vers apart neemt en dat gaat berijmen. We hebben de tekst van de Schriftberijmingen naast de Bijbeltekst gelegd en beide met elkaar vergeleken. Het zou te ver voeren als we bij elk nummer zouden aantekenen wat onze bevindingen zijn geweest. In het algemeen moet worden opgemerkt dat de berijmingen dikwijls erg vrij zijn. Er worden dingen weggelaten en er worden dingen toegevoegd. In 1 Cor. 13 is geen sprake van een refrein in de Bijbeltekst. Dan mogen we onzes inziens ook geen berijming maken die een refrein bevat. Dat mag alleen als Gods Woord dat ook heeft. Wie dan verder zich verdiept in de berijming van 1 Cor. 13 ziet dat er heel wat wordt weggelaten, dat er ook sprake is van vrije weergave van de Bijbeltekst. Soms komt de vraag op: wat betekent deze berijming eigenlijk? De bundel doornemend moet geconcludeerd worden dat de meeste Schriftberijmingen niet voldoen aan de door de synode gesteld norm. Onzes inziens voldoen alleen de volgende nummers aan de norm: 1, 11, 14, 17, 18, 28, 30, 32 en 34. Dat zijn er negen van de 38. De andere nummers uit de proefbundel bevatten toevoegingen en weglatingen en zijn vaak te vrij in hun weergave van de Bijbeltekst. Nummer 24 (1 Tim. 3 : 16) kan in ieder geval al geen berijming van de Bijbeltekst worden genoemd.

Het is ook een goede zaak te letten op zingbaarheid. Schriftberijmingen die vanwege hun inhoud afgewezen moeten worden, hoeven niet meer onderzocht te worden. Van de 9 Schriftberijmingen die dan overblijven valt wat de zingbaarheid betreft alleen te vermelden dat de eerste regel van nummer 1 onzes inziens moeilijk te zingen is.

Er zit ook een praktische zijde aan de beoordeling van de Proefbundel. We menen er sterke aanwijzingen voor te hebben dat er slechts weinigen in onze kerken werkelijk belang hebben bij deze proefbundel. Helaas is het zo dat op meerdere plaatsen uit het Liedboek wordt gezongen. Deze vrijheid heeft men zich veroorloofd tegen de geldende bepalingen van de kerkorde in. Het valt niet te verwachten dat door deze bundel het Liedboek van de bank zal verdwijnen in gemeenten waar dit Liedboek in gebruik is. De zogenaamde “wildgroei“ op liturgisch gebied valt met dit bundeltje niet te bestrijden. Wie meent dat dit wel zo is verliest de werkelijkheid uit het oog, is niet realistisch, maar idealistisch bezig. Uit een recent intervieuw met Ds. A.W. Velema van Gouda in de Wekker van 17 juni 1988 werd een vraag gesteld over de proefbundel. Uit het antwoord blijkt dat ds. Velema voorstander is van het gebruik van het Liedboek. Hij acht het praktisch onhaalbaar met een eigen bundeltje te komen. Het antwoord van ds. Velema wordt als volgt besloten: “Hebben we nu echt zo’n behoefte aan het zingen van berijmde Schriftgedeelten? Bovendien is de waardering binnen eigen kring zo uiteenlopend dat het tot niets leidt. Binnen behoudende gemeenten in onze kerken laat men de bundel links liggen. Uit een andere overweging waarschijnlijk dan men er daar op nahoudt, maar ik kan mijn medebroeders daar geen ongelijk geven.” Er zal in de praktijk van ons kerkelijk leven waarschijnlijk maar een heel kleine groepering zijn die wel gebruik wil maken van een eigen bundeltje.

Verder valt te voorzien dat de verwijdering in eigen kerkverband alleen maar groter wordt door een eigen bundeltje in te voeren. De eenheid is er zeker in dit stadium van het kerkelijk leven niet mee gediend. Er zijn al genoeg spanningen en meningsverschillen.

Terecht werd er door Ds. P. den Butter op de synode van 1986 op gewezen dat de bundel berijmde Schriftgedeelten de indruk wekte een soort verlegenheidsoplossing te zijn. Hij was van oordeel dat grote delen van onze kerken geen enkele behoefte aan zo’n bundel Schriftberijmingen hebben. Bovendien wees hij er ook op dat door een eigen bundeltje onze kerken in een ongewenste uitzonderingspositie komen te verkeren binnen de Gereformeerde gezindte.

Concluderend valt te zeggen dat principieel gezien de Heilige Schrift er zeker niet toe verplicht om allerlei Schriftberijmingen te gaan zingen. Ook de kerkgeschiedenis en de geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde kerken tot 1974 wijzen ons deze weg niet. Gezien de Schriftgegevens, de kerkgeschiedenis en de geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerken zou het het meest verantwoord zijn terug te keren tot 1836: alleen Psalmen en de Lofzangen. Nog afgezien van het feit dat Schriftberijmingen niet gezongen behoren te worden in de eredienst, is het gehalte van de berijmingen in de proefbundel van een dusdanige aard dat in de meeste gevallen niet van een goede berijming gesproken kan worden. Toch invoeren van de proefbundel zal maar heel weinigen voldoen: sommigen willen veel meer, anderen zijn volstrekt tegen. Door toch invoeren manoevreren we ons binnen de Gereformeerde gezindte in een ongewenst isolement. De onrust in de kerken zal door invoering van de proefbundel niet verminderd, maar wel vermeerderd worden. Vele argumenten om de proefbundel niet goed te keuren.

Bovendien valt datgene wat gezongen wordt heel gemakkelijk uit te breiden. Want van de 150 Psalmen wordt slechts een kleine selectie gezongen in de eredienst. Als we ons er op toe zouden leggen werkelijk alle 150 psalmen te zingen, zouden we misschien wel van een verdubbeling of verdrievoudiging kunnen spreken van datgene wat gezongen wordt in de praktijk van de zondagse eredienst en op de feestdagen en bijzondere dagen van het kerkelijke jaar. Dat zal geen onrust geven. Als er een zangvereniging is in de gemeente, kunnen de onbekende Psalmen daar geleerd worden, zodat de predikant ook werkelijk onbekende Psalmen kan opgeven. Deze weg vanjiet werkelijk zingen van alle 150 psalmen zoals ook Calvijn deed, zou de synode veel werk bespaard hebben en ook de kerkeraden zouden zich niet hebben te hoeven buigen over de Proefbundel. Dan zou er meer tijd zijn voor het eigenlijk werk in de gemeenten. Laten we als kerkeraden onze verantwoordelijkheid mogen verstaan en naar deputaten schrijven over de Proefbundel die werd aangeboden. Gezien al datgene wat we genoemd hebben hopen we van ganser harte dat de volgende synode D.V. tot het besluit mag komen de “proefbundel“ niet vrij te geven voor gebruik in de eredienst en tevens dat de synode tot het besluit mag komen de zaak van het kerklied op zijn minst verder te laten rusten, of wat nog beter zou zijn: terugkeer naar 1836.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 september 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Schriftberijmingen 4. (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 september 1988

Bewaar het pand | 6 Pagina's