Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Apeldoornse dogmatiek (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Apeldoornse dogmatiek (I)

Behoud het Pand

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dogmatiek is een wetenschap die zich met dogma’s, kerkelijke leeruitspraken, uit het (verre) verleden bezighoudt. Een goed voorbeeld daarvan zijn de Dordtse Leerregels van 1618/19 die uitspraken doen over de verkiezing van eeuwigheid en de onvrije wil van de mens. Om eerlijk te zijn: leerregels, dogma’s, liggen momenteel slecht in de kerkelijke en theologische markt. Het verleden moet zich niet zoveel met het heden bemoeien. Voor velen zijn de kerkelijke dogma’s niets meer dan een boeket droogbloemen, die wel kleur maar geen geur hebben. Je prikt ze aan de muur als een stijlvolle decoratie. Of nog erger: “een zielloos lijf gedompeld in het stof’. En dat is het dan.

Toch moeten we ons daarop nog eens rustig bezinnen. Want sommige leeruitspraken zijn eigenlijk net zo actueel als de Bijbel zelf.

Aan de gemeente van Korinthe schrijft de apostel Paulus:

“Ik maak u bekend het Evangelie dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat, door hetwelk gij ook zalig wordt indien gij het behoudt op zodanige wijze als ik het u verkondigd heb.” (1 Korinthe 15:1, 2).

Hier heeft de apostel het over het Evangelie. Dat had hij aan de Korinthiërs verkondigd. Die boodschap had hij van God en de Heere Jezus zelf ontvangen en vervolgens hun en anderen “overgegeven”, overgeleverd. (Die overlevering noemden de Grieken paradosis en de Romeinen traditio).

Die overlevering van het Evangelie moet bewaard worden. En waarom? Omdat de zaligheid van de Kerk ermee staat of valt. Paulus zegt “door hetwelk gij ook zalig wordt indien gij het behoudt op zodanige wijze als ik het u verkondigd heb.”

Het Pand van het Evangelie moet bewaard worden als het eeuwige leven ons lief is.

Daarom vat de apostel dat Evangelie der zaligheid nog eens kort en bondig samen als hij zegt in 1 Korinthe 15:3: “Dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften en dat Hij is begraven en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften”. Eigenlijk hebben we hier al een dogma, een leeruitspraak, een korte en bondige samenvatting van het Pand van het Evangelie dat bewaard moet worden. Wil men zalig worden dan moet men allereerst het Evangelie op deze wijze behouden. De christelijke Kerk is naar haar aard “behoudend”.

Over die leer van het Evangelie waren de leden van de gemeente van Korinthe het eens. Van die leer waren ze persoonlijk en gemeenschappelijk door de Geest van God overtuigd. Die leer hadden zij door het geloof aangenomen. Zij waren in dit opzicht van een gemoed en een gevoelen.

Blijkbaar heeft die eensgezindheid, die vrede, in de gemeente niet lang geduurd. Sommigen zaaiden twijfel omtrent de leer van het Evangelie en met name de verkondiging van de opstanding der doden. ‘Tndien nu Christus gepredikt wordt dat Hij uit de doden opgewekt is, hoe zeggen sommigen onder u dat er geen opstanding der doden is”?

De gemeente kreeg dus al spoedig met dwalingen, ketterijen te maken. Sommigen zeiden dat er geen opstanding der doden was.

Als de apostel dat hoort, komt hij in het geweer. Vat het Evangelie kort en bondig samen: Christus is gestorven voor onze zonden en opgewekt ten derden dage naar de Schriften! Je zou dat een heel vroege “leeruitspraak” kunnen noemen. Een antwoord, een weerwoord op de dwalingen in de Kerk.

Geen opstanding der doden? Dan is ook Christus niet opgewekt. En dan trekt de apostel een aantal schrikwekkende conclusies uit deze dwaling. Indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs. De Korinthiërs geloofden aanvankelijk het Evangelie van Paulus: Dat Christus om hun zonden overgeleverd was in de dood en om hun rechtvaardiging opgewekt (vgl. Romeinen 4:25). Maar als Christus nu eens niet was opgewekt? Dan waren zij nog in hun zonden. Niet in (de opgewekte!) Christus rechtvaardig voor God. Dan waren ze allemaal verloren die in Christus ontslapen waren.

Als de leer van het Evangelie, door Paulus van Christuswege overgeleverd, niet waar zou zijn, dan zou dat rampzalige gevolgen hebben voor de Kerk. Hoe noodzakelijk dan om het Pand van het Evangelie zuiver te bewaren!

Uit de Schrift genomen

De christelijke Kerk heeft bij monde van haar apostelen en leraren al vroeg de wapens moeten opnemen. Bij tijden moest onder de hoge druk van de dwalingen (een deel van) de leer van het Evangelie helder en krachtig worden beleden, kort en bondig samengevat in een dogma: een kerkelijke gezaghebbende leeruitspraak. Zo’n dogma werd soms nadrukkelijk in een confessio, een belijdenisgeschrift, vastgelegd. Nu is het woord dogma een Grieks begrip en betekent in het algemeen in de Griekssprekende wereld van Paulus een gezaghebbende uitspraak waaraan gehoorzaamheid verwacht wordt. Zo gebruikt de evangelist Lukas het woordje dogma voor het bevel van keizer Augustus dat de gehele wereld beschreven moest worden. De keizer rekende erop dat zijn “dogma” gehoorzaamd zou worden.

Zo verwachtten de apostelen en de ouderlingen te Jeruzalem dat de dogma’s (Statenvertaling heeft “ordinantieën”) van het apostelconvent in Jeruzalem, omtrent de noodzaak van de besnijdenis en de onderhouding van de ceremoniële wetten van Mozes gehoorzaamd zouden worden door de gemeenten. (Handelingen 16:4).

En waarom rekenden de apostelen op onderwerping aan deze dogma’s? Omdat zij zich in de vaststelling van deze leeruitspraken geleid wisten door de Heilige Geest. “Het heeft den Heiligen Geest en ons goed gedacht” (Handelingen 15:28).

Nog eens: Een dogma is een leeruitspraak van de Kerk die aan de Schrift ontleend is. Vaak in het heetst van de strijd ontstaan. Als de eenheid en vrede van de Kerk op het spel stond.

Calvijn heeft dat heel goed verwoord: “Wanneer iemand de Kerk met zijn leer in verwarring brengt en het op een ernstige onenigheid dreigt uit te lopen, moeten de kerken samenkomen en moet een uitspraak gedaan worden, die uit de Schrift genomen is” (Institutie boek IV, 9, 8 en 13). Met deze leeruitspraken, dogma’s van de Kerk houdt de Dogmatiek als theologische wetenschap zich bezig. Die wetenschap stelt vragen zoals: Zijn de leeruitspraken van de Kerk inderdaad “uit de Schrift genomen”.

Dat is een van de vragen waar een Gereformeerde Dogmatiek zich mee bezighoudt. Zij staat op het standpunt van Calvijn dat een leeruitspraak dan alleen waarde heeft als die aan de Schrift ontleend is. Het dogma heeft dus een van de Bijbel afgeleid gezag en verdient daarom in de kerken niet alleen gehoor te vinden, maar ook gehoorzaamd te worden.

En als het waar is dat het behoud van de zuivere leer van het Evangelie, kort en bondig samengevat in de dogmata van de Kerk, te maken heeft met het eeuwig welzijn van de Kerk, dan is de Dogmatiek die kerkhistorische leeruitspraken bestudeert, bij het licht van de Schrift, zonder meer van levensbelang.

Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Apeldoornse dogmatiek (I)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's