Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 90.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Gij zijt die HEERE alleen, Gij hebt gemaakt de hemel, de hemel der hemelen, en al hun heir, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is, en Gij maakt die allen levend; en het heir der hemelen aanbidt U....”.

Beste jongelui!

We hebben de vorige keer deze tekst ook al afgeschreven, doch zijn toen aan de behandeling niet toegekomen. Mogelijk hebben jullie er zelf al wel over nagedacht. Dan zou je met mindere dingen bezig hebben kunnen zijn. Want waar kun je beter mee bezig wezen, dan met het Woord van God. Dat heeft tenslotte alleen waarde voor de tijd en de eeuwigheid.

Het is niet de bedoeling dat we het nu weer afgeschreven vers uitputtend gaan behandelen. Want wat is uitputtend? Dat zou ten enenmale niet mogelijk zijn. Het volk wordt er in voorgegaan om God groot te maken. Het zou te wensen wezen als alles wat er in deze lofverheffing omtrent God geschreven staat, weerklank zou mogen vinden in ons hart. Het hele gebed is eigenlijk een belijdenis. Je zoudt het met één regel weer kunnen geven: De goedertierenheden des HEEREN roemen tegen een welverdiend oordeel. Dat zullen we steeds weer bemerken, als we gewoon gaan lezen wat er staat:

Gij zijt die HEERE alleen, namelijk Die te prijzen zijt tot in der eeuwigheid. Niemand is met Hem te vergelijken. Hij is de almachtige Schepper van hemel en aarde. Hij is het die hemel, zee en aarde, eerst schiep en sinds bewaarde. We weten het wel. Ik vlei mij echt niet met de gedachte dat ik nieuwe dingen jullie voordraag. Toch is het de moeite waard om er over na te denken, iedere keer weer. Want we geloven dat er drie hemelen zijn. Dat is de wolkenhemel, de sterrenhemel en de hemel der hemelen. Dat is de derde hemel, waar Paulus in opgetrokken is geweest, waaromtrent hij verhaalt, dat hij onuitsprekelijke dingen gezien heeft, die een mens niet geoorloofd zijn uit te spreken. Want als hij daarover zou gaan spreken, zouden de woorden er gewoon niet voor te vinden zijn, om de heerlijkheid van deze heilige woonstede Gods, ook maar bij benadering weer te geven. Het gaat alle verbeelding te boven, ook alle beschrijving. Datgene wat er van beschreven staat, is ook steeds maar gebrekkig voorbeeldig. Het wordt daarom in verschillende beelden weergegeven. Zij vullen elkander aan. Het is goed om datgene wat de bijbel verhaalt over het nieuwe Jeruzalem, en de nieuwe aarde onder de nieuwe hemel, te overdenken. Het kan alleen, als we daarbij door de Geest Gods geleid worden, maar leiden tot grootmaking van God en tot kleinmaking van de mens. Hij is die eeuwige God, die de hemel en de hemel der hemelen gemaakt heeft. En dat staat er nog bij: “en al hun heir”. Dat zijn alle legers die er in de hemel zijn, en die er aan de hemel zijn en ook al datgene wat door de hemel vliegt, voor zover wij dat kunnen zien, terwijl er ook nog zoveel is, wat wij niet zien. Ik denk o.a. aan al de engelen. Het is een ontelbare schare van gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, van al degenen die de zaligheid beërven zullen. Elk kind van God wordt net als die arme Lazarus door de engelen opgehaald en thuisgebracht. Wie kan het vatten? Iedereen zal moeten zeggen: Als ik dit, voor het natuurlijke oog onzichtbaar wonder, omvatten wil, staat mijn verstand vol eerbied stil. “En al hun heir”. Hoeveel vogels zijn er niet, die door de lucht vliegen? En dan bedoel ik niet die verschrikkelijke kunstvogels - vliegtuigen - maar die schone vogels die God geschapen heeft op de vijfde dag in een onvoorstelbare verscheidenheid. Daarbij komen ook nog al de insecten. Hoe meer men aan al deze dingen denkt, hoe meer het gaat duizelen. Alles roept Zijn grootheid uit. Zon, maan, sterren enz., het hoort er allemaal bij. Hij heeft niet alleen de hemelen gemaakt met al hun heir, maar ook de aarde, met alles wat er op is. Bergen en dalen, landen en zeeën. Grote en kleine bomen. Een pracht van bloemen en ik weet niet hoeveel soorten gewassen. Jullie begrijpen wel, als je niet met je ogen in je zak loopt en je verstand niet op nul hebt gezet, dat alles wat de HEERE alleen gemaakt heeft, ons een eindeloze variatie te zien geeft.

