Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd (22)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd (22)

De Samaritaanse vrouw

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Gijlieden aanbidt wat gij niet weet; wij aanbidden wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden. Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden”

Beste jongelui,

Jezus werd door de vrouw aangezien als een Jood. Vanuit dat gezichtspunt zoekt Jezus de vrouw te benaderen. Als Hij tot haar zegt: Gijlieden aanbidt wat gij niet weet, dan bedoelt Hij daarmee, dat zij als een Samaritaanse vrouw onwetend was aangaande de ware dienst van God. Daar was zij nooit vanuit de schriften in onderwezen. Zij had haar leven lang onder een dwaalleer verkeerd. De Samaritanen kenden alleen maar de vijfhoeken van Mozes. Het licht van de Heilige Geest ontbrak hen daarbij. Want als de verlichtende werking van de Heilige Geest hun deel geweest zou zijn, zouden zij uit de boeken van Mozes hebben kunnen weten, dat de Zaligmaker uit de Joden voort zou komen. Want het was aan Abraham beloofd. Zelfs meer dan eens. Gijlieden aanbidt wat gij niet weet.... De Heere Jezus zegt dat niet verachtelijk tegen haar, vanuit de hoogte. Hij zegt dat met een zeker medelijden. Want Hij is in Zijn hart met ontferming bewogen over deze vrouw. Hij wil ze nader onderwijzen. Datgene wat zij niet weet, nog niet weet, dat wil Hij haar bij gaan brengen.

Wij aanbidden wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden. Met het woordje “wij” bedoelt de Heere Jezus het Joodse volk. Dat was een bevoorrecht volk. Paulus spreekt daar ook over als hij zegt in Rom. 3:1 en 2: Welk is dan het voordeel van de Jood? Of welke is de nuttigheid van de besnijdenis? Veel in alle manier. Want dit is wel het eerste, dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd.


Hij gaf aan Jacob Zijne wetten
Deed Isrel op Zijn woorden letten.
Hij leerde z’in Zijn wegen wandelen,
Zo wou Hij met geen volken hand’len;
Die moesten Zijn getuigenissen,
En Zijn verbondsgeheimen missen....


Dat is duidelijke taal. Daar klinkt het welbehagen Gods in door. Hij had het volk der Joden uitverkoren uit alle anderen volken der wereld, om Zich daaraan nader te openbaren. De Joden wisten, konden althans weten waar en hoe de HEERE gediend wilde worden. Als het over het “weten” van de Joden gaat, schrijf ik dat heel voorzichtig. Omdat God Zich aan hen geopenbaard had, konden zij het weten. Verstandelijk wisten velen het wel. Doch ook niet allen. Geestelijk waren er maar weinigen die het echt wisten. Die dus God in der waarheid kenden. En dat was niet alleen in de dagen van de Heere het geval. Dat is van oude tijden af het geval geweest. Want Jesaja moest er al van getuigen: Een os kent zijn bezitter en een ezel de krib van zijn heer; maar Israel heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet. Jes. 1:3.

De meesten van het bondsvolk waren dus nog minder dan de beesten. Het is geen vleiende vergelijking die Jesaja maakt, maar wel een eerlijke!

Uit alles begrijpen jullie wel, dat er verschil is tussen weten en weten. Velen zijn vandaag nog totaal onwetend. Hetzij dat men nog nooit gehoord heeft van de enige Naam Die onder de hemel tot zaligheid gegeven is, ’t zij dat men zijn leven lang onder een dwaalleer heeft vertoefd. Ik denk b.v. aan de Roomsen. Die hebben ook een bijbel. Doch de bijbel heeft voor hen niet het laatste woord, maar de Paus.

Zij aanbidden de heiligen en weten eigenlijk niet wat zij doen. Je zou ten deze ook kunnen zeggen: Zij aanbidden wat zij niet weten. Meerderen zouden te noemen zijn, die nog wel van een bijbel weten, doch aan de inhoud zich weinig laten gelegen liggen. Je kunt niet zeggen dat ze niets aanbidden, of dat zij helemaal niet godsdienstig zijn. Doch zij weten niet wie of wat zij aanbidden.

