Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

De kracht Zijner opstanding

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Opdat ik Hem kenne en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende; of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.

De apostel Paulus heeft de opstanding van Christus beleden en gepredikt. Hij heeft de waarachtigheid van Christus’ opstanding vurig verdedigd. Maar dat toch niet alleen: Hij jaagde ernaar om de kracht van Christus’ opstanding te kennen. Christus kennen en de kracht van Zijn opstanding! Waarom? Wel, Hij moest en hij wilde van de dood verlost worden. Alles wat tot de dood behoorde moest weg, moest verdwijnen. Uit zijn hart, uit zijn leven, en tenslotte ook uit zijn lichaam. Het was zijn diepste verlangen, zijn heilig begeren om alleen nog te leven, om volmaakt te leven, om weer als Gods beelddrager naar ziel en lichaam mens Gods te zijn, tot alle goed werk volmaakt toegerust.

Waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben, zo zegt hij dan ook aan het slot van vers 12. Het is Paulus duidelijk geworden, dat de opgestane Levensvorst hem op de weg naar Damascus daartoe heeft aangegrepen en neergeworpen en meegevoerd, opdat Hij in deze Paulus de kracht Zijner opstanding zou betonen.

En met dat doel grijpt de levende Christus al de Zijnen, die Hem daartoe van de Vader gegeven zijn, opdat zij de kracht van Zijn opstanding zouden kennen. De waarde, de inhoud, de kracht van de opstanding van Christus zal pas dan tenvolle worden gezien, wanneer die kracht zal blijken en schitteren in de verheerlijking van al Zijn volk. Wanneer ze eenmaal, opgestaan uit de doden, met een reine ziel in een verheerlijkt lichaam als koningen en priesters zullen staan in het eeuwige leven, delend in Gods volle gemeenschap, Hem dienend dag en nacht in Zijn tempel. Dan zal alles de kracht van Christus’ opstanding vertonen.

Daartoe, met dat doel worden zij door Christus gegrepen. En daar moet het hun dan ook om te doen zijn. En daarnaar moeten ze dan ook jagen. Daarin ligt niet alleen hun eigen zaligheid. Dat ook! Maar daarin ligt toch bovenal de eer van de Vader en de verheerlijking van de Zoon door de Heilige Geest. De eer van de drieënige God moet door de opstanding van Christus schitteren in de volkomen overwinning op alle doodsmacht van het rijk der duisternis. Christus’ overwinning moet worden bezongen in de volkomen beschaming en nederlaag van de dood en in de volkomen verlossing van Zijn volk. Zijn overwinning moet volmaakt zijn. En daarom: alles in en aan Zijn volk moet getuigen van Zijn volkomen triumf, van de volkomen kracht van Zijn opstanding.

Ik jaag ernaar, zegt de apostel. Ik heb nog niet gegrepen, waartoe ik door Christus gegrepen ben. O nee! Maar toch: ik jaag ernaar! En dan toch met de apostel allen, die door Christus gegrepen, wedergeboren, levend-gemaakt zijn!

Opdat ik Hem kenne en de kracht Zijner opstanding. Worstelen, jagen, zuchten, om die kracht van Christus’ opstanding te mogen kennen en ervaren.

Nu vaak schreien vanwege de zonde-macht, die zich nog zo doet gelden. Maar juist daarom: doorgaan, jagen, volharden, dringen naar de wederopstanding der doden, naar de vernieuwing van hemel en aarde, naar de lofzang zonder wanklank in de volmaakte dienst van God, door dat éne volk van Hem, Die dood geweest is, maar Die leeft tot in alle eeuwigheid.

Opdat ik Hem kenne en de kracht van Zijn opstanding. Want ik moet van de dood af, ik moet van de zonde af, ik moet van het lichaam des doods, van mijn zondig bestaan af. Ik moet leven, delen in Gods verzoenende gemeenschap.

Ik begeer God groot te maken en Zijn Christus. De Heere dienen, loven, prijzen. De enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, aanhangen, betrouwen en liefhebben van ganser harte, van gansen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, mijn oude natuur doden en in een nieuw Godzalig leven wandelen. Ja, maar.... Nee, nu geen ja-maar!

Waartoe ik van Christus Jezus gegrepen ben! Ja, dat is onmisbaar nodig. Van Christus gegrepen, gearresteerd, staande gehouden, omgezet, bekeerd. Van Christus gegrepen. In de greep, in de genadegreep van Christus, Die nooit weer loslaat, die Hij eenmaal heeft gegrepen om de kracht van Zijn opstanding in hen te verheerlijken.

Kregen we last van de dood, verlangen naar God, lust om de Heere te vrezen? Wie door Christus werd gegrepen, kent er toch iets van?

D.V. in een volgende meditatie nog iets over het vervolg van bovenstaande tekst.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's