Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waken over de aangenomen leer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waken over de aangenomen leer

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

l.

Taak der kerk

De Heere heeft aan Zijn kerk de woorden der zaligheid toevertrouwd; het Evangelie van Zijn genade in Christus. Dat is ongetwijfeld een uiterst kostbaar geschenk. Het kostbaarste wat ooit aan mensen gegeven zou kunnen worden. De wil Gods tot onze verlossing wordt daarin immers geopenbaard.

In haar beste tijden heeft de kerk die woorden Gods dan ook beschouwd en behandeld als een schat. Het is bijvoorbeeld een van de zegeningen van de Reformatie geweest, dat dit Woord weer werd ontdekt en dat dit Woord ook weer werd verkondigd. En wat heeft dat Woord toen een zegen mogen verspreiden....

Ook op een andere manier heeft de Kerk - met name in de tijd van de

Reformatie - bewezen, dat ze dat Woord op hoge prijs stelde. Zij heeft immers uit dat Woord de belijdenisgeschriften opgesteld. Puttend uit wat de Heere Zelf geopenbaard heeft, heeft de Kerk toen haar antwoord op dat Woord gegeven en het resultaat hebben we in de belijdenisgeschriften, de Drie Formulieren van Enigheid. Daarin is de leer der Kerk op schrift gesteld en langs die weg o.a. is ons de leer overgeleverd. Daarin vinden we de aangenomen leer, waar ieder die belijdenis des geloofs aflegt als het ware zijn naam onder zet en waar elke ambtsdragers bij de aanvaarding van het ambt zijn handtekening onder plaatst. Met het zo aanvaarden van de leer bleef de Kerk in de oude traditie die al op de bijbelse tijden teruggaat. Zo was het al

in de dagen van de apostelen. Zij waren het immers, die als Christus’ bijzondere afgezondenen de leer hebben mogen formuleren en aan de Kerk overdragen. Zo werd de kerk gebouwd op het fundament van apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is (Ef. 2:20). En het bevel aan de Kerk was dat zij die leer moest verbreiden. Deze leer moest worden bekend gemaakt in de gehele wereld, omdat het de leer is die naar de godzaligheid is.

Behalve de taak van het verbreiden van deze leer, is aan de kerk ook opgedragen over die leer te waken. En de Kerk dient het als een heilige plicht te beschouwen deze taak te volbrengen. Over dit waken over de aangenomen leer willen we het in deze artikelen hebben. Voorwaar, een taak, die met name in onze tijd, waarin over de leer vaak erg schamper gedaan wordt, veel verwaarloosd is, maar die niettemin toch betracht dient te worden. Zonder dit waken over de leer ziet het er voor de Kerk droevig uit. Satan, de verspreider van de leugen, zit niet stil. En als wel de leugen, maar niet meer de waarheid verbreid en bewaard wordt, wat zal daarvan het resultaat zijn?

De taak geformuleerd

De Kerk heeft verstaan, dat het van haar verwacht wordt dat zij de leer bewaart. De neerslag daarvan vinden we bijvoorbeeld in de ondertekenings-formulieren voor ambtsdragers. Zo lezen we in het ondertekenings-formulier voor de dienaren des Woords en ook in dat voor de ouderlingen en diakenen: “Wij beloven, dat wij deze leer ijverig zullen leren en getrouw voorstaan, zonder daartegen, hetzij openlijk of bedekt, direkt of indirekt, iets te leren of te schrijven. Voorts verklaren wij, dat wij niet alleen alle dwalingen, die tegen deze leer strijden, verwerpen, maar dat wij ook genegen zijn die te wederleggen en te bestrijden en alle arbeid aan te wenden om ze uit de kerken te weren”.

In het formulier dat de hoogleraren bij hun ambtsaanvaarding ondertekenen staat dezelfde passage. Met dit verschil, of beter gezegd, met deze aanvulling, dat als gesproken wordt over de dwalingen die weersproken en bestreden dienen te worden met name genoemd worden de dwalingen welke in de synode van Dordrecht 1618-19 veroordeeld zijn. De dwalingen van de Remonstranten dus. Volgens dit ondertekeningsformulier is het dus met name de dwaalleer van het Arm-inianisme, die door de hoogleraren der Kerk weerlegd dient te worden.

Elke keer als er een generale synode van onze kerken wordt gehouden, wordt aan het begin van de vergadering de Openlijke Verklaring afgelegd. Het is altijd weer een plechtig ogenblik als de praeses deze Verklaring voorleest en alle afgevaardigden door opstaan er instemming mee betuigen. Welnu, in die Openlijke Verklaring komt ook een passage voor, die er op wijst, dat de Kerk verstaat, dat een van haar taken is het waken over de aangenomen leer. We lezen daar immers: “...waarom wij elke leer die daarmede in strijd is, verwerpen”.

En om niet meer te noemen, ik denk aan het Reglement op de Kerkvisitatie. Elk jaar dient bij alle kerken kerkvisitatie te worden afgelegd. Dit gebeurt vanwege de classis, die daartoe twee visitatoren aanwijst. Deze visitatoren bezoeken de kerkeraad om een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken in die betreffende plaatselijke kerk en aan de hand van een daartoe opgesteld reglement worden allerlei vragen gesteld. Een van de vragen aan de kerkeraad is de volgende: “Waakt u - mede door studie en gesprek - over de aangenomen leer, zodat u bij deze leer blijft volharden?”

