Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beeldvorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beeldvorming

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo luidt de titel van een boek, dat documentatie bevat over de Christelijke Gereformeerde kerken. Het is verschenen bij Uitgeverij Van Wijnen, voorheen uitgeverij Wever, Postbus 172, 8800 AD Franeker. Het telt 91 bladzijden. De verkoopprijs is ƒ 17,50. We willen in dit artikel bijzondere aandacht aan dit boek geven.

Op de achterzijde van de omslag lezen we het volgende: “De laatste tijd is er weer sprake van serieuze kerkelijke contacten tussen de Gereformeerde Kerken (vrijg.) en de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daarbij wordt veel over elkaar gesproken, en op bepaalde niveaus ook met elkaar gesproken. Intussen weet men vaak maar weinig van elkaar af. Dat werd binnen de kring van de Gereformeerde Kerk van Groningen-Helpman als onbevredigend ervaren. Ten behoeve van gemeentevergaderingen en studieverenigingen, en voor persoonlijke “kennismaking”, werd een bundel samengesteld, waarin verschillende bijdragen over de Christelijke Gereformeerde Kerken werden verzameld, aangevuld met cijfermateriaal, intervieuws en een historisch overzicht. Suggesties voor de verwerking van het materiaal completeren het geheel, dat zo een boeiend beeld geeft van hen die zo dichtbij en tegelijk soms ook zo veraf staan. Een must voor ieder wie de kerkelijke verdeeldheid aan het hart gaat.” De uitgever schreef in de brief waarin een recensie-exemplaar werd aangeboden: “In verband met een mogelijk Samen-opwegin het klein vinden op tal van plaatsen gesprekken plaats tussen (vrijg.) gereformeerde kerken en christelijke gereformeerde kerken. Deze uitgave biedt zakelijke en inhoudelijke informatie over een van de partijen in dat gesprek.”

J.T. Oldenhuis schreef een Woord vooraf. waarvan we het laatste gedeelte overnemen: “Er is zoveel gebeurd. Bijna honderd jaar zijn we gescheiden opgetrokken. Elk van beide kerkengroepen heeft verschillende invloeden ondergaan. Rutgers, Kuyper, Bavinck, Schilder aan de ene kant, de Nadere Reformatie aan de andere kant. In de lange geschiedenis van de officiële kontakten en briefwisselingen is al zoveel gezegd en geschreven. Voeg daar nog bij de talloze publikaties, artikelen, boeken, tijdschriften, brochures en kerkbodes. Dit projekt ’beeldvorming’ beoogt niet dat alles over te doen. Nog minder al het het voorgaande aan de kant te schuiven. Integendeel: de bedoeling is te proberen in eigen kring de kennis betreffende Christelijke Gereformeerde Kerken te verdiepen en te verhelderen door wat lijnen aan te brengen in de grote hoeveelheid materiaal en wat gegevens te verstrekken over de CGK vandaag. Samensprekingen behoren tot de competentie van de kerkeraden en andere kerkelijke vergaderingen, kerkverbanden kunnen daarbij niet veronachtzaamd worden, synodes zullen moeten beslissen als het gaat om eenheid en vereniging; deze uitgave bedoelt allerminst de waarde daarvan te ontkennen, of de noodzaak daarvan te betwijfelen. Maar soms kan het allemaal nog zo ver weg blijven door gemeenteleden. En als er ooit van eenheid en vereniging sprake zal zijn, dan zullen de gemeenteleden elkaar moeten leren kennen : de gemeenteleden van de kerken aan weerszijden van de scheidslijn, plaatselijk. Deze uitgave heeft wat materiaal bij elkaar gebracht om een antwoord te kunnen zoeken op de vraag: Wie zijn zij, die Christelijke Gereformeerden? Wat is hun geschiedenis? Waar vinden we wat meer over hen? Wat zijn de kranten die er bij hen verschijnen? Waar drijven ze zending? Wat zijn hun organisaties? Hoe gaat het toe in hun kerkdiensten? Welke psalmberijming gebruiken ze en hoe wordt er gedacht over de diverse bijbelvertalingen? Hoe wordt er bij hen over onderwerpen gesproken die ook bij ons in discussie zijn? Wat zijn hun kontakten naar buiten? Hoe gaat het toe aan hun theologische opleiding in Apeldoorn? Enzovoort. Natuurlijk is er meer. Heel erg verschrikkelijk veel meer zelfs. Deze publikatie is maar een aanzet. Moge deze een goede weg vinden in de gemeenten. En vooral: laat hij het doel mogen bereiken kennis te geven van die kerkengroep, waarmee we nu al zo lang spreken en schrijven en tevens belangstelling voor die kerken te wekken bij velen. Misschien zal het duidelijk worden, dat we hen eigenlijk nog niet zo goed kenden. En laat de woorden die u ook ergens zult tegenkomen, geen woorden blijven die mooi klinken en alleen maar wegsterven: ’Wat wij zoeken, wat wij bidden, is dat de verstrooide kinderen Gods bijeengebracht worden en de handen ineen slaan, waarbij de een niet mag wachten op wat de ander doet, maar waarbij ieder zijn eigen roeping, die van Boven komt, verstaat en ter harte neemt’.

