Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oudvaders ten onrechte van Chiliasme beticht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oudvaders ten onrechte van Chiliasme beticht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

4.

Hoe komt het dat er zowel binnen als buiten de kerk sprake was van een optimistische toekomstverwachting in de tijd van de oudvaders? Zijn er oorzaken voor aan te geven? Wat zijn de factoren die hieraan hebben bijgedragen? Meerdere zaken zijn te noemen.

1.Oorlogsgeweld en geloofsvervolging

De zeventiende eeuw was een tijd van geweldige beroering in de volkerenwereld. Er was sprake van oorlogsgeweld. Er werd gestreden tussen de verschillende volkeren. Het rode paard van de oorlog werd gezien. Er was ook sprake van gebrek aan voedsel. Het zwarte paard van de honger werd waargenomen. Het gevlekte paard van besmettelijke ziekten was ook werkelijkheid in die dagen. Het witte paard werd in overwinningen gezien. Het oorlogsgeweld en al datgene wat oorlogen met zich meebrengen was een oorzaak om te denken dat men in een tijd leefde waarin de oordelen over Gods vijanden zouden komen en de beloften voor de kerk vervuld zouden worden.

De kerk werd vervolgd in de zeventiende eeuw. Te denken valt aan de opheffing van het edict van Nantes in Frankrijk in 1685. De hugenoten werden vervolgd.

In Duitsland woedde in het begin van de zeventiende eeuw een geweldige godsdienstoorlog. In heel de kerkgeschiedenis zien wij dat dit omstandigheden zijn waarin de gedachten aan een duizendjarig vrederijk gemakkelijk kunnen opkomen en ook daadwerkelijk naar voren komen. Er wordt door sommigen dan ook gedacht aan de ondergang van Rome en het heersen van de martelaren met Christus. Ook in Nederland werden dergelijke denkbeelden aangehangen. Binnen de kerken veranderde er het een en ander in het denken over de toekomst, maar de toekomstverwachting van de kerk bleef toch wezenlijk verschillen van de toekomstverwachting van de eigenlijke chiliasten.

2. Het rampjaar 1672

In het jaar 1672 werd Nederland aangevallen door vier vijanden. Engeland en Frankrijk, Munster en Keulen vielen ons land aan. Niet alleen de staatkundige zelfstandigheid werd bedreigd, ook de vrijheid van godsdienst was in gevaar. Stadhouder Willem II, die het bevel kreeg te voeren over het leger, zou de naam “Beschermer van het geloof’ krijgen. De mannen van de Nadere Reformatie hebben Gods hand gezien in de vijanden die ons land aanvielen. De gebeurtenissen werden als een tuchtiging van Godswege ervaren. De vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie hadden gewaarschuwd en gestreden tegen vele misstanden in leer en leven, maar het was grotendeels vruchteloos gebleken. Nu hadden die misstanden Gods toom en oordelen opgewekt. De nood steeg hoog en wat we in dergelijke omstandigheden wel meer zien, de kerken stroomden vol om de boeteprediking te horen. Bid- en boetedagen werden belegd, waarop men zich verootmoedigde voor God. Reformatie werd beloofd in de politiek, in de kerk, in de huisgezinnen en ook in het persoonlijke leven. De Heere heeft ten goede voor ons land willen ingrijpen, wat door vriend en vijand werd opgemerkt. In “De Wonderen des Allerhoogsten” van Abraham van der Velde lezen wij het volgende: “De Heere heeft dus ons, toen wij in de grootste nood en als in een afgrond van ellende verzonken waren, al weder gehandeld als in de dagen onzer vaderen. Want, gelijk Hij hun, toen zij onder de tirannie hunner vijanden zuchtten, Prins Willem I, hoogloffelijker gedachtenis, tot een heiland zond, door wien Hij hen wonderlijk heeft verlost, gelijk boven aangewezen is, alzo heeft de Heere, toen ons de stromen van vijandelijke machten geheel en al schenen te overstromen, dezen onzen vorst, een edele spruit uit zulk een doorluchtige stam, verwekt en den lande gegeven, door wie Zijn Majesteit ons niet minder wonderbaarlijk als goedertieren, uitkomst en heerlijke verlossing gegeven heeft: zodat die vijanden die spottend plachten te zeggen, dat wij tot ons behoud niets anders over hadden dan het gebed en de prins, tot hun schande ondervonden hebben, dat zij door die beiden zijn overwonnen geworden. Het gebed toch heeft ons zulk een prins doen verwerven, en door het gebed is de prins zulk een gelukkig en gezegend werktuig in Gods hand geworden om onze vijanden te krenken, te vernederen en uit de provinciën te verjagen en te verdrijven. Ons stelde Hij daarentegen in zekerheid, veranderde onze schrik in moed en hoop, onzer beroering in rust, onze nederlagen in overwinningen, onze slavernij in vrijheid, onze droefheid in blijdschap en onze gebeden in dankzeggingen.”

