Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

Nehemia 104

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

“En dat wij onze dochteren niet zouden geven aan de volken des lands, noch hunne dochteren nemen voor onze zonen....”.

Beste jongelui!

We hebben gehoord dat het volk na het doen van schuldbelijdenis, de HEERE beterschap beloofde. Dat houdt heel eenvoudig in dat men zich bekeren zou. Bekeren dat is geen kwestie van een enkel ogenblik, of van een bepaalde daad. Het raakt uiteindelijk het hele leven, en beperkt zich derhalve niet tot één dag. Het houdt in een wandelen overeenkomstig de geboden des Heeren. Dat gold toen en dat geldt vandaag nog. De wereld lacht om Gods geboden. Zij worden met voeten getreden. Doch hoe gebeurt dat onder ons? We behoeven eerlijk niet uit de hoogte op de wereld neer te zien. Want wie zichzelf plaatst voor de spiegel van Gods geboden heeft meer dan genoeg aan zichzelf. Het zou te ver voeren om hier al de geboden te gaan behandelen, doch dat de lezers ze zichzelf voor de aandacht halen, is geen overbodige zaak. We houden ons aan hetgeen men daar op het plein bij de Waterpoort de Heere beloofde, om dan het een en ander in toepassing op onszelf te bezien.

In het verleden had men toegestaan dat de joodse jongens trouwden met heidense meisjes, en ook dat de joodse meisjes toestemming gegeven werd om met heidense jongens te trouwen. Het gaat dus over “gemengde huwelijken”. En dat heeft veel ellende tot gevolg gehad. Het spreekwoord zegt niet voor niets: Waar je mee omgaat daar word je mee besmet. Want de gevolgen waren niet achterwege gebleven. Er had een wederzijdse beïnvloeding plaats. En dat niet ten goede, maar ten kwade. Want de heidense jongens namen de joodse meisjes mee de wereld in. En dat ging ten koste van het dienen van God. Zo ging het ook met de joodse jongens. Want die werden weer beïnvloed door hun heidense vrouwen. Terwille van de vrede werd het een na het ander toegegeven. Zo gaat dat meestal in het leven. Het zou mij niet verwonderen als hier pijnlijke konklusies aan verbonden zitten voor deze en gene. Want dit soort zaken komt in de kerk anno 1990 ook voor. Jongens die een levensgezel zoeken in de wereld, en meisjes die met wereldse jongens er van door gaan. Men denkt dan in het begin elkander nog wel te zullen bekeren. Soms gaat één partij nog wel voor een ogenblik met de andere mee, de goede kant op. Doch wordt het volgehouden? Men vindt het, als men getrouwd is, al heel gauw te zwaar en men begint met af te haken. Men laat elkander dan z.g.n. nog wel vrij. Doch in werkelijkheid is er in het leven een onherstelbare breuk aan het groeien. En als er kinderen geboren worden, dan gaan die meestal mee de verkeerde kant op. Want het is een moeilijk tegen te spreken zaak, dat de wereld met al haar begeerlijkheden een mens van nature meer trekt, dan de dingen die het koninkrijk Gods aangaan. Het zou niet moeilijk zijn, om deze dingen met vele voorbeelden uit de praktijk te bevestigen. Als ik dit zo schrijf, is daarmee natuurlijk niet gezegd, dat een kerkelijk huwelijk bij voorbaat een geslaagd huwelijk is. Want ook op het kerkelijk terrein zijn er voorbeelden te over dat het in de praktijk toch mis gaat. Men weekt dan beiden zo van lieverlede af, van de beginselen waarbij men opgevoed is, om de wereld in te gaan en die te dienen. Daartegenover staat, dat een gemengd huwelijk bij voorbaat niet altijd een verkeerd huwelijk is. Het komt inderdaad voordat het de goede kant op gaat. Doch dat is meer uitzondering dan regel. Daarom is het nodig zich aan de schriftuurlijke lijn te houden en geen “juk aan te gaan met een ongelovige”. Er zou over deze dingen nog heel veel te zeggen zijn. Daar is tegenwoordig ook de kerkelijke verdeeldheid, die veel problemen met zich mee kan brengen. Hier kan ik in alle gevallen geen sluitende oplossing geven. Het is vóór alle dingen wel zaak dat men beiden de Heere dient en dan in oprechtheid. Dan blijven de jongen en het meisje wel twee personen, doch die kunnen dan elkander, op bijbelse gronden tot een hulp zijn in alle omstandigheden van het leven. Wanneer het huwelijks leven een biddend leven is, dan kan dit veel moeilijkheden voorkomen en ook oplossen.

Niemand denke overigens over deze zaken licht, want er komt op de weg van het leven die men samen wenst te gaan, heel wat kijken. Een leven overeenkomstig het woord van God, ook in het huwelijk, waarborgt een veilige gang, op dit vaak glibberige pad. Ook ten deze geldt: “Wie zijn weg wel aanstelt, die zal Ik Mijn heil doen zien.”

