Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 98

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En Gij hebt Uwen goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen, en Uw Man hebt Gij niet geweerd van hunnen mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst.

Beste jongelui!

Ik heb wel lange benen, maar kan zo hard niet gaan, nu ik bezig ben met het gebed dat uitgesproken is op het plein bij de Waterpoort te Jeruzalem. Want in deze schuldbelijdenis passeert in vogelvlucht de geschiedenis van het gehele volk Israël. En dat is een leerzame geschiedenis. Geeft er maar goed acht op. Want enerzijds kunnen wij er uit leren hoe de HEERE Zich heeft gedragen ten opzichte van het oud-testamentische bondsvolk. En anderzijds kunnen wij er uit leren hoe dat volk zich gedragen heeft tegenover de HEERE. Die twee gedragingen vormen twee geweldige tegenstellingen. Tegenstellingen van mensen tegenover mensen krijgen dikwijls veel aandacht. De een is de ander niet. Daar zijn veel verschillen. Toch zijn het uiteindelijk altijd maar mensen, die dezelfde aard hebben. Dat is een totaal verdorven aard. Bij de één komt het wat meer openbaar dan bij de ander. Doch aan het eind geldt van allen, dat er niemand is die goed doet, ook niet tot één toe.

Hoe geheel anders is het nu met de HEERE en Zijn kerk, het nieuw testamentische bondsvolk? De HEERE is niet veranderd. Hij is van eeuwigheid tot eeuwigheid Dezelfde. Doch de mensen zijn ook niet veranderd. Want de mensheid blijft in wezen ook altijd zichzelf gelijk. En dat maakt nu de geschiedenis van het volk uit het verleden, tot een spiegel voor het volk van heden. We moeten er maar goed in kijken. Dan kunnen we er ons beeld in zien. En als je dan verder mag kijken, kun je ook zien hoezeer we van het Beeld Gods, waarnaar we toch allen geschapen zijn, verwijderd zijn.

Want het volk gaf in heel zijn levensopenba-ring te kennen, met een boze geest bezet te zijn. Dat is natuurlijk heel erg. En wie zichzelf kent, zal dat “erge” ook op zichzelf moeten toepassen. We hebben van nature allemaal een boze geest. We zijn bezet gebied van de boze, dat is de duivel. Schrik niet! Of: Schrik wel!! Als je nog nooit geschrokken bent, bij de ontdekking van deze werkelijkheid, wordt het tijd dat het nu eens gebeurt.

Want anders ben ik bang dat het gebeuren zal, als het te laat is. Namelijk als je door de dood overvallen wordt. Want dan gaan degenen die zich alleen maar hebben laten leiden door de boze geest, voor eeuwig verloren. En dat willen jullie toch niet? Of willen jullie dat toch wel? De zaak lijkt mij belangrijk genoeg om er eens grondig over na te denken. Als dat gebeurt, rijst Gods goedheid hemelhoog op, als je de boven afgeschreven tekst met nadruk leest. “En Gij hebt hun Uwen Geest gegeven om hen te onderwijzen.” Die heeft God niet gegeven aan mensen, die dat hadden verdiend. Integendeel! Hij heeft Zij n goede Geest gegeven aan mensen die door de boze geest zich vrijwillig lieten leiden, iedere keer weer. Die Geest konden zij ook niet kopen, noch verdienen. Die werd hun gegeven. Gratis, voor niets. Daar moet je toch stil van worden.

Hij heeft hun die Geest niet gegeven, om hen te verdelgen. O zeker, dat was wel verdiend, en dat is ook meerdere malen gebeurd, wanneer men zich zo hardnekkig betoonde, dat er schier geen genezen meer aan was. Dan diende dit tot waarschuwing voor degenen die dan nog gespaard bleven, opdat zij door de schrik des HEEREN bewogen zouden worden tot het geloof.

Doch nu staat er dat Hij hun Zijn goeden Geest gegeven heeft, om hefi te onderwijzen. Met die goede Geest wordt niets anders bedoeld dan de Heilige Geest, de derde Persoon in het Goddelijk Wezen. Het is de Geest der profetie, Die het volk wilde leren, hoe men, hoe schuldig ook, toch in een verzoende betrekking met God kon komen. De gehele oud-testamentische eredienst getuigde daarvan.

God heeft nog veel meer gedaan. Ondanks dat zij de hemelse spijze verachtten en zeiden: “Onze ziel walgt van dit zeer lichte brood”, heeft Hij hun dat brood niet onthouden. Zij kregen het toch elke dag weer. Zo ook met het water. Dat kon men in de woestijn onmogelijk missen. Water is een van de eerste levensbehoeften. Zij verdienden allemaal van honger en dorst te moeten omkomen. Doch de HEERE betoonde dagelijks geen lust in hunnen dood te hebben. Hij bleef brood en water geven. Hij deed dit veertig jaren lang in de woestijn. Veertig jaren! Dat zijn geen veertig uren, dagen, weken of maanden, maar jaren. Zij hebben geen gebrek gehad. Hun klederen zijn niet verouderd en hunne voeten zijn niet gezwollen. Zij werden veertig jaren door God op de handen gedragen. Onbegrijpelijk! Wie zou het doen? Onder de mensen moet je een zodanig iemand maar niet gaan zoeken. Ik vermoed dat je hem nimmer zoudt vinden. En zó is nu God!