De Zoon van God die, zoals zondag 21 HC belijdt, de kerk vergadert en beschermt en onderhoudt, gebruike dit projekt om de aandacht voor de zaak van de eenheid van de gereformeerde belijders in ons land te verlevendigen. Hervormingsdag, 1988.”

Er komen verder de volgende bijdragen in het boek voor:

Prof. dr. W. van ’t Spijker, Spiritualiteit in het zoeken naar kerkelijke eenheid: overgenomen uit ’De Wekker’ van mei/juli 1987. Prof. J. Kamphuis: Wie zijn wij - hoe zien wij u?, overgenomen uit ”De Reformatie” van 14 mei 1988.

M. Dijkstra: Interview met twee jongeren: twee meisjes, voor in de twintig, belijdend lid van de CGK van Groningen.

T M. Klapwijk: Interview met een oudere, lid van de CGK te Groningen, met goede contacten met landelij k bekende CGK representanten.

Drs. Niek Scheps: Chr. Geref. kerken wilden blijven wat zij waren: boekbespreking overgenomen uit Kerknieuws van 14 januari 1983 (over het boek: En toch niet verteerd, met de ondertitel Uit de geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerken sinds 1892).

J. van Bruggen: Geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde kerken, deel 1 (van 18341892).

J. van Bruggen: Idem, deel 2 (van 1892 tot heden).

C.J. Harryvan: Interview met twee Apeldoornse studenten, van wie de ene Chr. Gereformeerd is en de andere Vrijgemaakt Gereformeerd.

K. Holwerda: Statistische gegevens van de Christelijke Geref. kerken in Nederland (ontleend aan de kerkelijke jaarboekjes ’87 en 88’)

K. Holwerda: Literatuur.

J.W. de Koning: Verwerking.

Het is niet de bedoeling om op deze bijdragen in te gaan. Ze geven stof tot bespreking in allerlei kringen. Dat kan nuttig zijn. Maar naar onze mening geven de bijdragen samen niet een beeld van de Chr. Geref. kerken. Wel wordt er meermalen over Bewaar het Pand gesproken. Wij behoren, zo wordt uitgesproken, tot de rechtervleugel van deze kerken. Wij hebben alles op deze aanduiding tegen. Wij willen geen vleugel van een kerk zijn, maar bedoelen niets meer en niets minder dan het bevorderen van de handhaving van de oude gereformeerde beginselen. We staan dus in de traditie van de Reformatie, de Nadere Reformatie en de Afscheiding. Het zou goed geweest zijn wanneer men iemand der onzen geïnterviewd had. We denken met name aan ds. H.C. van der Ent te Elburg, die zich meermalen geuit heeft als het gaat over de eenheid van de gereformeerde belijders. Hij stelt het eenvoudig zo, dat het gebed om de eenheid der Zijnen van Christus door de Vader verhoord is. Ze zijn in Hem allen een en dat komt ook uit.