Zowel in de oordelen als in de overwinningen werd Gods hand gezien. We hebben dit uitvoerige citaat gegeven om te laten zien hoe de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie de gebeurtenissen gezien hebben.

Dezelfde God, Die in het verleden voor Zijn volk Israel had gezorgd, zorgde nog. Men ging de profetische en apocalyptische gedeelten van Gods Woord onderzoeken om licht te laten vallen over de gebeurtenissen uit die tijd. Het werd door de Nadere Reformatie als plicht ervaren de Schriften te onderzoeken om recht te kunnen oordelen over de gebeurtenissen die plaatsgrepen. In sectarische kringen werden de gebeurtenissen anders verwerkt. Hier kwam men tot allerlei chiliastische profetieën van eigen maaksel. Het onderscheid tussen de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie en de eigenlijke chiliasten wordt door Meeuse als volgt verwoord op blz. 47: “Brachten de beroeringen van het jaar 1672 de sectariërs tot allerhande eigen chiliastische profetieën de mannen van de Nadere Reformatie kwamen erdoor tot onderzoek van de profetieën van de Schrift. Kwamen de eersten erdoor tot een extreem en dikwijls revolutionair gedrag, de laatsten zagen het als een spoorslag om te reformeren en zich te onderwerpen aan Gods wil op alle levensterreinen. Verwachtte men in chiliastische kringen een op handen zijnde ommekeer van de bestaande orde, in de beweging van de Nadere Reformatie werd de hoop verlevendigd, dat God daardoor Zijn kerk op aarde meer voorspoed en zegeningen zou schenken, en de beloften die men nog niet vervuld achtte, spoedig zou vervullen.” Een opmerkelijk en principieel verschil in het verwerken van de gebeurtenissen van 1672. Ook hierin zien we weer het duidelijke onderscheid tussen de mannen van de Nadere Reformatie en de eigenlijke chiliasten.

3. Andere invloeden

Naast politieke verwikkelingen zijn er nog andere zaken geweest die van invloed zijn geweest op de toekomstverwachting van de 17e eeuw. Ons land stond open voor Joden en andere vluchtelingen. Onder de Joden was er een uitzien naar een Messiaans rijk, wat invloed heeft gehad. Onder de vluchtelingen waren personen met chiliastische ideeën, die hier hun boeken lieten drukken en zo ook invloed uitgeoefend hebben. Ook kenden handel, kunst en wetenschap een periode van opleving en bloei, wat de gedachte aan een betere tijd in de hand kon werken. De invloed van de puriteinen is ook een factor van betekenis geweest. De wijze waarop Gods Woord werd verstaan isook van grote betekenis geweest. De Heilige Schrift werd niet alleen als een Woord Gods voor het verleden gezien, maar ook van grote betekenis geacht voor het heden en voor de toekomst. De profetieën golden niet alleen voor Israel in de ballingschap, maar ook voor de zeventiende eeuw en de toekomst. De profetieën behielden hun waarde en vroegen om uitlegging. Als mogelijke oorzaak valt ook te denken aan een dreigende verstarring van de orthodoxie. De leer moet betekenis hebben voor het leven en heeft zeggingskracht voor de nabije en verre toekomst. Dat is voorgestaan en uitgedragen door de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie.

De gebeurtenissen en oorzaken voor veranderingen in de toekomstverwachting van de kerk en de secten zijn veelal gelijk. Maar er is sprake van een verschillende verwerking van de zaken. Daarom is het niet juist de toekomstverwachting van de kerk en die van de secten tezamen te betitelen als chiliasme. Daarvoor zijn er te grote verschillen

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Oudvaders ten onrechte van Chiliasme beticht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's