“En Gij hebt Uwen goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen”. Als dit nummer van Bewaar het Pand verschijnt, staan we vlak voor het Pinksterfeest. Dat is het feest waarop gedacht wordt aan de uitstorting van de Heilige Geest. Dat is Dezelfde Geest, Die eenmaal aan Israël gegeven werd. Want gelijk God eeuwig is, zo is ook de Geest eeuwig. En Die is op de Pinksterdag uitgestort op alle vlees. Niet op alle mensen. Wel op alle soorten mensen. Niet alleen op de Joden, maar ook op de heidenen. Niet alleen op de ouden van dagen, maar ook op jongens en meisjes. Ja, ook op jongens en meisjes! Vergeet dat niet. De werkingen van de Heilige Geest, de goede Geest van God, zijn sinds Pinksterdag wereldwijd uitgebreid. Hij is gegeven om ons te onderwijzen, in die dingen die ter zaligheid van node zijn. Het onderwijs dat Hij geeft is een heel wonderlijk onderwijs. De wijste kan het niet begrijpen en voor de domste is het een zeer eenvoudige zaak. Mogelijk snappen jullie dat niet allemaal. Want “wijze mensen” hebben iets zo door, en “domme mensen” kun je nu eenmaal moeilijk iets aan het verstand brengen. Zo redeneren wij. Doch in geestelijk opzicht gaat deze redenering niet op. Want wat voor de “wijzen en verstandigen verborgen is, wordt aan de kinderkens geopenbaard”. Dit onderwijs wordt gegeven door middel van Gods woord. Dat moet verkondigd worden. Dat is op de Pinksterdag gebeurd, en dat gebeurt nu nog. En als dan de Heilige Geest het toepast, dan wordt verstaan wat tot de zaligheid van node is. Dan krijgt men ware kennis van God, Die Heilig en Rechtvaardig is, voor Wie men niet kan bestaan. Dan krijgt men ook te zien wie men zelf is: Schuldig en doemwaardig, waarom men voor eeuwig zou moeten vergaan. Doch daar blijft het dan niet bij. Want het is de bedoeling van de goede Geest Gods, om de Zoon Gods te verheerlijken. Die wordt dan als de Zaligmaker - voor kapotmakers - voor de geestelij ke aandacht gebracht, terwijl degenen, die zich als gans verloren waarnemen, met het geloof begiftigd worden, waardoor zij Hem aannemen, Die in deze wereld gekomen is, om te zoeken en zalig te maken, hetgeen verloren was. Wat in het O.T. zinnebeeldig in de ceremoniële eredienst werd voorgesteld, dat heeft zijn vervulling gevonden in Hem, Die alles volbracht heeft. Zo dat men op grond van Zijn verdiensten het eeuwige leven kan ingaan, dat is het geestelijk Kanaan der rust. Dat is nu het wonder van de vrije genade, waarin men door de goede Geest Gods steeds nader onderwezen wordt.

Als je zo het Pinksterfeest beleven mag, heb je een goede pinksteren. En als je zo de overdachte tekst lezen mag, dan wordt hij steeds rijker. Want er staat in het vervolg: “en Uw Man hebt Gij niet geweerd van hunnen mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst.” Want ook in het N.T. komt men er achter dat men het, na ontvangen genade, niet verdiend heeft dat God bemoeienissen met hen blijft houden, omdat zij niet ophouden God dagelijks moeite te geven met hun zonden. Evenwel verandert Hij niet. Hij weert het Man van hunnen mond niet. In mijn bijbel staat het woordje Man met een hoofdletter. En dat wijst op Christus. Hij zegt Zelf dat Hij het geestelijke manna is. En er wordt ook in de bijbel gezegd, dat het water dat uit de steenrots kwam, heenwees naar Christus. “En de Steenrots was Christus”. Als je dit samenvatten kunt, kun je geen andere conclusie trekken dan deze, dat de Heere Zijn volk niet in de steek laat. Nooit! Hij handelt nooit met hen naar hunne zonden. Hoe zwaar, hoe lang zij ook Zijn wetten schonden. Hij straft hen wel, maar naar hunne zonden niet. Daar is er maar Eén geweest, die naar de zonden van het volk gestraft is, en dat is Gods Eniggeboren Zoon. Die heeft alles willen ontberen. Die moest door de woestijn vol doornen en distelen, symbolen van de vloek, en dan barrevoets. Hij had geen enkele bedekking tegen de vloek die over Hem kwam. Zijn voeten zijn gezwollen, toen de nagels, waarmee Hij aan het kruis gespijkerd is, door Zijn voeten werden heengedreven.

Wie zo door het geloof Christus mag eten en drinken en Zijn schoenloze voeten mag zien, Zijn naaktheid aan het kruis, kan zich alleen maar verwonderen over al datgene wat God geeft aan zondige mensen. Het is tenslotte Zijn onbezweken trouw, die nooit hun val gedogen zal. Ik de HEERE worde niet veranderd, en daarom zijt gij, o kinderen van Jacob, niet verteerd.

Vrienden, ik moet weer gaan eindigen. Als jullie examen hebben gedaan, hoop ik van met een goed gevolg. En zo niet, God geve onder alle omstandigheden een ieder wat nodig is. Tegenspoed kan ook zijn nut hebben. De hartelijke groeten van jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 mei 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's