Het lijdt geen twijfel, in de formulieren wordt goed aandacht gegeven aan deze taak der kerk. Als we daarbij ook nog zouden raadplegen wat er in de zogenaamde Liturgische Formulieren hierover staat, zullen we des te meer overtuigd raken van de noodzaak en het belang van deze taak.

Maar de vraag is natuurlijk niet in de eerste plaats wat de Kerk ervan vindt en hoe zij erover spreekt. De eerste vraag is, wat de Heere er over gezegd heeft en wat we er dus in de Bijbel over vinden.

Het getuigenis der Schrift

Het is niet moeilijk om heel wat teksten uit de Bijbel bijeen te brengen, die ons zeggen, dat ook Gods Woord het heeft over het waken over de leer. Deze gegevens uit de Heilige Schrift laten duidelijk zien van hoe groot belang de leer is. Ik beperk me wat het Schrift-bewijs betreft grotendeels tot de brieven van Paulus aan Timotheüs en Titus.

De waarde van de leer komt uit in bepaalde uitdrukkingen, die Paulus gebruikt. Hij noemt de leer “de goede leer” (1 Tim. 4:6). Op een andere plaats noemt hij die leer “de gezonde leer” (1 Tim. l:10;2Tim.4:3;Tit. 1:9;2:1).Hij spreekt ook wel over de “gezonde woorden” (1 Tim. 6:3). Heel tekenend is de uitdrukking “de leer die naar de godzaligheid is” (1 Tim. 6:3). Verder horen we Paulus spreken over “de leer van God” (Tit. 2:10).

Dat de leer van groot belang is blijkt ook uit wat we volgens de apostel met die leer moeten doen. Hij heeft het over “arbeiden” in die leer (1 Tim. 5:17). Hij spreekt over “acht hebben op de leer” (1 Tim. 4:16). Ook lezen we dat de leer “versierd” moet worden (Tit. 2:10). Naast het woord “leer” gebruikt de Schrift nog andere woorden, die er synoniem mee zijn en dus dezelfde betekenis hebben. Ik denk aan het woord “waarheid”. In 1 Tim. 6:3 worden “leer” en “waarheid” naast elkaar geplaatst: zij die niet met de gezonde leer overeenkomen zijn zij, die van de waarheid beroofd zijn, zegt Paulus. En ja, “waarheid” is zeer belangrijk. Vandaar dat het de roeping der kerk is “in de waarheid te wandelen” (2 Joh.:4; 3 Joh.:4).

Nog weer een ander woord, dat van gelijke betekenis als “leer” is. is “geloof’. Verstaan dan in de objektieve zin: het geloof waarin we geloven. Zo gebruikt Judas het als hij zegt in vs. 3 van zijn brief, dat we hebben te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen is overgeleverd.

Het lijkt me niet nodig het aantal Schriftbewijzen uit te breiden. Met het bovenstaande is genoegzaam aangetoond, dat het de wil des Heeren is, dat Zijn waarheid zuiver bewaard wordt.

Leer - leren

Intussen zal het wel duidelijk zijn, dat ik het woord “leer” opvat niet als “het leren” - het proces van onderwijzen. Er zijn anders heel wat theologen vandaag die wel van “leren” in plaats van over “leer” spreken. Zij zijn namelijk van mening, dat de waarheid geen vast gegeven is, maar een gebeuren, dat nooit tot stilstand komt. En het waarheidskarakter moet zich dan ook bewijzen in openheid naar de toekomst toe. Er staat eigenlijk niets vast, maar de Heilige Geest leidt de kerk zo, dat zij het woord van Christus steeds weer nieuw leert verstaan in een telkens wisselende situatie. Dat komt er dan op neer, dat wat vroeger waar was, nu per se niet meer waar behoeft te zijn. Het betekent ook, dat wat voor de een waar is, voor de ander nog niet op dezelfde wijze waar behoeft te zijn. En wat vroeger als zonde werd bestempeld behoeft vandaag dat stempel niet meer te dragen. De geloofswaarheid is immers voortdurend in ontwikkeling. Op deze wijze staat er niets meer vast. We kunnen dan ook niet zeggen, dat we de waarheid bezitten. Op zijn hoogst hebben we allemaal een stukje van die waarheid. Maar overigens zijn we onderweg naar de waarheid” voortdurend op zoek.

We nemen van deze visie duidelijk afstand. Zij werkt ondermijnend en is daarom funest. Er zijn gelukkig wel dingen die vaststaan en we mogen spreken van de “leer”. Bedoelt in de zin van het geheel van de aan ons toevertrouwde waarheid. Anders gezegd: het fundament van apostelen en profeten. Het gaat dan om de dingen die onder ons volkomen zekerheid hebben. Zekerheid, niet omdat de kerken daarover een besluit genomen hebben in een van hun vergaderingen; en besluit dat daarom voor vast en bondig gehouden dient te worden. Maar zekerheid, omdat de Heere ons aangaande deze dingen niet in het onzekere gelaten heeft, maar duidelijk gesproken heeft.

Op die grond kunnen we zeggen: Wij weten.... Het gaat bij de “leer” dus niet om iets wat vandaag waar is en morgen niet waar is. Het is geen wassen neus, die je alle kanten op kunt buigen.

De leer is het geheel van de onbeweeglijke, onveranderlijke geopenbaarde feiten, die de volle raad Gods bekend maken.

Welnu, die leer dient bewaard te worden. De kerk is immers pilaar en vastigheid der waarheid (1 Tim. 3:15).

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Waken over de aangenomen leer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's