Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gezonde Gelovige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gezonde Gelovige

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een verhandeling van de evangelische bekering; Ontdekkende het werk van Christus’ Geest in de Verzoening eens zondaars met God.

Door Th. Shepard, bedienaar des Heiligen Evangelies te Cambridge in Nieuw-Engeland.

In een aantal artikel willen wij onze aandacht bepalen bij dit werk van Th. Shepard. Op 27 juli 1681 stierf Daniël Cargill op het schavot, een begenadigd Schots prediker. Zijn laatste woorden waren: “Welkom Vader, Zoon en Heilige Geest, in Uw handen beveel ik mijn geest.”

Naast hem stond een volgende martelaar zijn jonge vriend Walter Smith, jong in jaren, oud in de genade. Een ogenblik voor deze op het schavot stond, blikkende in een geopende hemel, Zijn dierbare Meester aanschouwend, liet hij zijn vrienden weten, dat volgens zijn arme bevatting en begrip, het boek van mr. Thomas Shepard: De Gezonde Gelovige het gezondste en zuiverste boek was, dat zij ooit konden tegenkomen. Welnu bij de inhoud van dit boek willen wij elkaar in hoofdlijnen bepalen. Ik geef nu echter eerst een korte levensschets van Thomas Shepard, ontleend aan het mooie boekje over Th. Shepard van B. Florijn: Thomas Shepard, Zijn leven, tijd, vrienden en werk.

Geboorte en jeugd

Thomas Shepard werd geboren in Towcester in Northhampton, in Engeland op 5 november 1605. Zijn vader had daar een zaak en het ging hem goed met zijn groot gezin van tenslotte op het kerkelijke zegel: en toch niet verteerd. Ziende op Gods heiligheid en onze onwaardigheid is dat een wonder. Het is omdat de Koning van de Kerk verteerd werd. Nog wordt de prediking van vrije genade onder ons verkondigd. In de HEERE is alles te vinden voor mensen die niets hebben. Die prediking heeft toekomst.

Want de zaligheid is van onze God en van het Lam. Hij geve ons dienstknechten te zijn, zolang Hij het leven geeft.

Na Schriftlezing en gebed werd daarvan nog gezongen: Daar zullen... die Zijn naam beminnen erflijk wonen.

MvdS.

twaalf kinderen. De moeder van Thomas Shepard was een Godvrezende vrouw, die zeer teer leefde en toch juist daardoor “vaak zeer aangedaan was in haar geweten, soms tot aan de grenzen van waanzin” werd daarna liefelijk opgericht en bracht haar latere dagen door in grote geestelijke vrede. Veel bad zij voor en met haar kinderen in het bijzonder met haar jongste kind Thomas. Zij stierf toen hij ongeveer vier jaar oud was. In Towcester breekt een epidemie uit. Verschillende leden van het gezin sterven. Thomas wordt gezonden naar zijn grootouders in Fossecut, een kleine duistere en slechte plaats, een aller-blindst vlek, later zo door Shepard genoemd. Na de epidemie komt hij weer thuis. Zijn vader hertrouwt. De tweede vrouw zet de vader tegen zijn kind op, opdat haar kind geboren uit dit huwelijk des te meer in de liefde van de vader zal delen. Het leven van Thomas Shepard was al spoedig een droevig leven. Hij gaat naar school, maar de strenge en gruwelijke meester doodt in hem alle lust tot leven, zodat Thomas liever de varkens verkiest te hoeden, dan langer op school te zijn. Op tienjarige leeftijd verliest hij zijn vader. Zo bleef hij op die leeftijd als wees achter. Zijn stiefmoeder verwaarloost hem zo, dat zijn broer John hem tenslotte in huis neemt. Veel liefde mocht hij van zijn broer ondervinden. Tegelijk in die tijd wordt hij een leergierige jongen.

Op vijftienjarige leeftijd wordt hij geschikt geacht voor de universiteit. Alhoewel hij een ernstige gewoonte had om te bidden onder de druk der aanvechting miste hij naar eigen zeggen elke genadevolle kennis van God in Christus. Zeer ruw en jong wordt hij toegelaten tot het Emmanuel College te Cambridge in 1619. Het was een puriteins college en stond in Shepards dagen onder leiding van de reeds bijna honderdjarige puritein Lawrence Chaderton, een man van grote godzaligheid.

