Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gezonde Gelovige (8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gezonde Gelovige (8)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe voert de Heilige Geest deze vrijmaking van de zonden in het werk der verbrijzeling uit?

De Geest van Christus werkt dit uit door een tweevoudige daad, namelijk zedelijk en krachtdadig.

Het dunkt u wellicht een lichte zaak, zegt Shepard, gewillig te zijn dat Christus u van al uw zonden zou ontlasten, doch ik zeg, dat de almachtige arm des Heeren u hier alleen kan onderwijzen.

Hoe beweegt de Geest zedelijk het hart over het kwaad der zonde en keert Hij het krachtdadig van de zonde af?

Hij beweegt de ziel de zonde te zien gewapend met toom en vloek, werkende de dood, prangt het hart als het grootste kwaad en zuivert zo dien etter tot de grond toe uit om de ziel tot genezing geschikt te maken.

Als de Geest de zonde waarlijk doet gevoelen, dan gevoelt de ziel de zonde als het grootste kwaad. Anders zal iemand Christus nooit waarderen als het grootste goed. Matth. 10:37. Anders blijft een mens leven en volharden in zijn zonden.

Er wordt een drievoudig kwaad gezien in de zonde.

a. Het kwaad van verkeerdheid en ongelijk tegen God

b. Het kwaad van knaging en benauwdheid

c. Het kwaad van afscheiding der ziel van God.

Het tweede kan alleen de verworpenen beroeren. Het eerst is alleen in degenen, die dadelijk, gerechtvaardigd, geroepen en geheiligd zijn, die hun zonden betreuren voor zoveel ze tegen God, die hun een verzoend God is begaan zijn en voor zoveel ze zijn tegen het leven Gods dat in hen zijn aanvang heeft genomen, hierover zuchten zij erover als uit een lichaam des doods.

Het derde gevoelen de uitverkorenen in de eerste aanval die de Geest in het werk stelt. Het valt de ziel hard, namelijk dat ze God heeft verlaten en van alle gemeenschap en vereniging met Hem is uitgesloten. Joh. 16:6. De Geest overtuigt van zonde, hoe? Omdat zij niet in Mij geloven d.i. zij zullen zien en geloven en gevoelen, dat zij geheel van Mij vervreemd zijn, zij zullen van Mijn heerlijkheid en rijkdom en genade horen en van die gelijkheid, die al degenen die Mij bezitten genieten en genieten zullen; maar zij zullen wenen omdat zij zonder Mij leven en zolang zonder Mij geleefd hebben. Zo komt de ziel in een staat van zoeken, zij zoekt God en Christus. Zij gevoelt het gemis en een verlies van beiden door de zonde, want het einde van al de vreze, verschrikkingen en droefenissen, die de uitverkorenen bevangen, is om hen tot God en in de gemeenschap van Hem, Die de enige Toevlucht des mensen is weder te brengen. Als de ziel de bitterheid van haar tegenwoordige scheiding van God niet zou gevoelen zo zou ze nooit tot Hem trachten weder te keren als tot haar grootste goed. Is de wond in het hart veroorzaakt door de gevoelde bittere scheiding van God, niets dan vereniging en gemeenschap met God zal het genezen en wederom troosten.

Christus, Zijn hand op de ziel gelegd hebbende, om haar eerst terug te brengen tot Zichzelf en zo tot de Vader als gesteld zijnde om al de verdrevenen Israels te vergaderen doet hen gevoelen dat zij verdrevenen zijn en geworpen van Gods gezegend Aangezicht en tegenwoordigheid, opdat zij ten laatste naar hun thuisreis zouden wensen. Hebr. 7:25; Jes. 56:8.

Verworpenen hebben dit gevoel der zonde, dit middel tot hun wederkeer tot God niet. Hierom is het, dat de zielen dergenen, die God zalig maakt nooit gerust zijn, voordat zij tot God komen en gemeenschap met Hem hebben, maar zij treuren om hun scheiding van Hem en het verbergen van Zijn Aangezicht totdat de Heere Zich wederom laat zien.

De noodzaak van zijn ellende te gevoelen vóór de toepassing van het geneesmiddel

Dezulken, die menen, dat het niet noodzakelijk is zijn ellende te gevoelen, vóór de toepassing van het geneesmiddel, of van onze vereniging met Christus, omdat waar gevoel is, daar Christus alreeds is, en daarom niet eerst de wet, maar het evangelie willen hebben gepredikt, hebben het mis.

