Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

De Samaritaanse vrouw (19)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Jezus zeide tot haar: Vrouw, geloof Mij....”

Beste jongelui,

Ik weet niet hoe of het jullie vergaat, doch wat mij betreft, houdt de geschiedenis van de Samaritaanse vrouw mij vast. Als het ene artikel de deur uit is, dan ben je in gedachten al weer met het volgende bezig. Steeds komen er weer nieuwe gedachten in mijn binnenste op. Die gedachten ontwikkelen zich, totdat ze aan het papier zijn toe vertrouwd, in de hoop dat ze ook gelezen zullen worden en dat er de nodige lering uit zal worden getrokken.

Jezus heeft tot die vrouw gezegd: Vrouw, geloof Mij.

Dit deed mij denken aan een ander, die met andere woorden hetzelfde heeft gezegd, onder heel andere omstandigheden, terwijl het toch in nauw verband staat met de geschiedenis die wij bezig zijn te overdenken. Die “ander”, die met andere woorden hetzelfde heeft gezegd, ook tegen een vrouw, was niemand anders dan de grote tegenstander van de Heere Jezus, namelijk de duivel. Die vrouw tegen wie hij sprak was ook een andere vrouw dan de Samaritaanse. Het was Eva, de vrouw van Adam. Was de Samaritaanse vrouw een zeer zondige vrouw, van Eva kan dat niet gezegd worden. Want zij is door God goed geschapen. Zonder zonde. Omdat zij zonder zonde geschapen is, had zij de Heere Jezus als de Zaligmaker van zondaren niet nodig. Zij wandelde, evenals haar man Adam met God. Tot haar behoefde niet gezegd worden: Vrouw, geloof Mij! Want dat deed zij van nature.

Doch in die staat is zij niet gebleven. De Satan kwam tot haar in de gedaante van de slang. Hij knoopte, als de leugenaar en de mensenmoordenaar van de beginne, een gesprek aan met die vrouw, met Eva. Al heeft hij het niet letterlijk gezegd, het kwam er toch wel op neer: Vrouw, geloof mij! Hij vertelde haar niet de waarheid, maar de leugen. En die werd helaas door die eerste vrouw geloofd. Zij geloofde de duivel, die haar wijs zocht te maken, dat als zij zou doen wat God verboden had, dat zij dan als God zou zijn. En dat geloofde zij. Zij heeft de verboden vrucht geplukt en gegeten, met als gevolg dat de dood zijn intrede deed in haar leven. Zij bleef in de waarheid niet staande, en is in de leugen terecht gekomen. Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood. En die is tot alle mensen doorgegaan. Wij zijn allemaal kinderen van Adam en Eva. Wij worden in zonden ontvangen en in ongerechtigheid geboren. Wij geloven de leugenaar en de mensenmoordenaar. Dat is de verschrikkelijke werkelijkheid, waarin die Samaritaanse vrouw verkeerde. Dat is ook de verschrikkelijke werkelijkheid waarin wij verkeren. Dat moet echt wel goed tot ons doordringen, willen we het wonder gaan verstaan van het feit, dat Jezus heeft gezegd: Vrouw, geloof Mij!

De duivel komt ons allen dagelijks tegen met zijn bedriegelijke woorden: Vrouw, geloof mij! Jongen, geloof mij! Meisje, geloof mij! En wij zijn allemaal aan die Samaritaanse gelijk. Wij geloven de duivel.

Hij zegt: Geloof mij! Misschien dat jullie dat zo in eens niet zien. Er zijn heel veel mensen, die niet eens geloven dat er een duivel is. Dat vindt de duivel helemaal niet erg. Je mag gerust geloven dat hij er niet is, als je maar doet wat hij zegt. Die in hem niet geloven en toch aan zijn verleidende stem gehoor geven, dat zijn z’n gemakkelijkste klanten. Zij volgen hem, zonder dat zij het beseffen, als willoze prooien op de weg naar het eeuwig verderf.

