Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe moet dat nu verder?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe moet dat nu verder?

Najaarsconferentie christelijke gereformeerde ambtsdragers 1991

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

De vorige keer luisterden we naar de bijdrage van professor W. van ‘t Spijker op de najaarsconferentie voor ambtsdragers die op 5 oktober jongstleden werd gehouden. “Hoe moet dat nu verder”, namelijk met de onderlinge eenheid in onze kerken?, zo luidde het thema van de dag. Het antwoord van de lector was, zoals we hoorden, meervoudig.

Die bijdrage was overigens niet anders bedoeld dan als inleiding - inleiding tot het gesprek dat die dag met elkaar gevoerd zou worden. Van die gelegenheid is ruimschoots gebruik gemaakt. Een groot aantal vragen werd gesteld en opmerkingen werden gemaakt door de aanwezige broeders. De hele mid-dagzitting vervolgens werd besteed aan de beantwoording daarvan. Ik herhaal nog even de namen van de panelleden. Naast voorzitter D. Koole en inleider dr. Van ‘t Spijker waren dat ds. J. Plantinga (Groningen), ds. J.H. Velema (Nunspeet) en ds. P. den Butter (Driebergen). In dit verslag volsta ik met een weergave van de middagdiscussie. Dit artikel zou anders al te uitgebreid worden. Trouwens - de meeste van de gestelde vragen kwamen op enige wijze wel in de plenaire bespreking terug.

Schriftuurlijk-bevindelijke prediking

Voorzitter Koole stelde allereerst het onderwerp van de prediking aan de orde. Enkele vragenstellers hadden namelijk de noodzaak van een Schriftuurlijk-bevindelijke prediking

beklemtoond. “Wat is dat en ontbreekt het daaraan onder ons?”, zo was de vraag aan de inleider. Deze wilde op het laatste deel van de vraag geen rechtstreeks antwoord geven. Het komt mij niet toe daarover een oordeel uit te spreken, aldus prof. Van ‘t Spijker. De prediking dient Schriftuurlijk-bevindelijk zijn. De werkelijkheid van het Woord Gods moet in ons eigen leven gestalte krijgen. Wel waarschuwde hij voor schematisering en systematisering in de prediking.

Ds. P. den Butter kreeg gelegenheid te reageren. Hij ging eerst in op het verschijnsel van de gesloten kansels. Dat recht hebben de kerkeraden. Ze dienen immers in eerste instantie te waken over de zielen die hun zijn toebetrouwd. Ze hebben de uitdrukkelijke roeping te toetsen aan Schrift en belijdenis. Dominee Den Butter voegde een nieuw element aan de bespreking toe door te wijzen op de oppervlakkigheid in de prediking. Binnen onze kerken doet zich die voor. Daar bijvoorbeeld waar de gemeente als verbonds-gemeente wordt beschouwd èn aangesproken, op zodanige wijze alsof de hele gemeente in de heilsweldaden deelt. Zulk een benadering doet wezenlijk tekort. De prediking van wedergeboorte en bekering schiet erbij in...

Ook ds. Plantinga erkende dat een schriftuurlijk-bevindelijke prediking eis van de Schrift is. Zo alleen hebben onze kerken toekomst. Evenwel - we mogen hier geen versmalling aanbrengen. Het gaat niet slechts over het kómen op de weg des levens; ook het blijven op die weg moet aandacht krijgen, namelijk het leven naar Gods gebod in de vreugde van het geloof. Dominee J.H. Velema signaleerde dat er in de laatste decennia geruisloos een andere prediking dan de schriftuurlijk-bevindelijke in onze kerken is binnengeslopen. Gevraagd naar een uitweg gaf hij aan dat hier een taak voor de kerkeraden ligt, met name ten aanzien van de jonge predikanten. Ook de classes beantwoorden veelal niet aan de plicht tot het spreken over deze dingen.

Ontdekkende prediking

Gaan de wegen met name niet uiteen rond de prediking van het eerste stuk van de catechismus; ligt daar niet tweeërlei ontsporing?, zo vroeg de voorzitter. Toegespitst: aan de linkerzijde irritatie omdat men zo’n zware prediking niet lust; aan de rechterzijde koestering van deze prediking, evenwel zonder uitwerking.

Zo wordt er ter linkerzijde niet gereageerd, aldus ds. Plantinga. Integendeel - de mensen hunkeren naar een prediking waarin ze aan zichzelf worden ontdekt. Zorg er als prediker echter voor dat de mensen horen hoe ze als arme zondaren uit de rijke Christus mogen leven.

Ds. Den Butter: van nature zit geen mens op een ontdekkende en ont-grondende prediking te wachten. Wij willen er helemaal niet aan herinnerd worden wie wij voor de Heere zijn. Wel komt het helaas voor dat mensen met de mond zeggen dat ze een zware prediking waarderen. Ze blijven echter dood en gaan rustig hun eigen gang. Ze zijn als Herodes die de boetepreken van Johannes de Doper graag hoorde. Toch kan er een punt komen dat we van harte een eerlijke prediking gaan begeren. Maar dan opdat door de prediking van de ellende plaats gemaakt wordt voor Christus en Zijn werk.