Christus is niet gekomen om te roepen rechtvaardigen maar zondaren, zieken om te genezen, die hun ziekten kennen en gevoelen bijzonder door de Wet. Rom. 3:20.

Eerst de Wet verkondigen en de rampzalige staat van de zondaar in het verachten van het evangelie. Het doel en de middelen zijn altijd goede vrienden geweest. Ook de apostelen hebben altijd deze manier gehouden. Paulus toonde eerst aan de Joden en de Heidenen, dat ze onder de zonde waren. Zie Rom. 1-3. In het Nieuwe Testament wordt gesproken van de worm die nooit sterft, een vuur dat nooit uitgeblust, de toekomende toom etc. Het geloof is de deur om tot Christus te komen en dit de weg tot het geloof.

Te zeggen dat een mens eerst Christus en het leven kan hebben eer hij enige geestelijke ellende gevoelt, is te zeggen, dat een christen eerst genezen moet zijn, opdat hij ziek mag worden, geheeld om gekwetst te worden, de Geest der aanneming ontvangen te hebben, eer hij Dien ontvangen heeft om te ontvangen de Geest der dienstbaarheid wederom tot vreeze.

Indien de dienaars van het Evangelie het geneesmiddel willen prediken, vóór zij de ellende hebben aangewezen, wee deze eeuw, welke verstoken zal zijn van die zegeningen waarin de voorgaande roemden, en daarvoor de Heere dankten.

Merk eens op of degenen die het gebmik der wet miskennen om ons tot Christus te leiden niet bijtijds ertoe zullen vervallen, dat zij tegenstanders worden van sommige hoofddelen van het Evangelie.

Eerst moet gepredikt het wee en de ellende der mensen of liever die zoo ondereen mengen, dat het hart der toehoorders door beide, op het diepst geraakt moge worden, doch eerst door hun ellende.

De grootste wonde der christenen is gebrek aan diepe vernedering en verslagenheid. Al de zonde die de aarde en de hel vervullen zijn in eens ieder hart. Als ik mij niet vergis zegt Shepard hangt veel af van het verstand van de volgende zaken:

1. Dat er dan moet zijn enig gevoel van ellende, voor het toeëigenen van het geneesmiddel.

2. Dat deze verbrijzeling of dit gevoel van zonde is gewrocht door den Geest van Christus, niet door de kracht des mensen, om zichzel-ven daardoor te bereiden tot verdere genade.

3. Dat deze verschrikkingen en droe-fenissen in de uitverkorenen in kracht verschillen van die, welke vallen in de verworpenen, daar deze de ziel afleiden van Christus, gene niet. In dezen zijn wij het dan alleszins eens. De vraag is alleen, of er in de uitverkorenen, vóór hun vereniging met Christus, die verdere bewerking is, te weten: de ziel af te scheiden van zonden, gevoegd bij verschrikkingen en droefenissen, welke niet zouden wezen in de verworpenen? Met één woord, of er niet een bijzonder werk des Geestes is, in de ziel van zonden af te wenden, ten minste ten opzichte van haar natuur, vóórdat de ziel door het geloof tot Christus wederkeert.

Vierde Hoofdstuk

De derde daad van Christus macht in het verlossen en zaligmaken van zondaren is verootmoediging

Als de Heere Jezus het hart door verbrijzeling heeft verbroken, gaat Hij voort om het ook te vernederen. Immers Hij woont bij de verbrijzelde en vernederde, dus bij degenen, die over hun zonden ook verootmoedigd zijn.

Dan gaat Shepard vier dingen ontvouwen: Wat deze verootmoediging is, wat de noodzakelijkheid daarvan is, welke middelen de Heere gebruikt om ze te werken, welke mate daarvan wordt vereist.

Wat is deze verootmoediging? Verootmoediging is dat werk des Geestes waardoor de ziel afgebroken zijnde van eigen wijsheid en zelfvertrouwen in enig goed dat ze heeft of doet zich onderwerpt en zich neder-legt onder God om gedaan te worden naar Zijn Welbehagen. 1 Petr. 5:6; Lev. 26:41.

De verootmoediging snijdt de mens af van al zijn hoge inbeeldingen en zijn zelfvertrouwen op het goede dat in hem zou zijn of hij in zich neemt te vinden en zo is de ziel klein voor God.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's

De Gezonde Gelovige (8)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 1993

Bewaar het pand | 10 Pagina's