Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gekakel in het kerkelijke kippenhok

4.

Beste vrienden jong en oudZoals beloofd, gaan we verder met het verhaal van de kakelende kippen in het hok. Tok, tok, tok!

Met hoeveel voorzichtigheid het besluit ook was omringd om de nieuwe vertaling vrij te geven voor het gebruik in de eredienst, in de praktijk werkte dat niet zo erg.

Want de voorstemmers waren voorgangers. En de voorgangers werden voortgangers. Zij hadden de vrijheid en gingen verder.

De tegenstemmers waren ook voorgangers en dat werden ook voortgangers, doch op de oude weg.

Je zoudt het ook zo kunnen zeggen: De voorstemmers stonden met de tegenstemmers op dezelfde startlijn. Doch de voorstemmers gingen verder en de tegenstemmers bleven staan. Een logisch gevolg is dat er afstand begon te komen. Dat kan een kind wel nagaan. Als de een gaat lopen terwijl de ander blijft staan, wordt de afstand steeds groter. Al had men dan dezelfde bijbel, men ging toch een verschillende taal spreken.

Nu waren er predikers, en die zijn er nog, die probeerden zich aan te passen. Kwam men in een gemeente waar men de oude vertaling in ere hield, dan maakte men daar gebruik van. Doch kwam men in een gemeente waar de nieuwe vertaling was ingevoerd, dan gebruikte men die ook. Dat leek, lijkt,natuurlijk wel aardig, doch vergeet niet dat de achterban heel goed kakelen kan. Want zulke dominees werden door deze en gene “weerhanen” genoemd. Dat zijn hanen die boven op een kerktoren zich bevinden en met alle winden meewaaien. Je kunt zulk een oordeel voorbarig noemen, doch de werkelijkheid is daar niet mee veranderd. Het wantrouwen werd er alleen maar door bevorderd.

‘t Gevolg was, dat als er een dominee was, die de nieuwe vertaling gebruikte, dan behoefde hij, waar men de oude in ere wilde houden, niet meer te komen. Anderzijds was men wat soepeler. Want als men de nieuwe had ingevoerd, en er kwam eens een dominee, die vanwege zijn leeftijd toch nog maar aan de oude vast wenste te houden, dan was daar, om te beginnen, geen bezwaar tegen. Want hij behoorde tot een generatie, die op de duur toch wel verdwijnen zou. Men heeft zich hierin echter schromelijk vergist. Doch daar zit ook weer een hele geschiedenis aan verbonden.

De nieuwe vertaling is toch wel één van de oorzaken, waardoor we in ons kerkverband uit elkaar zijn gegroeid. Ik zeg: één van de oorzaken. Want daar zijn er natuurlijk nog veel meer.

Want in 1965 was er weer een Generale Synode, nu te Apeldoorn. Daar kwam weer een ander punt aan de orde, wat de orde in ons kerkelijke leven dreigde te verstoren. Het ging namelijk over het gebruik van de TV. Er waren er die er helemaal geen bezwaar in zagen om van de TV gebruik te maken voor de verkondiging van het Evangelie. Het was een medium door God gegeven en waarom zouden we dat niet mogen gebruiken? Zo was de redenering, die voor een groot gedeelte voorkwam uit de richting van hen die destijds voor de nieuwe vertaling hadden gestemd. De voortgangers dus op weg naar allerhande vernieuwingen. Doch de tegenstanders van de TV wisten ook hun woordje te doen. Zij wezen met klem op het gevaar wat er in het gebruik van de TV schuil ging. Want als men er gebruik van maakte, dan ontkrachtte men de waarschuwingen die toch op z’n minst gehoord moesten worden tegen het TV gebruik. Een eventuele gebruikmaking van de TV zag men als een aanbeveling voor het bezit daarvan.

Deze zaak moest tenslotte ook door een stemming tot een beslissing worden gebracht. De meerderheid stemde voor het gebruik van de TV tot verkondiging van het Evangelie.

Dat werd door vele tegenstanders niet genomen. Want er waren velen niet op de Generale Synode, die toch wel met de gang van zaken meeleefden. En die staken de hoofden bij elkaar en schreven gemeenschappelijk een brief en ook persoonlijk waarin het TV gebruik ten strengste werd afgekeurd, en als men het genomen besluit niet terug nam, dan moest men er maar op rekenen dat men het verband met de kerken zou verbreken.

Jullie zullen begrijpen, dat toen de Generale Synode weer vergaderde en die brieven op de synodetafel zich bevonden, dat men als afgevaardigden wel in een moeilijk parket kwam te zitten. Want men had er toch geen kerkscheuring voor over.