De ouders deden dus omtrent hun kinderen een belofte. In die tijd waren de ouders bij het sluiten van een huwelijk nauw betrokken. De kinderen werden, zoals dat heet, uitgehuwelijkt. Tegenwoordig laat men de keus voor een levensgezel over aan de jongeren zelf. Ik zeg niet dat dit op zichzelf een verkeerde zaak is, doch dat ook nu de ouders nog geraadpleegd worden, lijkt mij toch geen overbodige zaak. Als het wijze ouders zijn, zullen zij hun kinderen met wijze raad zoeken te omringen, om vervolgens hen “biddend” te begeleiden.

Van het een komt het ander. Want t.o.v. de huwelijken waren er niet alleen heel wat dingen misgegaan, het kwam op allerhande terreinen van het leven voor. Zo kwamen er

op de sabbat heidense mensen haar de stad om hun waren te koop aan te bieden. En datgene wat te koop werd aangeboden op de dag des Heeren, werd ook gekocht, en dat tot oneer des Heeren. Want Hij had dit verboden. Men overtrad hiermede het vierde gebod. En dat is een heilig gebod. Dat geldt trouwens van alle geboden. Want ze zijn afkomstig van een heilig God. Daar zou in het vervolg ook een punt achter worden gezet. Men zou op de sabbat geen handel meer drijven. Ook dat is een punt waar nog wel even over nagedacht mag/moet worden. Want met de dag des Heeren houdt de wereld helemaal geen rekening. Men claimt deze dag om de zonde te bedrijven. Men vecht er voor om hem te behouden. Niet om de Heere te dienen, doch om de duivel te dienen. Want zondigen, hoe ook, is altijd de duivel dienen. En dat is altijd een verboden zaak.

Misschien zeggen vele lezers wel: Wij houden de sabbat, de dag des Heeren, in ere. Dat is een goede zaak. Doch sla niet al te gauw met de hand op uw borst. En denk niet al te gauw dat u beter bent. Want al drijf ik dan op de zondag geen handel in de praktijk, dan kan het toch nog wel in gedachten geschieden. De mens is arglistig. Wij zien slechts aan wat voor ogen is, en zijn dan al gauw tevreden over ons zelf. Doch de Heere ziet het hart aan. Ik hoorde eens van een ouderling, een kind van God, die kwam na de kerkdienst in de konsistorie. De dominee vertelde dat hij zo gemakkelijk had gepreekt. Dat kan natuurlij k, en het is een voorrecht als dat mag gebeuren. Doch die ouderling was eerlijk en zei: “Dan hebt u het beter getroffen dan ik. Want terwijl u stond te bidden, was ik bezig om een koe te verkopen”. Dat gebeurde natuurlijk niet in werkelijkheid, doch in gedachten. En die worden van verre door de Heere reeds verstaan. Eer er een woord op onze lippen is, Hij weet het alles. Wie dit begrijpt, kan wel met zijn hand op zijn borst slaan, doch dan op de manier van de tollenaar, die van verre bleef staan in de tempel, en het uitsprak: “O God, wees mij, de zondaar genadig”.

De dag des Heeren in ere houden, wil niet zeggen dat er op die dag niets gedaan mag worden. Want er is noodzakelijke arbeid, die gewoon door moet gaan. Wanneer je de verklaring van het vierde gebod leest in de Heid. Kat. dan valt het op, dat daar heel veel werkwoorden in staan. Je moet het maar eens na zien. Dan zul je ontdekken dat je jezelf op die dag echt niet behoeft te vervelen, gelijk dit nu zo menigmaal hét geval is. Want de dag moet besteed worden in de dienst des Heeren. Dat moet natuurlijk elke dag,’doch de eerste dag der week wel in het bijzonder. Wanneer dat niet gebeurt, kun je denken door hetgeen je niet doet, vrij uit te gaan, terwijl je dan toch schuldig staat, door je schuldige plicht ten opzichte van God niet na te komen.

In de dienst van God, die geregeld wordt door de geboden van God, luistert alles heel nauw. Wie de Heere werkelijk liefheeft, zal het daarom met het dienen van God ook heel nauw nemen, en aan het eind het niet verder brengen dan tot “een klein beginsel van de nieuwe gehoorzaamheid.” Niet om daarbij te blijven staan, doch om er naar te staan in het dienen van God vorderingen te maken.

Dat wil met andere woorden zeggen: Er moet gejaagd worden naar heiligmaking. Dat is een heilig leven leiden voor het aangezicht van God. Hoe meer men zich daarin mag oefenen, hoe meer men er achter komt, dat men er zo weinig van terecht brengt. Men moet God dienen niet om wat te verdienen, doch uit liefde, omdat God het zo waard is. Zien jullie dat ook zo? “Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten”. Gelukkig ben je, als je het die dichter zo na mag zeggen. Er is er Eén geweest die in alles Gods geboden volmaakt heeft volbracht. Ook het vierde gebod, al is Hij door de farizeërs en de wetgeleerden, juist ten opzichte van het vierde gebod, veel beschuldigd. Dit heeft Hij zich laten welgevallen om de schuld te dragen en te voldoen, die Zijn ware volgelingen maken. Voor ditmaal gaan we weer eindigen. Je hebt voorlopig wel weer genoeg om over na te denken. Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1990

Bewaar het pand | 6 Pagina's