Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laus Deo 59.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laus Deo 59.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door zelfonderzoek terneergeslagen.

“Nagenoeg de ganse hoofdinhoud van onze wijsheid, die verdient voor de ware en hechte wijsheid gehouden te worden, bestaat uit twee delen: de kennis van God en de kennis van onszelf”. Met deze woorden opent Calvijn zijn Institutie. In het eerste boek heeft hij uitvoerig gehandeld over de kennis van God. Het tweede boek legt de nadruk op de zelfkennis, die noodzakelijk met de kennis van Christus als Verlosser verbonden is.

We moeten erop toezien dat die zelfkennis niet verkeerd gebruikt wordt. Met natuurlijke zelfkennis, door Calvijn het “oordeel des vléses” genoemd komt men bedrogen uit.

De mens spoort dan zichzelf aan tot het doen van allerlei plichten. Hij verklaart de zonden de oorlog. Hij legt zich met alle ijver toe op datgene dat schoon en eerbaar is. En dat maakt hem hoogmoedig.

Beter is het zichzelf te onderzoeken naar de richtlijn van “Góds oordeel”.

Dat gebeurt als het verstand wordt verlicht door de Geest en het Woord Gods. Dan vindt hij niets dat zijn ziel tot een goed vertrouwen zou kunnen opbeuren, “en hoe dieper hij in zijn zelfonderzoek gaat des te meer wordt hij terneergeslagen; totdat hij, van alle vertrouwen geheel en al beroofd, aan zichzelf niets overlaat, waarnaar hij zijn leven juist kan richten”.

Smachten naar verloren waardigheid.

Daarbij mogen wij onze “eerste adeldom” niet vergeten. De adeldom n.l. die God onze vader Adam heeft geschonken. Die eerste adeldom moet ons opwekken tot het streven naar rechtvaardigheid en goedheid. Die aan zijn eerste oorsprong denkt of aan het doel van Gods schepping wordt “geprikkeld tot nadenken over de onsterfelijkheid en tot het zoeken van het Koninkrijk Gods”.

Die kennis van onze eerste adeldom moge ons dan prikkelen tot en streven naar rechtvaardigheid, ze beneemt ons tegelijkertijd ook alle moed. Want wie bedenkt dat God zijn oorsprong was, moet ook erkennen dat hij van zijn oorsprong is afgevallen. En wie bedenkt wat het doel van zijn schepping is, het dienen van God in rechtvaardigheid, moet ook toegeven dat hij zich van dat doel geheel en al afgewend heeft, “om dan, vol afkeer van ons ellendig lot, te zuchten en zuchtend te smachten naar die verloren waardigheid”. In de mens is niets meer overgebleven waarop hij kan vertrouwen en trots mag zijn.

Samenvattend: “Laat ons dus de zelfkennis, die de mens moet hebben, zó verdelen, dat hij in de eerste plaats nagaat tot welk doel hij geschapen is- opdat hij door dat nadenken opgewekt wordt tot overpeinzing van de dienst van God en van het toekomstig leven. In de tweede plaats overwege hij zijn vermogens of tenminste zijn gebrék aan vermogens, opdat hij, wanneer hij dat ingezien heeft en zó als tot niets geworden is, in de uiterste ontsteltenis ter neer ligge. De eerste beschouwing richt zich hierop dat hij lere kennen wat zijn plicht is (de dienst en de verheerlijking Gods v.d.M.) de tweede, dat hij lere inzien, wat hij vermag tot het volbrengen van die plicht”.

In het vervolg zal Calvijn op deze twee aspecten van de zelfkennis uitvoeriger ingaan.

Institutie II, I, 3.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1989

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Laus Deo 59.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1989

Bewaar het pand | 4 Pagina's