Meditatie

“De bezoldiging der zonde is de dood”, zegt de apostel in Romeinen 6:23. De bezoldiging, de soldij, het loon dat de zonde uitbetaald, is de dood. In het Grieks ontbreekt het lidwoordje “de”. Er staat dus eigenlijk: de bezoldiging der zonde is: dood! En dood: dat is los-van-God-zijn.

Dat is de mens door de zonde geworden: los-van-God! De mens was door God geschapen om te leven. Leven betekent: gemeenschap met God, met-God-verbonden-zijn.

Maar door te zondigen heeft de mens die band met God verbroken en is hij aan de dood onderworpen. Leven is ver-binding!

Dood is ont-binding. En die ontbinding is een proces, een voort-durend proces, waar nooit een eind aan komt. Ons doopsformulier zegt dan ook, dat ons leven niet anders is dan een gestadige dood, een almaar sterven, een almaar voortgaande ont-binding, steeds verder van God af.

En na het sterven aan het einde van ons aardse bestaan gaat dat doods-proces eeuwig door: steeds zwarter nacht, steeds vreselijker verlorenheid, eeuwig wegzinken zonder ooit de bodem te bereiken in de plaats van de buitenste duisternis.

Ons aller leven is dus van nature een gestadige dood. En die dood is een werkzame dood, die zich openbaart in vijandschap tegen God en tegen Zijn geboden, in ontrouw en ongeloof, in leugen en schijngeloof en onverschilligheid.

En niemand, niemand is in staat om zich aan de greep van de dood te ontworstelen, om boven de macht van de dood uit te komen. Niemand begeert het ook van zichzelf. Hoe zou de mens, dood door de misdaden en zonden, het zelfs kunnen begeren om verzoend en verenigd te worden met een God, dien hij haat? O nee, van de mens uit is er in de richting van God niets te verwachten.

Maar nu dan het Evangelie! De bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere. De stromen van het evangelie vloeien vanuit het liefdehart van God: Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe!

De bezoldiging, de soldij, het loon der zonde wordt uitbetaald aan de Zoon, aan de Christus, Die tot zonde gemaakt is, hoewel Hij geen zonde gekend noch gedaan heeft.

Van eeuwigheid heeft Hij Zich tot dit Borgwerk bereid verklaard: Zie, Ik kom, o God, om Uw wil te doen! En Hij betaalt wat Hij niet geroofd had. Betalend, voldoenend, verzoenend! Hij gaat de dood in.

Die verschrikkelijke dood, die ontzettende verlatenheid, een eeuwigheid ver van Zijn Vader verwijderd. Maar nee: Hij gaat de dood niet in om voor eeuwig door die dood verslonden te worden.

Integendeel! Hij gaat de dood in, om die dood uit te sterven, om als de Leeuw uit Juda’s stam de kop te vermorzelen van de geweldhebber van de dood,nl. de duivel.

Hij gaat de dood in om de dood te verslinden tot overwinning. Het wordt Pasen\ Jezus leeft! Hij heeft krachtig bewezen de Zoon van God te zijn: Hij rees uit het graf door eigen kracht, want Hij was God, bekleed met macht. De Vader wekt Zijn Zoon op, want de schuldrekening is volkomen betaald. De zoon staat op uit de dood en uit het graf. Nu de rekening is voldaan kan de dood Hem niet meer houden.

Die dood geweest is, en Hij leeft.

Er is een levende Christus. Hij leeft, om nu uit te delen, deelachtig te maken de vruchten van Zijn verzoenend lijden en sterven.

Jezus leeft! Laat het klinken door de tempelkoren! De wekroep van Pasen gaat uit: Ontwaakt, gij die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.

Het wonder gebeurt: doden gaan horen de stem van de Zoon van God, en die die stem hebben gehoord, gaan leven. Dode zondaren gaan leven door de opstandingskracht van Hem, Die het Leven is en Die leven geeft! Dode zondaren gaan leven.

Ze krijgen last van de dood, die hun nood wordt. Ze gaan verlangen naar God, naar Zijn verzoende gemeenschap. Het harde hart wordt zacht-gemaakt door de liefde Gods. Haters worden liefhebbers. Vijanden worden vrienden.

De hartstochten worden gezuiverd. De wil wordt omgebogen in de richting van God: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?

De Heilige Geest, Die het neemt uit de levende Paaskoning, werkt door het Woord het geloof, het vertrouwen, het vluchten tot Christus, het schuilen achter Zijn bloed.

De dood is verslonden tot overwinning. Dat woord van de apostel staat boven deze meditatie. Is het waar? In beginsel: ja! Christus heeft volkomen overwonnen. Plaatsbekledend voor al de Zijnen.

Maar de volkomen uitwerking van Zijn overwinning in de Zijnen is nog een voorwerp van de hoop. Maar dan toch van de levende hoop, die een gegronde hoop is, omdat zij rust in Jezus-Overwinnaar.

En die levende hoop doet leven. Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. En wanneer dat geschied zal zijn.... alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: de dood is verslonden tot overwinning.

Alsdan! Nog slechts een weinig lijden; nog slechts een korte nacht....

Alsdan! Die hoop moog al ons leed verzachten. Komt, reisgenoten: het hoofd omhoog! Zien op Jezus. Het Lam, staande, als geslacht!

Behoren we tot die reisgenoten?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen