Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederlandse Geloofsbelijdenis

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

42.

Van de algemene Christelijke Kerk

We zijn in onze belijdenis terecht gekomen bij een nieuw gedeelte: de Kerk des Heeren: “Wij geloven en belijden een enige Katholieke of algemene Kerk, dewelke is een heilige vergadering der ware Christ-gelovi-gen, al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest”.

We kunnen er niet aan voorbijgaan, dat de Nederlandse Geloofsbelijdenis bijzonder veel aandacht heeft voor de Kerk. Er worden niet minder dan 6 artikelen aan de belijdenis van de Kerk besteed. Artikel 27: het wezen van de Kerk. Artikel 28: de noodzaak zich bij de Kerk te voegen. Artikel 29: het onderscheid tussen de ware en valse Kerk. Artikel 30 en 31: de regering en de ambten van de Kerk. Artikel 32: de kerkelijke tucht.

Die brede behandeling ligt geheel in de lijn van Calvijn, draagt daar trouwens ook het stempel van. In de Institutie of onderwijzing in de Christelijke godsdienst schrijft hij wel heel uitvoerig over de Kerk. Het laatste boek is er zo ongeveer voor de helft aan gewijd.

Het heeft ons veel te zeggen, dat onze belijdenis zo breedvoerig spreekt van de Kerk des Heeren. Laten we niet denken dat het gebeurt omdat hier de Kerk als zodanig of in zichzelf zo verheerlijkt wordt. Het gaat niet om het geloof in de Kerk. De apostolische geloofsbelijdenis gebruikt ook bij het artikel voor de Kerk niet het woord “in”, zoals bij de artikelen van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Er staat eenvoudig: “ik geloof.... een heilige algemene, Christelijke Kerk.” En zo lezen we het hier ook direct aan het begin: “wij geloven.... een enige.... algemene Kerk..” De Roomse leer van de Kerk, met de nadruk op de paus en de hele kerkelijke hiërarchie, wordt hier van harte verworpen. Dat betekent immers, dat men “in” de Kerk gelooft. Nu valt het niet te ontkennen, dat er heel wat zgn. protestanten zijn, die in de praktijk niet veel beter zijn. Niettemin is dit niet de leer van de reformatie. De reden van de brede aandacht voor de Kerk is niet de verheerlijking van de Kerk als zodanig maar het is veel meer de grote betekenis, die de Kerk heeft in het leven der ware gelovigen. We kunnen er wel bij zeggen: in verband met Christus en Zijn weldaden!

Éérst is er beleden, wat er in Christus, Zijn werk, Zijn weldaden ligt. Nü gaat het over de Kerk. Die volgorde moet wel allereerst benadrukt worden. Eerst Christus en dan de Kerk! Dat houdt echter wel in dat het niet is: Christus zónder de Kerk. Het lijkt bij meerderen vandaag wel zo. Ze willen nog wel van de Christus en Zijn weldaden spreken - en hoe! - maar zijn afkerig van de Kerk des Heeren. Die Kerk wordt hier gewaardeerd om én vanuit de Christus.

Het woord “Kerk”

In onze belijdenis lezen we het woord “kerk”. Het valt op dat in de Statenvertaling een ander woord gebruikt wordt nl. gemeente. We kunnen denken aan veel plaatsen in het Oude Testament als het gaat over de vergadering van Israel, aan de bekende tekst uit Mattheüs: “en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen” en aan verscheidene plaatsen in het boek Handelingen.

Het moet benadrukt worden, dat het in de regel én in die vertaling van Gods Woord én in de belijdenis om dezelfde werkelijkheid gaat. In ons spraakgebruik wordt wel eens onderscheid gemaakt tussen gemeente en kerk. Bij gemeente wordt dan gedacht aan de plaatselijke gemeente en bij kerk aan het geheel. Ook zijn er wel die niets van het woord “kerk” moeten hebben omdat ze afkerig zijn van bijv. de regering en de ambten in de kerk. Voor hen is dan “gemeente” het woord, dat hun ideaal weergeeft: een bij elkaar zijn van christenen. We behoeven ons bij het lezen en verstaan van dit gedeelte der belijdenis niet te laten leiden door zulke overwegingen: onze belijdenis bedoelt met de Kerk niets anders dan de “heilige vergadering der ware Christ-gelovigen”.

De heilige vergadering

De wijze, waarop artikel 27 het wezen van de Kerk des Heeren omschrijft moet ons treffen. Van belang is hier vooral de aanduiding: vergadering. Hier is aansluiting aan de woorden, die in het Oude- en Nieuwe Testament worden gebruikt. In het Oude Testament wordt gesproken van de saamvergaderde gemeente tot de dienst des Heeren.

In het Nieuwe Testament wordt een woord gebezigd, dat zich daarbij aansluit. Het gaat daar ook om de saamvergadering van de geroepenen. Zo wordt er ook in een bepaalde tekst van onze belijdenis één uitdrukking gebruikt, waarin het woord “kudde” zit.

Het eenvoudige beeld uit Gods Woord spreekt hier van de herder en zijn schapen. De herder vergadert zijn schapen tot een kudde. Christus is de Goede Herder van alle ware schapen. Hij vergadert hen tot de Kerk des Heeren. Hij vergadert door hen te roepen door Zijn Geest en Woord. Vrucht van die roeping is het komen tot Hem en tot elkaar.

Hier is aansluiting bij onze Heidelbergse Catechismus. In Zondag 21 vr. en antw. 54 horen we die bijzondere woorden: “Wat gelooft gij van de Heilige, algemene Christelijke Kerk? Dat de Zone Gods uit het ganse menselijke geslacht, zich een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren, door Zijn Geest en Woord... vergadert..” Weer datzelfde woord: vergadering!