Men noemde hem de puriteinse Methusalem. Onder hem studeerden de godzalige Thomas Hooker, John Cotton, en vele anderen. De bekende dr. John Preston werd de opvolger van Chaderton. Ook de bekende William Perkins heeft gestudeerd aan dit college. Thomas Shepard leefde echter ondanks vele indrukken slordig en goddeloos. Het gesprek met een student, die hem wees op het ontzettende gevaar buiten Christus te zijn beteugelde zijn leven, maar toch ging hij door. Vervolgens hoorde hij enige Godvrezenden spreken over de toom van God, geopenbaard van de hemel over alle ongerechtigheid en goddeloosheid der mensen. Het aanhoren van dit gesprek werd opnieuw een middel om hem te brengen tot het verborgen gebed om die vreselijke toom te ontkomen. Maar weer gaat hij door. Op een zaterdagavond komen enkele verkeerde vrienden bij Shepard op bezoek en zij verleiden hem zich te bedrinken op een afschuwelijke wijze. Laat op de zondagmorgen ontwaakte hij uit zijn roes. Ontzetting greep hem aan. Hij kon vanwege het late morgenuur niet meer naar de kerk. Hij vluchtte het land in en kroop in het verborgene, de hele zondag. Gekweld door een zeer grote smart. Toen werden zijn zielsogen geopend om te zien “wat hij gedaan had” om te zien “de buitengewone zondigheid van zijn gehele leven” om te zien “de noodzakelijkheid van berouw over al zijn zonden.” Daar zo getuigt hij in de eenzaamheid, waar ik bevende lag als een misdadiger ontmoette ik de Heere, Die mij rechtvaardig had mogen afsnijden in het midden van al mijn zonden. En Hij deed het niet! Toen kwam er in mijn hart zo’n droefheid, dat ik zo gezondigd had en zo’n verontrusting over deze en andere zonden, dat ik besloot het verdere van mijn leven te mediteren over het kwaad der zonde en over het boze van zijn wegen.” Maar zo zegt hij: “Toen had ik nog niet verkregen een ware zelfkennis, noch gezien de verborgen kwaden van mijn hart.” Juist toen verachtte hij het dierbare bloed van Christus, toen hij besloot te mediteren over het kwaad der zonde.

Echter onder een preek van dr. Preston over Romeinen 12:12: “Maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds”, “doorboorde de Heere zo zegt hij zijn oren, dat ik begreep, wat hij predikte, de geheimen van mijn ziel werden voor mij opengelegd en de huichelarij van alle goede dingen die ik dacht dat ik in mij had of van alles wat ik gedaan had, zo alsof iemand het hem verteld had. Al de bedriegerijen van zijn hart. Al zijn verborgen zonden werden blootgelegd. “Ik werd bezet met de vreze des doods en de verschrikking van Gods toom. Elke dag werd ik toen onderwezen betreffende mijzelf of de Goddelijke wet of de ijdele wereld, iets wat ik tevoren nooit had gezien. Dit vervulde mij met verbijstering en een alles verpletterende bekommernis.” Toen viel de duivel hem aan met de scherpste verzoekingen. Hij werd aangevallen door het vreselijke atheïsme en het grootste ongeloof in de stukken der Verlossing. Hij twijfelde eraan of er wel een God was, of Christus wel de Messias was. Toen, juist toen de Heere hem elke dag onderwees. Andere religies krijgen bekoring voor hem. Hij vreesde soms de onvergefelijke zonde te hebben gedaan. Toen dacht hij overgegeven en verlaten te zijn. Overgegeven tot hopeloze afvalligheid en verwoesting. De verschrikkingen Gods kwamen in zijn hart als stromen vuurs. In deze opstandige twijfels en uiterste duisternis der ziel zag hij de vruchten van Gods eeuwige verwerping. Hij zag God aan als “een verterend vuur en een eeuwige gloed.” Hij zag zichzelf als “een arme gevangene geleid tot dat vuur” toen hij dagelijks door de Heere onderwezen werd.