We moeten ten deze maar niet naar anderen kijken. Want het zou kunnen wezen, dat er onder ons velen zijn, waarvan gezegd zou moeten worden: Gijlieden aanbidt wat gij niet weet.... Ik denk b.v. aan alle zgn. sterren - sportsterren enz. Er staan er heel wat aan de “wereldlijke hemel”. Hoe worden de “góden van deze tijd” niet aangebeden, op handen gedragen? Er worden duizenden aan opgeofferd. Men heeft er alles voor over. Men aanbidt hen. Men gaat er voor door de knieën. Men zoekt, ieder op zijn eigen wijs, de góden van de tijd te behagen, terwijl het geen góden zijn. Het zijn afgoden. En afgodendienst is een gruwel in de ogen van de enige ware God. Vergeet dit niet. Er staat altijd nog in het eerste gebod: “Gij zult geen andere góden voor Mijn aangezicht hebben”. God wil alleen gediend worden.

Een ieder die dat niet doet, staat zwaar schuldig tegenover Hem. Als je dat nog niet wist, houdt het je dan nu voor gezegd. We moeten God alleen dienen, zoals Hij dat in Zijn woord van ons vraagt.

Wij aanbidden wat wij weten..... Het kan heel goed zijn, dat je zeer goed weet, hoe het allemaal moet. Je bent er van huis uit bij opgevoed. De zuivere leer is je bijgebracht. Je bent rechtzinnig tot en met. Dat waren de schriftgeleerden en de farizeeërs in Jezus’ dagen ook. Doch het waren in de grond der zaak vijanden van God en van Zijn Christus. Zo kun je orthodox zijn, een ander zelfs onderwijzen, en zelf toch een vreemdeling van God zijn.

Een mens die niet weer Wie hij aanbidt. Om dat echte te weten, moet ons verstand verlicht worden. Dat het daarom maar veel onze bede zal mogen zijn:


Doe bij Uw knecht weldadigheid, o HEER’
Opdat ik leev’, Uw woorden moog ’ bewaren,
En dat Uw Geest mij ware wijsheid leer’,
Mijn oog verlicht, de nevels op doe klaren;
Dat mijne ziel de wond’ren zie en eer’,
Die in Uw wet alom zich openbaren.


Wij aanbidden wat wij weten. Dit geldt in de meest volstrekte zin van het woord alleen van de Heere Jezus. Als Mens heeft Hij God gekend als geen ander, en ook Hem aangebeden als geen ander.

Degenen die Hem door een waar geloof worden ingelijfd leren God ook kennen in waarheid. Dat is zoals Hij Zich in Zijn woord heeft geopenbaard.

“Want de zaligheid is uit de Joden”. Dat wil zeggen, dat uit de Joden de Zaligmaker is voortgekomen. Want buiten de Zaligmaker is er geen zaligheid te verkrijgen.

De zaligheid houdt in: de volkomen verlossing van zonde en schuld, met daarbij een recht op het eeuwige leven. Al is het dan niet al-Israel wat Israel genaamd wordt, de ware Israelieten krijgen toch ware kennis van God en Goddelijke zaken. Zij krijgen te weten, wat en Wie zij aanbidden. Met andere woorden: Zij komen er achter, wat zij aan hun God hebben. En leren ook tot hun verootmoediging wat God aan hen heeft. God heeft aan hen niets, terwijl zij aan God, en in God, alles hebben wat tot hun zaligheid van node is.

De zaligheid is uit de Joden. Uit de Joden is de Zaligmaker voortgekomen. Hij is er ook voor de Joden gekomen. Doch zo lang de Joden de Zaligmaker verwerpen, ontgaat hen de zaligheid. En dat geldt dan niet alleen de Joden. Dat geldt alle mensen. Dus ook ons. Als wij de Zaligmaker niet echt nodig hebben, ontgaat ons de zaligheid. Dat is toch echt wel een zaak, de overdenking waard. Zoekt daarom de Heere, terwijl Hij te vinden is en roept Hem aan terwijl Hij nabij is.

“Want de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden”. Daar hebben we in het vorige artikel reeds het een en ander over geschreven. Lees het er nog maar eens op na. De ure komt en is nu.... Laatje tijd niet voorgaan. NU kan het nog. Morgen mogelijk niet meer.

Ik moet weer gaan eindigen. Denken jullie nog aan 18 september? Tot ziens in Kampen. Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Voor de jeugd (22)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's