Er moet worden erkend, dat er wel verdeeldheid onder de ware Christgelovigen is, maar dat is niet meer dan een uitwendige verdeeldheid, die nooit door menselijke pogingen zal worden verholpen. Wat hebben al die pogingen, hoe goed bedoeld ook, uitgewerkt? Niets, de verdeeldheid wordt hoe langer hoe groter. Hoe komt dat? Verdeeldheid is altijd ongeestelijk gedoe. Pogingen tot het bereiken van uitwendige genheid blijken ook van ongeestelijke aard te zijn. Als het werkelijk van de Heere was, dus Geesteswerk, dan zou er ook een gezindheid komen, een gestalte waarin niet het vlees spreekt, maar de Geest des Heeren.

We willen een voorbeeld nemen uit de Heilige Schrift. De discipelen van de Heere Jezus, dus met uitzondering van Judas vernieuwde mensen, maakten er ruzie over wie van hen de meeste ware. Niemand gaf het voor de ander op. Ze waren allen vleselijk bezig. De Heere Jezus heeft hen bestraft en tot zichzelf gebracht en gevraagd: Waarvan had gij woorden onder elkander op de weg? Zij moesten zwijgen. Zij waren onder elkander in woorden geweest op de weg wie de meeste zou zijn. Ze werden beschaamd. Petrus had dat nooit kunnen bewerken. Een van de anderen ook niet. Geen van hen allen zou ermee voor de dag gekomen zijn. Niemand zou het voorbeeld gegeven hebben. Als de Heere Zelf de Zijnen niet tot zichzelf gebracht had zouden ze zich in hun hoogmoed gehandhaafd hebben en de voorwaarden voor scheiding en scheuring waren aanwezig. Maar de Heere legde weer beslag op hun hart en dat bleek steeds weer nodig. Later, in de tijd van de uitstorting van de Heilige Geest, zien we een andere gezindheid. Toen waren ze allen eendrachtig bijeen in gebed en smeking. Dan is het: Ai ziet, hoe goed, hoe lieflijk is ’t, dat zonen van ’t zelfde huis, als broeders, samenwonen, daar ’t liefdevuur niet wordt verdoofd......Ps. 133.

De geestelijke eenheid is er door de kerkelijke verdeeldheid heen, wanneer kinderen des Heeren elkaar in de Heere mogen ontmoeten en dat gebeurt nog wel eens. Dan zijn er geen kerkmuren of wat voor verschillende inzichten ook, want dan is er eenheid in de Heere en in het werk van Zijn genade, verheerlijkt in de harten van zondaren. Dan blijkt ook dat er veel meer is dat verenigt dan dat verdeelt. Het werk des Heeren in het zaligen van zondaren gaat door. Dat kan de mens nooit tegenhouden en dat is uiteindelijk helemaal niet afhankelijk van de vraag of er kerkelijke eenheid is, want er staat geschreven dat zalig zullen worden die naar het voornemen Gods geroepen zullen worden tot het eeuwige leven. De kerkelijke verdeeldheid is slechts een van de vele gevolgen van de zonden, die er bij Gods kinderen tegen hun wil zijn overgebleven.

We hebben dus persoonlijk en gemeenschappelijk bij aan vang en voortgang de bediening van de Heilige Geest nodig en het mocht ons begeren wel zijn dat de Heere ook in onze dagen uit vrije gunst een rijke bediening van Zijn Geest moge geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1989

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Beeldvorming

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 september 1989

Bewaar het pand | 4 Pagina's