Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Na honderd jaren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Na honderd jaren

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

4.

Er was een bezwaarschrift ingediend op de synode die in 1892 te Amsterdam werd gehouden. In dat bezwaarschrift treffen we een vijftal bezwaren aan. Hoe is men ter synode met dit bezwaarschrift omgegaan? Dit wordt uitvoerig beschreven in het gedenkboek dat in 1934 is uitgekomen. Iets daarvan willen wij weergeven. Ook willen we enkele lijnen trekken naar het heden.

1. Plaatselijke gemeenten

Het eerste bezwaar was dat de plaatselijke gemeenten, de manslidmaten, niet gekend waren in de zaak van de vereniging. Men heeft zich op de synode in allerlei bochten moet wringen om aan dit bezwaar te ontkomen. De prae-adviseur stelde dat volgens het geref. kerkrecht de kerkeraad de beslissing neemt. Dat is op zich wel waar, maar de kerkeraad doet dit niet zonder dat de gemeente erin gekend en erkend is.

Er kan ook tegengeworpen worden dat de synoden van Assen en Leeuwarden spraken van een horen van de gemeenten. Nu werd dit op de synode van Amsterdam zo uitgelegd dat hiermee de kerkeraden bedoeld zouden worden.

De synode van Amsterdam besloot het volgende: “De Synode oordeelt: dat, aangezien het geldt de vereniging van kerkengroepen de gemeenteleden in hun rechten niet zijn verkort.” Hier wordt totaal geen recht gedaan aan het gereformeerde kerkrecht dat uitgaat van de plaatselijke kerk.

We mogen er misschien wel een les voor het heden aan ontlenen. Een eventuele vereniging met wie dan ook, dient allereerst een zaak van de plaat selijke gemeenten te zijn. Een eventuele vereniging mag niet van bovenaf opgelegd worden, het dient van onderaf te beginnen. Het mag geen zaak van prae-adviseurs en synoden zijn. Hierbij zal toch ook in het oog dienen te worden gehouden de eenheid binnen eigen kerkverband. Wordt die niet geschaad of onder nog grotere spanning gezet door een eventuele vereniging met anderen? Van meerdere zijden is gepleit voor een in ieder geval voorlopig bevriezen van de huidige toestand om allen die bij samen-sprekingen betrokken zijn gelegenheid te geven eerst schoon schip te maken bij zichzelf. Dit lijkt ons geen overbodige zaak. Eerst orde op zaken in eigen huis, voordat er verder gewerkt wordt aan vereniging.

2. Twee beginselen

Het tweede bezwaar luidde dat er twee tegenstrijdige beginselen met elkaar werden verenigd. De afscheiding keek immers heel anders aan tegen de Nederlands Hervormde Kerk dan de doleantie. Ook dit bezwaar verklaar de synode van Amsterdam voor ongeldig. Twee gronden voor deze ongel-digverklaring werden aangevoerd:

a. Dat er verschillende wegen tot Reformatie zijn. Maar dat gaat absoluut buiten de zaak om en is door de bezwaarden niet ontkend.

b. Dat er geen grond is voor de bewering, dat eventuele vereniging oorzaak zou zijn van twist en eindeloze verwarring, vooral wanneer het gebed om de vrede van Jeruzalem toenemende is, wijl Scheiding en Doleantie, hoewel in sommige opzichten verschillende, toch hierin overeenkomende zijn, dat verbreking van de kerkelijke gemeenschap met bestuur en leden van het Nederlands Hervormd Kerkgenootschap noodzakelijk is.

Wat moet van bovenstaande gezegd worden? Gezien de feitelijke toestand was er wel degelijk grond te vrezen voor twist en verwarring. De synode heeft daar blijkbaar zelf ook wel wat van aangevoeld als zij spreekt over de toename van het gebed om de vrede van Jeruzalem. Als men na zou gaan wat er in het verleden geschreven was over Afscheiding en Doleantie zou men grote verschillen tussen beide zien.

Wat de huidige stand van zaken betreft lijkt het ons niet ondienstig te vernemen van de zijde van de Vrijgemaakten en de Ned. Gereformeerden wat hun houding is tegenover 1892 en wat de consequenties daarvan hadden moeten zijn.

Vanuit de Afscheiding is altijd gesteld dat het onjuist was dat de Doleantie naast afgescheiden gemeenten eigen gemeenten ging institueren.

Hoe lag dit in 1944 en in de zestiger jaren?

3. Kerken en lidmaten in Doleantie zuiver gereformeerd?

De synode besloot aangaande het derde bezwaar: “Aangaande c. waarin de broeders verklaren, dat het hun bezwaarlijk valt om voetstoots alle kerken in Doleantie, ja zelfs al haar lidmaten te erkennen, oordeelt de Synode, dat wat geschiedt is krachtens methode van Doleantie niet ongedaan kan worden gemaakt en dat eventuele moeilijkheden ten allen tijde kunnen worden gebracht op de meerdere Vergaderingen, en dat in de besluiten van Leeuwarden en ‘s-Gravenhage een uitgangspunt is verkregen om tot beslissing te komen.” Opmerkelijk zijn de woorden dat wat geschied is krachtens methode van Doleantie niet ongedaan kan worden gemaakt. Zijn er dan toch onjuiste dingen geschied? De Synode van Leeuwarden had Afscheiding en Doleantie op dezelfde wijze als een werk Gods erkend. Dit heeft de Synode van Leeuwarden wel uitgesproken, maar niet bewezen.

Hoe zouden eventuele moeilijkheden op de meerdere vergaderingen gebracht kunnen worden?

Zijn dat de meerdere vergadering van de verenigde kerken? Hoe zouden die over vroegere zaken kunnen en mogen oordelen?

Een les voor de huidige samen-sprekingen valt ook hier te leren. Het verdient aanbeveling nauwgezet te onderzoeken of alles wel zuiver gereformeerd is. Ieder stelle ten deze eerst maar orde op zaken in eigen huis.

4. Het ontbreken van liefde

Op plaatselijk niveau leefde nauwelijks wat men landelijk van bovenaf wilde opleggen.

Wederkerige liefde werd maar al te zeer gemist. Gezien het besluit van de Synode heeft men er wel iets van aangevoeld. De Synode sprak uit “dat zij niet twijfelt of de liefde zal wederzijds aanmerkelijk toenemen bij meerdere oefening van de gemeenschap der heiligen.” De synode voelde dus wel aan dat de liefde inderdaad niet zo groot was.

Moet dat in de hedendaagse samen-sprekingen ook niet gezegd worden? Hoe komt het dat er al jarenlang gesproken wordt en dat er nauwelijks resultaat is op plaatselijk niveau? Laten we daarom voorzichtig zijn. Vereniging dient zijn basis te hebben op plaatselijk niveau voordat het van bovenaf besloten wordt.

Het vijfde bezwaar handelt over ongereformeerde voorstellingen en leringen.

Dit bezwaar hopen wij een volgende keer wat nader te bezien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Na honderd jaren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's