Doch zo zal het met jullie niet zijn. Jullie geloven best dat hij er is. Je bent van jongsaf daarbij opgevoed. Je ouders hebben het verteld. De dominee spreekt er van tijd tot tijd over in de preek, op huisbezoek en op de catechisatie. Je twijfelt er niet aan. De duivel is er! Te geloven dat hij er is, en toch te doen wat hij zegt, dat maakt de zaak des te erger. Want hij vertelt dat het zo erg niet is, wanneer je doet of zegt, of denkt, wat hij graag wil. Dat zijn alle dingen die in strijd zijn met de heilige geboden van God. Hij zegt b.v. dat het helemaal niet erg is, als je de wereld dient, en al haar begeerlijkheden najaagt. De wereld lokt en je gaat er met een min of meer gerust hart naar toe. De weg wordt gaande ruimer. Hij maakt het je steeds gemakkelijker. Aan straf moet je niet denken. Een eeuwig oordeel, daar moet je niet in geloven. Dat bestaat gewoon niet. En als er al zo iets zou zijn, dan is het ook zo erg niet. De voorbeelden heeft hij bij de hand. Zo zegt hij b.v.: Welke vader werpt nu zijn kinderen in het vuur? Dat doet toch niet een aardse vader? En als hij het al zou doen, dan is dat natuurlijk een “onmens”. En met al dergelijke bedriegelijke voorstellingen zoekt hij zijn volgelingen gerust te stellen. Geloof mij! Geloof mij!! Je moet de bijbel niet geloven. Dat is een “oud boek”. Daarin geloven ontneemt je alle levensvreugde. Laat je niet bang maken. Schep vreugde in het leven. Dan heb je tenminste nog wat. En anders heb je niets. Geloof mij!

En wat is het resultaat? Men gelooft de leugenaar en de mensenmoordnaar. Men wordt voor een eeuwigheid bedrogen. Velen laten zich bedriegen. Dat deed die Samaritaanse vrouw ook. Dat doen wij ook. Wat is een mens toch ongelukkig als hij geloof hecht aan die leugenaar. De duivel bedroog Eva. Eva deed het Adam. En wij doen het ook elkander. En we zien het niet. Niet echt! We geloven het niet. Niet echt! Tot het te laat is. Namelijk als de leugenaar zich in zijn ware gedaante laat zien als de mensenmoordenaar. Dan komen we daar terecht waar niemand wezen wil: in de eeuwige rampzaligheid.

Wie dat gaat geloven, daar wordt het een wonder voor, dat Jezus tegen zulke mensen zegt: Geloof Mij! Hij spreekt de waarheid. Hij zegt Wie God is, en ook wie de mens van nature is. Een hater van God en de naaste. Hij zegt: Wie Gods geboden overtreedt, heeft het oordeel te wachten. Hij zegt: Hebt deze wereld niet lief, want wie een vriend van de wereld is, die wordt een vijand van God genaamd. Hij zegt: Wedersta de boze, en hij zal van u vlieden. Volg niet je eigen wil, doch vraagt: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? Hij zegt: Vraagt naar de Heere en Zijne sterkte. Naar Hem, Die al uw heil bewerkte. Zoek dagelijks Zijn aangezicht. Wie Mij vroeg zoeken zullen Mij vinden, wie Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van de Heere. Hij zegt: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Niet de boze, maar Mij. Wie Mij volgt zal in de duisternis niet omkomen, maar hij zal het licht des levens hebben. Geloof Mij! Ik ben de Goede Herder, Ik stel Mijn leven voor de schapen. Ik ben de Deur. Die door Mij ingaat, zal ingaan en uitgaan en weide vinden. Geloof Mij! Ik bedrieg je niet. Ik ben de Waarheid. Geen leugenaar. Ik ben de Weg, niet tot het verderf, maar tot het eeuwige leven. Ik ben het Leven. Ik geef het eeuwige leven.

Vrouw, geloof Mij! Jongen, meisje, geloof Mij! Begrijpen jullie nu het onderscheid? We leven in de vakantietijd. Het is een mooie tijd. Het is ook een gevaarlijke tijd. Een tijd waarin de duivel geen vakantie neemt, doch waarin hij dubbel hard werkt, op alle mogelijke manieren. En nu komt, via dit artikel Jezus je tegen en zegt: Geloof Mij!

Doen wij dat nu ook? Want daar komt het tenslotte op aan. Wie Hem niet gelooft zal ten verderve gaan. Doch wie in de Zoon gelooft, Die zegt:

Geloof Mij!, die zal ten eeuwigen leven gaan.

Daarom nogmaals, wat doen wij? Jezus zegt: Geloof Mij!!!

Ik kan niet, zegt mogelijk deze of gene. Dat is erg, doch niet het ergste. Hij zegt: Geloof Mij, wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Ongeloof is het ergste wat er is. Daarom: Geloof Mij! Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1993

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1993

Bewaar het pand | 8 Pagina's