De Kerk als vergadering bepaalt ons bij het werk van de Drieënige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. We kunnen hier de Nederlandse Geloofsbelijdenis samen nemen met de Heidelbergse Catechismus. We kunnen ook zeggen dat het uiteindelijk al in de Nederlandse Geloofsbelijdenis staat: in het licht van het geheel.

De Kerk komt uit de Vader. Zij is geen menselijke uitvinding. De oorsprong van de Kerk ligt in Gods verkiezend welbehagen. Dat is zo’n groot wonder en voorrecht tegelijk. Nu ligt de Kerk vast in God. De Kerk des Heeren en het volk van God zijn aan elkaar verbonden. Ja, we kunnen de Kerk met die naam weergeven. Het wijst ook op verkiezende liefde. Het is het volk dat geroepen wordt uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht, vanuit Gods eeuwig welbehagen. Het is de Kerk van Christus. Zo wordt die Kerk ook Zijn “lichaam” genoemd of Zijn “Bruid”. Hij heeft die Kerk van Zijn Vader gekregen. Hij heeft die Kerk met Zijn bloed gekocht. Hij vergadert haar door Zijn Geest en Woord. Door het ware geloof in Hem is er alleen het wezenlijk behoren tot die Kerk. Alleen door de gemeenschap met Hem. Hoe wordt hier ook aan het begin van dit artikel de Naam van Hem verheerlijkt. Hoe is hier ook de aansluiting aan het voorgaande in onze belijdenis. Ook heeft de Heilige Geest hier Zijn plaats. In Gods Woord wordt de lijn van de Heilige Geest naar de Kerk zo duidelijk getrokken. Denk eens aan namen voor de Kerk als “woonstede Gods” en “tempel des Heiligen Geestes”. Hij maakt de roeping krachtdadig in het hart. Hij werkt het geloof. Hij verbindt aan de Christus en doet Zijn gemeenschap kennen. Hij verbindt de ware gelovigen met elkaar. Hier wordt ook gesproken van het “geheiligd” zijn en “verzegeld door de Heilige Geest”.

Zichtbaar en onzichtbaar

Als het over de Kerk des Heeren gaat worden er veel onderscheidingen gebruikt. Er zit een waarheid in de opmerking van iemand: “Of men al onderscheidingen invoert om het begrip zuiver te krijgen, wij hebben toch altijd min of meer het gevoel, dat er een rest overblijft, die men, ook door een nog zo ruime uitbreiding der onderscheidingen, niet meester wordt”.

Ik denk hier aan de onderscheiding tussen de zichtbare en onzichtbare Kerk of de zichtbare en onzichtbare zijde van de Kerk, zoals sommigen het wat beter willen uitdrukken. Die kan heel verkeerd worden gebruikt. Om bijv. te ontkomen aan de bedroevende kerkelijke verdeeldheid tussen hen, die elkaar naar Gods Woord zouden moeten zoeken. Het kan ook betekenen dat we het niet zo nauw nemen met de eisen die God aan Zijn Kerk stelt.

Niettemin laat ik toch graag deze onderscheiding gelden, zoals die bijv. door Calvijn in de Institutie gebruikt wordt. “.. we hebben gezegd, dat de Heilige Schrift in tweeërlei zin van de Kerk spreekt. Soms, wanneer ze de kerk noemt, bedoelt ze de kerk, die inderdaad voor Gods aanschijn kerk is, in welke geen anderen opgenomen worden, dan die door de genade der aanneming kinderen Gods en door de heiligmaking des Geestes waarachtige leden van Christus zijn. Dikwijls echter duidt de Schrift met de naam kerk aan de ganse menigte der mensen, die over de aarde verspreid is en die belijdt, dat zij één God en Christus dient, door de Doop in Zijn verbond wordt ingelijfd....” Ziet daar gaat het dus ook over “onzichtbaar”: zoals die kerk voor Gods aangezicht is, en “zichtbaar”: die belijdt en de dienst des Heeren onderhoudt voor ons oor en oog.

Zoals Calvijn er van schrijft, gaat het om het benaderen van wat de Schrift zegt. Dat moet toespreken, ook als we naar de belijdenis van de Kerk des Heeren zien. Dan kunnen we van Zondag 27 zeggen dat het hier - in de omschrijving van het wezen der Kerk - gaat om de Kerk, zoals die voor Gods aangezicht is. Daartoe behoren de ware Christ-gelovigen, die al hun zaligheid verwachten in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed..

Eigenschappen van de Kerk

Duidelijk komen hier ook de eigenschappen van de Kerk des Heeren uit. We besteden er kort aandacht aan. Bij de behandeling van deze artikelen zullen we er toch nader op ingaan.

De Kerk is heilig.

Zij is afgezonderd van deze wereld tot de verheerlijking Gods. Te danken aan Gods verkiezing en aan het offer van Christus.

De Kerk is algemeen. Hier staat ook het woord “katholiek”. Zij behoort niet tot één bepaald volk of één bepaalde tijd. Voor de Kerk gelden geen grenzen van geslacht of leeftijd, stand of rang, volk of taal.

De Kerk is Christelijk. Zij is het eigendom van Christus. De belijdenis van Christus als de Zoon van God is daar het beslissende.

De Kerk is één. Die eenheid is allereerst gave maar ook roeping. Alleen vanuit de gave van de eenheid in Christus wordt die roeping recht beoefend.

Dan wordt als eigenschap er vaak bij genoemd: de Kerk is apostolisch. De belijdenis van Nicea spreekt ervan. Zij is gebouwd op het fundament der apostelen.

Gelukkig die van deze Kerk een levend lidmaat is!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Nederlandse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's