De norm waaraan de prediking moet voldoen, is die van de confessie. Is er onder ons sprake van relativering van de belijdenis?, zo vroeg de voorzitter vervolgens. Het dak van de kerk is niet geheel dicht, zo antwoordde de inleider; er sijpelt wel eens iets naar binnen. De geest van het rapport “God met ons” waarin het Schriftgezag wordt onder-mijnd, gaat helaas ons niet voorbij. Hij voerde een pleidooi voor een levende binding aan de belijdenis. Dat is het wat onze kerken vanouds heeft samengebonden. En daarin ook vinden we datgene wat vandaag nog de kracht moet zijn in onze kerken, aldus prof. Van ‘t Spijker.

Ook ds. Den Butter signaleerde relativerende tendenzen in het spreken over de belijdenis. Er zijn publicaties onder ons die doen twijfelen aan de confessionele trouw van de scribenten. Als onze eenheid ons wat waard is, moeten we gaan opruimen wat die eenheid stukmaakt en wat de gemeenten in verwarring brengt.

Verscheidenheid

Aan het eind van de morgen-vergadering had één der aanwezigen gesuggereerd Bewaar het Pand op te heffen, de Amersfoortse groep te ontbinden en de Calvijnkring te ontmantelen. Wie dat dan moest doen, was nog de vraag - maar, zo was de intentie, ziehier een mogelijke aanzet tot slechting van de muren... Moet het zo?, aldus de vraag van de voorzitter aan het panel.

Verscheidenheid mag er zijn, reageerde prof. Van ‘t Spijker; groepsvorming niet. Laat ieder zich inspannen de eenheid te handhaven. Als dat het motief is om als broeders en zusters samen te komen, ga er dan mee voort. Evenwel - we hebben als kerken elkaar zo hard nodig, We gaan samen verder, of we gaan ieder op de eigen manier onder. Laten we elkaar onder Gods leiding vasthouden!

Op een vraag naar mogelijkheden van samenspreking, op plaatselijk en op ander niveau, antwoordde de Drie-bergense pastor. Hij refereerde daarbij aan een uitspraak van evangelist Schouten, eerder die dag: “We zijn uit elkaar gegroeid”. Samenspreking veronderstelt het staan op dezelfde basis. De symptomen zijn er echter die doen vrezen dat zulks dikwijls niet meer het geval is. Er zijn gesprekken op de classes geweest. Met als enig resultaat een grote moedeloosheid bij de deelnemers omdat ze aan het eind even ver van elkaar bleken te staan als tevoren. De basis was immers niet dezelfde. Dominee Plantinga bepleitte desondanks de eenheid te zoeken. Ook met andere kerken. De ruimte van Schrift en confessie moeten we elkaar gunnen.

Gebed en getuigenis

Om de verscheidenheid in de kerk te typeren, spreken we van vleugels. Naar het woord van de Schrift zijn de vleugels van de kerk evenwel het gebed, aldus tenslotte prof. Van ‘t Spijker. Wanneer we voor God op de knieën gaan en Hem de nood van de kerk opdragen, dan zijn we aan het juiste adres. Dáár alleen ligt het geheim van de toekomst van onze kerken. Naar het woord van de apostel: “Bid voor mij opdat mij het Woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid om de verborgenheden van het evangelie bekend te maken”.

Het eind van de bespreking bevatte een heel persoonlijk element. Op suggestie van een mede-conferentieganger gaf elk van de panelleden een kort getuigenis aangaande zijn verhouding tot de HEERE.

Ds. K. Boersma tenslotte sprak een opwekkend slotwoord naar aanleiding van Openbaring 22. Christus - de Wortel Davids, de blinkende Morgenster.

Tot zover dus het verslag van de in Amersfoort gehouden conferentie. “Hoe moet dat nu verder?”, zo luidde de vraag aan het begin ervan. Veel goede dingen zijn gezegd. Een heldere analyse werd verstrekt. En hoewel er -ik spreek voor mezelf - ook teleurstellende momenten waren, is er openhartig en eerlijk gesproken. Toch - naar mijn indruk ligt de vraag hoe het nu verder moet er nog levensgroot, ook nadat de honderden ambtsdragers huns weegs waren gegaan.

Lossen we het echt op door aandachtig naar elkaar te luisteren en nog eens indringend met elkaar te spreken? God geve het! Laten we onze verantwoordelijkheid kennen. Maar één ding werd toch wel duidelijk - als dat al niet was: het is tijd voor de HEERE dat Hij in ons midden werke! Niet om af te doen aan de roeping der kerken en de plichten van de broeders. Laten de kerkeraden leiding geven; laten de classes zich bezinnen. Laten we elkaar terugroepen tot de gronden der vaderen - en met name ook tot de beleving der dingen. Maar laten we vooral bedenken: met òns doen redden we het niet! Waaraan onze kerken boven alles behoefte hebben is dat haar nood ons op het hart gebonden is. Bij hen die bidden geleerd hebben in de eerste plaats. Om als ooit Daniël de HEERE achterna te klagen. “HEERE, hoe moet dat met onze kerken nu verder?”

Bij U, o HEERE, is de gerechtigheid maar bij ons is de beschaamdheid der aangezichten, omdat wij tegen U gezondigd hebben. Bij de HEERE onze God zijn de barmhartigheden en ver-gevingen, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben. (..) en Nu, o onze God, hoor naar het gebed Uws knechts en naar zijn smekingen, en doe Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom dat verwoest is. Om des HEEREN wil.

Wie weet, de HEERE mocht Zich wenden en Zich over ons ontfermen...

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Hoe moet dat nu verder?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's