De zeeën worden apart genoemd. Dat zijn de onafzienbare oceanen met ongekende diepten. Ik heb wel eens gelezen dat de diepste zeeën wel 20.000 meter diep zijn. Ik heb het niet nagemeten. Wie zou het kunnen. Wie zal zeggen wat er in die zeeën leeft. Aan grote gedierten, die misschien nog nooit gezien zijn, en ook aan kleine gedierten. Aquariums geven er wel eens iets van weer. Doch zij benaderen met z’n allen de werkelijkheid niet. Ook hier kan alleen maar gezegd worden: God is groot en wij begrijpen het niet.


Hoe groot zijn HEER’ Uw werken
Hoe ver gaat Uw beleid?
Gij stelt met mogendheid
Elk deel zijn juiste perken.
Een ziel, aan ’t stof gekluisterd,
Beseft Uw daden niet.
Geen dwaas weet wat hij ziet.
Zijn oordeel is verduisterd.


Hoe dwaas is de mens, die nog gelooft in een evolutietheorie. Hij ziet de dingen wel, doch hij weet niet wat hij ziet. Hij ziet Gods hand in al deze dingen niet. Hij ziet niet wat die dichter zag, toen hij getuigde:


Des HEEREN werken zijn zeer groot
Wie ooit daarin zijn lust genoot
Doorzoekt die ijv’rig en bestendig.
Zijn doen is enkel majesteit
Aanbiddelijke heerlijkheid,
En Zijn gerechtigheid onendig.

En Gij maakt die allen levend. Dat is een wonder apart. Alles wat geschapen is, is door God levend geschapen, terwijl elk schepsel weer leeft op zijn eigen manier. Het gras leeft anders dan het dier. Een dier leeft weer anders dan een mens. Een vogel leeft anders dan een vis. Een luis anders dan een olifant. En ga zo maar door. Hij heeft alles niet alleen levend geschapen, doch alles wordt ook door Hem in het leven behouden en steeds weer tot nieuw leven gebracht. Op elke winter volgt steeds weer een lente enz. Als God Zijn Geest uitzendt, vernieuwt Hij het gelaat des aardrijks.

Hoe nietig is daartegenover de kundige mens. Want zo is het toch tegenwoordig? De mens kan alles, zo denkt en redeneert men. En wat nog niet binnen zijn bereik ligt, dat komt nog, zo gelooft men. Men kan een reis naar de maan maken. Doch men kan geen maan maken. Men kan een reis naar de sterren maken, doch men kan geen ster maken. Men kan van bomen planken zegen, en daarvan een huis maken. Doch niemand is in staat om een boom te laten groeien. Men kan in het kleinste zaadje het “leven” niet maken. Wat zou een “geestelijk” dode mens kunnen? De boel kapot maken, ja dat kan hij.

Misschien vindt deze of gene het al te wit zwart getekend. Want de mens kan toch ook nog wel wat goeds? Als je het zo zou willen noemen, het mag van mij. Krachtens de algemene goedheid Gods heeft de mens, na de val nog verschillende resten van het Beeld Gods overig behouden, waardoor hij nog tot veel in staat is. Doch wie des mensen werk naast de werken Gods laat leggen, om ze met elkander te vergelijken, dan schiet van de kundigheid en de vaardigheid van de mens natuurlijk niets over.

“En het heir der hemelen aanbidt U.” Welk een woord, welk een waarheid. De zon en de maan enz., alles looft de Heere. De Engelen doen dat ook. Ja, zelfs ook de duivelen, al vloeken zij. Hoe kunnen zij de HEERE groot maken? Door te erkennen dat ze uiteindelijk toch de minderen zijn. “Zijt gij gekomen om ons te pijnigen voor de tijd”. Zij weten dat zij in de eeuwige poel van vuur en sulfer zullen geworpen worden. Zij geloven dat er een God is en zij sidderen. Dat is niet voor niets. Hoe zij ook te keer gaan in Gods schepping, eenmaal zullen zij voor goed ten onder gaan. Halleluja!!!!

“En het heir der hemelen aanbidt U”. Ik kan dat natuurlijk uit gaan breiden. Want het zijn niet alleen de zon en de maan. Ook de wolken, de lucht en de winden. De vogels en ga zo maar door. Alles wat leeft, looft de HEERE.

En de mens? Hij vloekt de HEERE, en denkt nog dat hij groot is. Arme, arme mens, die zich nog iets verbeeldt en denkt met God te kunnen wedijveren. Arme, arme mens, die mensen aanbidt en de HEERE niet. En wat doen wij? Ontzaggelijke vraag. Ween, o mens, omdat ge een zondaar zijt. Buig u voor Hem neer, wanneer dat nog nooit gebeurd is, voor u door Hem zult worden neergeslagen. En als het eens gebeurd is, doe het steeds weer. Hij is het eeuwig waard. Daarom:


Looft den HEER’, want Hij is goed;
Looft Hem met een blij gemoed.
Want Zijn gunst alom verspreid;
Zal bestaan in eeuwigheid.

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's