Doch wat moest men doen? Je bent Generale Synode of je bent het niet. Een besluit wat je vandaag neemt, kun je moeilijk een paar dagen daarna weer terugnemen.

Naar buiten verlies je als kerk daarmee ook je gezicht. Salomo’s wijsheid moest er echt aan te pas komen. En men besloot, na veel gekakel, niet om het genomen besluit terug te nemen, doch om het voorlopig niet uit te voeren. Het werd dus, heel eenvoudig gezegd, in de ijskast gezet.

We leven inmiddels zoveel jaren verder en men heeft het er geruisloos uitgehaald en maakt tegenwoordig gebruik van de TV voor het uitzenden van kerkdiensten. Of we door deze manier van handelen vooruit zijn gegaan, waag ik te betwijfelen, enigszins kennende de praktijk van het kerkelijk leven, en horende de stemmen van velen uit de achterban.

In die tijd is ook het blad Bewaar het Pand opgericht. Niet om als een concurrent van de Wekker te gaan fungeren, doch om de aloude gereformeerde beginselen te laten doorklinken, die naar het oordeel van niet weinigen steeds minder werden gehoord. Ik geloof te mogen zeggen, dat de komst van het blad Bewaar het Pand een kerkscheuring heeft voorkomen. Want de verhoudingen stonden toen zeer scherp. Wat toch ook weer tot gevolg heeft gehad dat men onderling steeds meer uit elkaar groeide. Hoe droevig het ook is, dit te moeten constateren, de werkelijkheid is er niet anders door.

Een zaak die in die tijd ook de gemoederen in beroering bracht was de gedachte van prof. Oosterhoff aangaande de eerste hoofdstukken van het boek Genesis.

Daar heeft hij tenslotte een heel boek over geschreven, wat beantwoord is met een boek, ik meen vanuit de vrijgemaakte richting, waarin blijk gegeven wordt, dat men het met de genoemde professor helemaal niet eens was.

Er is destijds ook door Ds. G. Blom in Bewaar het Pand uitvoerig aandacht aan geschonken. Het resultaat is geweest, dat men het boek maar in de bibliotheek heeft gezet en dat het het beste geacht werd, terwille van de vrede, dat er niet verder over gesproken zou worden.

Deze dingen heb ik allemaal persoonlijk meegemaakt. Het staat niet allemaal in de acta, doch de ouderen kunnen het nog weten, terwijl er onder de jonge lezers velen zullen zijn, die van bovengenoemde zaken niets weten.

Al deze dingen, zij het ongewild, hebben de onderlinge verhoudingen niet verbeterd. Doch door alles heen bleven we elkaar vasthouden. Want er was in het verleden op het terrein van de kerk al zoveel gebeurd.

Het aloude spreekwoord werd toen nogal eens gehoord: “Eén Nederlander een theoloog. Twee Nederlanders een kerk. Drie Nederlanders een scheuring.”

Wie een beetje rondom heeft leren kijken, en kennis genomen heeft van wat er op kerkelijk gebied buiten onze muren heeft plaatsgevonden, zal in dit spreekwoord een kerk van waarheid ontdekken.

Er begonnen toestanden te ontstaan, waarvan men wel eens zegt: “Je moet er mee leren leven”. Het zou anders moeten zijn, doch het is niet anders. En wie spreekt het laatste en het juiste woord?

Daar zijn op de Generale Synode van 1965 natuurlijk heel wat Generale Synoden gevolgd. Doch daar ik uit de Particuliere Synode van het Zuiden vertrokken ben, ben ik niet meer als afgevaardigde gekozen. Als je op een Classis-vergadering komt en je weet een beetje hoe de kerkelijke kaart in elkaar zit, dan weet je zo ongeveer van te voren wel, wie de meerderheid van stemmen halen zal en wie niet. Want op een Classis komen de hanen en de hennen samen. En zoals de hanen zijn, zijn ook de hennen.

Het zijn tenslotte allemaal kippen. En het behoort tot hun natuur dat zij kakelen. Zo behoort het tot de natuur van de afgevaardigden, wat uit de aard der zaak mensen zijn, dat zij praten. En hun spraak maakt hen openbaar. Zij praten met elkaar, tegen elkaar, over elkaar en het resultaat is er naar. doch dat is meestal niet van het beste. We groeien steeds meer uit elkaar. Dat is het enige wat ik constateren kan. Droevig! Maar waar!

Tot de volgende keer. Jullie allervriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992

Bewaar het pand | 12 Pagina's