Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zelfs tot zeventigmaal zevenmaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zelfs tot zeventigmaal zevenmaal

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Indien gij niet van harte vergeeft....”.

De paspoortkwestie had nare gevolgen. Politici moesten het veld ruimen. Ze hadden volgens een onderzoekscommissie ernstige fouten gemaakt, en dat is voor een politicus onvergeeflijk. De staat van verdienste legt geen gewicht meer in de schaal. Eén keer over de schreef en het is gedaan met de politieke loopbaan. Zo hard gaat het in de politiek toe.

Hoe is het gesteld met onze vergevingsgezindheid? ’t Is bij ons toch niet als in de politiek? Wij hebben naar het Woord van de Heere te vergeven! Ik ben mij ervan bewust dat ik nu een heel teer punt aanraak. We kunnen soms jarenlang met een wrok in het hart jegens iemand rondlopen. Er is iets fout gegaan in het gezin, met de buren, in de familie, op het werk of in de kerk. Laaiende ruzie, verwijten over en weer, nijdige gezichten. Een onheuse behandeling, benadeeld, opgelicht. Wraakgevoelens die opkomen. Niet meer willen zien. Het hoofd voortaan afwenden. Doen alsof de ander niet meer bestaat. O het zal je maar gebeuren dat ze hebben ingebroken en de dierbaarste herinneringen hebben gestolen. Het zal je maar gebeuren datje door de onoplettendheid in het verkeer van een ander in een rolstoel terecht komt. Het zal je maar gebeuren dat je kind door een dronkeman wordt aangereden, of door een onverlaat misbruikt en gewurgd wordt.

’t Is best mogelijk dat als u deze regels leest de dingen van vijf of tien of twintig jaar geleden in alle duidelijkheid weer bij u naar boven komen en dat u boos wordt op de meditator en denkt: hij moest eens weten wat mij allemaal is aangedaan.

U moet van mij aannemen dat ik schrijf vanuit diepe bewogenheid. Want mensen met wrok, en nijd en haat in het hart, mensen die niet kunnen vergeven hebben geen vrede in het hart. Ze verteren eigenlijk zichzelf.

U kent de vijfde bede van het volmaakte gebed. De catechismus verklaart die bede zo prachtig: “wil ons, arme zondaren, al onze misdaden, en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt, om des bloeds van Christus’ wil niet toerekenen, gelijk wij ook dit getuigenis Uwer genade in ons bevinden, dat ons ganse voornemen is, onze naaste van harte te vergeven”. Allereerst zou ik willen opmerken: kunnen wij ’s avonds wel deze vijfde bede bidden als de verhouding met onze naaste verstoord is, als daar wrok of nijd in ons hart is?

In de tweede plaats: kennen wij onszelf als een arm zondaar, hebben we weet van onze misdaden en van de boosheid die ons altijd aanhangt?

Wat een schuld hebben wij tegenover de Heere. Daar zijn de overtredingen van Zijn heilige wet, en dat in gedachten, woorden en werken. Daar zijn de zonden van bedrijf en nalatigheid. Daar zijn de aangeboren zonden en de dadelijke zonden. Zijn de ogen daarvoor al opengegaan? Ach - we zijn zo blind van onszelf. We kennen geen schuld, we gevoelen geen smart We gaan er over heen.

We stoppen de zonden weg. We verontschuldigen onszelf. We plaatsen onze goede voornemens er tegenover, ’t Valt ook niet meer om schuldenaar voor God te worden en te ontdekken dat we geen cent hebben om te betalen, ’t Valt ook niet mee om jezelf ongelijk te moeten geven en God gelijk. Daar zijn we geheel en al vijand van. En zeker - ’t is waar als we zeggen: een mens moet eerst zondaar, schuldenaar worden voor God. ’t Is ook waar als we zeggen: wat moet een mens met Christus, de Borg, de Schuldovernemer doen als hij zichzelf niet leert kennen als schuldenaar. Maar niet zelden trachten wij onze vijandschap te verbergen achter wat mooie woorden.

’t Is de Heilige Geest Die elke bedekking wegneemt, en ontdekt. Door Hem worden we arm zondaar, en dat al meer. Daar komt een mens nooit bovenuit, hoe bekeerd ook. Door Hem gaan we zien al onze misdaden, en die al meer. Door Hem gaat open de boosheid die ons altijd aanhangt, en dat al meer.

Nu denk ik aan dat Schriftwoord: zo wie zijn zonden belijdt en laat die zal barmhartigheid geschieden. Dat Woord maakt de Heere zo waar. Hij erbarmt Zich, Hij bewijst Zijn genade. Hij rekent niet toe om des bloeds van Christus’ wil. En dat niet één keer, maar steeds weer. Welzalig is de mens die het mag gebeuren dat God naar recht hem niet wil schuldig keuren. O dat Goddelijk erbarmen over een zondaar, een misdadiger, een boos mensenkind! Hebt u er weet van? En ik vermeerder mijn zonde elke dag, en ik maak mijn schuld elke dag groter. Een hemelhoge schuld, en daartegenover de barmhartigheden van de Heere in Christus Jezus!

Zou ik mijn naaste die mij misdeed nu niet kunnen vergeven? U zegt - ja maar die moet eerst ongelijk bekennen. Of: hij moet eerst tot mij komen en om vergeving vragen. Of: ik wil dat mij eerst recht geschiedt. Och lieve mens -, als de Heere Jezus nu ook zo had geredeneerd toen Hij aan de kruispaal werd geslagen. Er was geen mens die zichzelf ongelijk gaf en die om vergeving vroeg, en toch bad Hij: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.

Gods kinderen worden Christus’ beeld gelijk. Ze bevinden in zich dit getuigenis van Gods genade dat hun ganse voornemen is hun naaste van harte te vergeven.

Dat is klare taal. Wie voortgaat met toorn, haat of nijd in het hart, wie niet vergevingsgezind is, heeft niet het getuigenis van Gods genade in zich.

Soms horen we zeggen: ik zal het je vergeven, maar vergeten doe ik het nooit. Als de Heere onze zonden geworpen heeft in een zee van eeuwige vergetelheid, hoe kunnen wij dan zo spreken?

Soms horen we zeggen: deze keer zal ik het je vergeven, maar de volgende niet meer. Hoe kan dat als we vanwege de boosheid die ons altijd aanhangt, steeds weer moeten bidden: o God, wees mij de zondaar genadig?

Het komt openbaar of we waarlijk wedergeboren zijn. Het komt openbaar of we het waarlijk moeten hebben van Gods genade en Zijn barmhartigheid. Het komt openbaar of we waarlijk door de Heilige Geest herschapen en hersteld worden en het beeld van Christus gelijk worden. Ook in vergevingsgezindheid. Dan kunnen we niet voortgaan met toorn, haat en wrok in het hart jegens een naaste.

Onze schuld tegenover de Heere is hemelhoog. Zo leert de Heere dat, en dan toch vergeven. Zouden wij dan niet barmhartigheid kunnen bewijzen tegenover ’n ander die ons misdeed? Wat is die schuld verhoudingsgewijs tegenover de schuld die we bij de Heere hebben? Als we niet van harte kunnen vergeven dan zijn we of uitgegroeid boven het arm zondaar zijn en dan zijn we van onze plek af, of we zijn een naam-christen. De ware christen bevindt in zichzelf het getuigenis van Gods genade dat hij zijn naaste van harte vergeeft. Zelfs tot zeventigmaal zevenmaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1988

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Zelfs tot zeventigmaal zevenmaal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1988

Bewaar het pand | 4 Pagina's