Hij werd verzocht om met Judas het vonnis vooruit te lopen. Acht maanden lang wordt hij gevoerd door de diepten des Satans. Maanden waarin deze vurige pijlen op hem werden afgeschoten en er geen hulp meer scheen voor zijn arme ziel bij God of bij de mens.

Hij was zeer bevreesd voor God, en zeer beschaamd om over deze dingen te spreken met enig christen.

Doch in de uiterste nood, niet wetende wat te doen, en niets aan enig mens te kunnen mededelen en zo alleen, kwam hem in de gedachten wat de Heere Jezus deed in Zijn uiterste doodstrijd. Toen bad Hij ernstig en een engel kwam neder om Hem te ondersteunen. Zo lezen wij: “Toen zich afsluitende van alles viel hij neder in een uiterst zieltogende smeking. En “in gebed zijnde zag ik mij zo onheilig en God zo heilig dat mijn geest in mij bezweek.” Hij bad zolang totdat hij niet meer kon bidden. “Toen aan het einde van het gebed vond ik de Heere, Die mij hielp, mij mijn onwaardigheid te doen zien wat betreft enige genade. En mij alleen op Hem te verlaten, opdat Hij met mij doen mocht, wat Hij begeerde.”

Dan beginnen de verschrikkingen des Heeren tot bedaren te komen. Er komt een billijking, een aanvaarding van het verdoemend recht des Heeren. Enige genade om zich alleen te verlaten, op Hem, opdat de Heere met mij doen mocht wat Hij begeerde. Tot die tijd met niets dan zonde, schuld, ongerechtigheid, godslasterlijke gedachten bezig, en nu met heerlijkheid, majesteit en een licht dat mij volkomen overreedde. En toch een mens die in zichzelf stond en niet in Christus Jezus. Toch iemand waarvan Thomas Shepard zo overtuigend schrijft in de Gezonde Gelovige die wel komt tot Christus maar niet met een volkomen hart.

Echter onder een preek van dr. Preston uit 1 Korinthe 1:30 “Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing” werd Shepard getoond, dat er in Christus een volkomen en overvloedige voorziening is voor al onze geestelijke gebreken. Christus werd boven alles dierbaar voor mijn ziel. Hij beleefde “dat zovelen Hem ontvingen hun gegeven was kinderen Gods te worden.” Toen gevoelde hij een hart om Christus te ontvangen met ledige handen. Hij ontving vrede. Zelf zegt Thomas Shepard: “Of schoon Christus mij vaak aangeboden was in de prediking van menige leraar, indien de mensen Hem als hun Heere en Verlosser wilden ontvangen, hij toch zijn hart altijd onwillig had bevonden Christus te aanvaarden op die voorwaarden.”

Mr. Thomas Shepard aanvaardde zijn ambt in de dagen van Jacobus I die in 1603 koningin Elisabeth was opgevolgd. Hij was de zoon van Maria Stuart de grootste tegenstandster van John Knox. Jacobus I wenst één leer, één kerkelijke orde, één religie, de leer van de Anglicanen zonder daarin de leer en het standpunt van de puriteinen.

Het Schotse Presbyterianisme, het Sanhedrin, zoals hij het noemt, heeft evenveel met het koningschap gemeen, als God met de duivel. Vandaar dat het een onbegrijpelijk wonder was, dat op aandringen van de puriteinen de Bijbel opnieuw werd vertaald. (King James Version) Het is een uitstekende vertaling alhoewel later de godzalige John Livingstone de Statenvertaling de beste vertaling van het Woord des Heeren vindt. Gedurende de jaren 1610-1625 krijgen de puriteinen een betrekkelijke rust, maar onder aartsbisschop Wil-liam Laud breekt de vervolging los tegen allen die zich niet conformeren aan zijn opvattingen. Honderden predikanten worden ontslagen. Juist in die tijd vangt Thomas Shepard de bediening in Woord en Sacramenten aan.

Deze korte levensschets met enige bijzondere aantekeningen uit Thomas Shepards geestelijke leven dient om bepaalde passages uit de Gezonde Gelovige goed te verstaan.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's

De Gezonde Gelovige

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1992

Bewaar het pand | 10 Pagina's