Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning?

Hier is de bespotting van het Koningschap van Christus. Nee, niet op de manier van de soldaten, die Hem straks een doornenkroon op het hoofd zetten en Hem een purperen mantel aandoen. Maar het is voor Jezus zeker niet minder erg!

Wanneer Pilatus Hem de vraag stelt: “Zijt Gij dan een koning?”, dan klinkt daarin toch een diepe minachting en verachting in door.

Gij, een koning? Dat is immers al te dwaas! Hoe is het mogelijk dat een gevangene als Jezus zo iets zots kan zeggen?

Zoevën had Jezus gezegd: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik de Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier!”

Pilatus begrijpt er niets van. Hij kan er zich ook niet druk om maken. In ieder geval: politiek gevaar dreigt er van de zijde van deze Jezus niet!

Zijt Gij dan een Koning? Pilatus kan er om glimlachen.

En wij? Zijn wij anders dan Pilatus? Natuurlijk: wij erkennen Jezus als Koning. Daar zijn we nog rechtzinnig genoeg voor, nietwaar?

Hem (Jezus) is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Dat belijden we toch. Op grond van Gods Woord. Op grond van wat deze Koning Zelf heeft gezegd in Mattheüs 28:18.

Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. En op aarde? Nemen we ook die laatste woorden ernstig?

Stel u eens voor, dat iemand op een conferentie van staatshoofden het ging opnemen voor de alleen-heer-schappij van Christus; men zou hem toch een dwaas noemen? Of dat heel de christelijke kerk in al haar vormen er eens (zeg maar: voor een half jaar) ernst mee maakte dat Christus werkelijk hier op aarde, ook in het kerkelijk leven alle macht heeft? O, wat zou alles dan toch veranderen!

Of dat wij in ons persoonlijk leven waarlijk de leiding in handen gaven van Christus: in onze gezinnen en op school, op ons kantoor en in onze fabriek, bij onze genoegens en ontspanning; in de eenzaamheid, waar niemand ons ziet dan God alleen. Erkennen wij Jezus als Koning op alle terreinen van het leven?

We zijn toch niet klaar met schone leuzen, die alleen maar leuzen blijven?

Weet dit: het koninkrijk van Christus is het koninkrijk der Waarheid. En daarom is Zijn Koningschap dwaasheid voor de natuurlijke mens.

Om de Zijnen tot Koningskinderen te kunnen maken, is Zijn Konings-eer door het slijk gesleurd.

En waaraan zijn die Koningskinderen dan te herkennen? Hieraan, dat zij voor Koning Jezus door de knieën gaan, op de knieën gaan, aan Zijn voeten buigen, en met een verbrijzeld hart vragen: “Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal?” Denk eens aan Saulus op de weg naar Damascus!

Waaraan zijn die Koningskinderen te herkennen? Hieraan, dat zij leren bidden met hun hart: “Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde”. Dat is: Geef, dat wij en alle mensen onze eigen wil verzaken, en Uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken, gehoorzaam zijn; opdat alzo een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewillig en getrouw moge bedienen en uitvoeren als de engelen in de hemel doen.”

Pilatus vraagt aan Jezus: “Zijt Gij dan een koning?” Pilatus bedoelt het spottend! Maar Hij is het wel! Hij was het toen in Zijn vernedering. Hij is het nu in Zijn verhoging. E het is heerlijk waar: Hem is gegeven alle macht in de hemel en op aarde! Hij heeft in de weg van voldoening aan Gods recht satan en alle doodsmachten overwonnen. En omdat Hij overwonnen heeft, zal Hij overwinnen!

En als de overwinnende Koning is Hij nog altijd bezig van vijanden gewillige onderdanen te maken. Hij doet dat door Zijn Woord en Geest. Hij doet dat door ze te wederbaren. Door Zijn liefde in hun hart uit te storten, zodat ze lust krijgen om Hem te vrezen en te dienen. Het is hun smart en hun strijd dat ze die heerlijke Koning nog maar zo gebrekkig dienen, terwijl Hij toch al hun liefde en liefde-dienst waard is. En daarom bidden ze dan ook: “Uw Koninkrijk kome.” Dat is: Regeer ons alzo door Uw Woord en Uw Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen; verstoor de werken des duivels en alle geweld dat zich tegen U verheft, mitsgaders alle boze raadslagen, die tegen Uw heilig Woord bedacht worden; totdat de volkomenheid Uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen.”

Werden we al een onderdaan van die beminnelijke Vorst Jezus, op wiens lippen genade is uitgestort?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's