Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederlandse Geloofsbelijdenis (56)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederlandse Geloofsbelijdenis (56)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Teken en betekende zaak van de Doop

“De sacramenten zijn niet ijdel en ledig om ons te bedriegen; want Jezus Christus is hun waarheid, zonder Wie zij niet met al zijn zouden”. Zo getuigt het geloof in artikel 33 van de wezenlijke betekenis van de sacramenten voor de Kerk des Heeren. Nu we voor de tweede keer naar het artikel over de heilige Doop gaan, zien we dit nader uitgewerkt ten aanzien van dit teken en zegel. We kunnen ook zeggen dat daarin de overeenkomst tussen het teken en de betekende zaak beleden wordt. Het gebeurt op een wijze en met woorden, die wel heel bijzonder moeten spreken.

Is het niet beschamend voor de kerk van vandaag, zoals hier beleden wordt? Het komt helaas zo weinig onder ons uit, dat dit sacrament in zijn wezenlijke waarde onderkend wordt. Enerzijds is er een-zonder-meer-toe-passen op eigen leven van de weldaden, waarvan de doop spreekt. Anderzijds lijkt het wel alsof de doop voor het leven des geloofs waardeloos is. het zal duidelijk zijn, dat we onder ons vooral aan het laatste moeten denken! We zijn gehecht aan de doopsbedieningen in de gemeente. Maar het valt op, waar men het over heeft als er gedoopt is: een mooie dienst, een aparte toespraak... Daar blijft het meestal bij. Over de eigenlijke betekenis van dit sacrament hoor je in de regel bitter weinig. En hoe zelden getuigen Gods kinderen van wat de Heere door middel van de doop gegeven heeft. Het uiterlijke teken zaligt niet, maar wordt niet zeer tekort gedaan aan wat God heeft ingesteld, als zo weinig het geestelijk verstaan van de doop openbaar komt?

De belijdenis uit de tijd van de reformatie gaat niet voor in een zo geringe waardering van de doop. We kunnen het vooral deze keer wel opmerken: “Zo heeft Hij dan bevolen te dopen al degenen die de Zijnen zijn” in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes”, alleen met rein water; ons daarmede te verstaan gevende, dat, gelijk het water de vuiligheid des lichaams afwast, wanneer wij daarmee begoten worden, hetwelk op het lichaam desgenen, die de Doop ontvangt, gezien wordt, en hem besprengt, alzo het bloed van Christus hetzelfde van binnen in de ziel doet, door de Heilige Geest haar besprengende en zuiverende van haar zonden, en ons wederbarende uit kinderen des toorns tot kinderen Gods. Niet dat zulks door het uiterlijke water geschiedt, maar door de besprenging des dierbaren bloeds des Zoons Gods; Die onze Rode Zee is, door welke wij moeten doorgaan, om te ontgaan de tirannieën van Farao, welke is de duivel, en in te gaan in het geestelijk land Kanaan. Alzo geven ons de Dienaars van hun zijde het Sacrament en hetgeen, dat zichtbaar is; maar onze Heere geeft hetgeen door het sacrament beduidt wordt, te weten, de gaven en onzienlijke genaden, wassende, zuiverende en reinigende onze zielen van alle vuiligheden en ongerechtigheden, en onze harten vernieuwende, en die vervullende met alle vertroosting, ons gevende een ware verzekerdheid Zijner Vaderlijke goedheid, ons de nieuwe mens aandoende, en de oude mens uittrekkende met al zijn werken”.

In de Naam van...

Aan het begin van dit gedeelte wordt gezegd, hoe de doop bediend moet worden. We moeten dan eerst letten op de doopsformule: “in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes”. Zo heeft Christus het bevolen, Mattheüs 28:18, 19. We lezen in het Nieuwe Testament ook van de doop in de Naam van Jezus. We kunnen bijv. denken aan Petrus op de Pinksterdag, als hij tot de verslagenen van hart zegt: “..bekeert u en een iegelijk van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus.” We kunnen hier aantekenen, wat Calvijn bij deze tekst opmerkt: “Ik ontken, dat Petrus hier over de vorm van de doop spreekt, doch hij wijst er eenvoudig op, dat de gehele kracht van de doop in Christus gelegen is”. Hoe het zij, het is duidelijk dat de uitdrukking “gedoopt in de Naam van Christus” niet voorbij wil gaan aan de Drieënige God. Ook werd in ieder geval al zeer vroeg in de christelijke kerk de doopsformule van de Drieënige God als algemeen geldend erkend.

In de Naam... Het betekent niet: in opdracht van of op gezag van. Het wijst veeleer op de verbondenheid aan de Naam van de Drieënige God, die in de doop betekend en verzegeld wordt. Het verband tussen het teken en de betekende zaak spreekt daarin. Niet iedere dopeling is het heil in de Drieënige God deelachtig, maar het wordt hierin wel gepredikt en de Drieënige God zet er Zijn Naam onder, onder Zijn Woord en beloften.

Het teken van het water

Hier moeten we aandacht geven aan het teken van de doop: water. We lezen in dit gedeelte van “met rein water” en het “uiterlijk water”. De laatste uitdrukking zullen we moeten verstaan in de zin van onze catechismus: “dit uitwendig waterbad” (Zondag 26 antwoord 69). Bij de doop dient gewoon rein water gebruikt te worden. Geen bijmenging dus van olie en zout zoals bij de Roomsen. Ook geen Jordaanwater, zoals sommigen prefereren. Het gaat om het gewone water, dat reinigt. Water heeft uiteraard meer eigenschappen. Het verkoelt, er kan genezing van uitgaan, het maakt vruchtbaar, enz. We hebben ons hier te houden aan de eenvoudige betekenis, die in de doop spreekt tot eenvoudigen. Het heeft de eigenschap, dat het de vuilheid van het lichaam afwast. Een vraag kan hierbij gesteld worden: moet er gedoopt worden door onderdompeling of door sprenging? In de eerste Christelijke Kerk doopte men meest door onderdompeling. Wij hebben geen zekerheid in hoeverre de doop door besprenging in die tijd werd toegepast, zoals sommigen veronderstellen voor de doop van de 3000 op de Pinksterdag. Eerst later kwam de besprenging meer in gebruik. De kinderdoop werd meer regel en het koudere klimaat in onze streken sprak mee. De Heilige Schrift spreekt ook van besprenging. We kunnen denken aan Ezechiël 36:25 “Ik zal rein water op u sprengen”. Onze belijdenis gaat van de besprenging uit. Wij maken van de besprenging geen beginsel zoals sommigen van de onderdompeling. Overigens moet wel erkend worden, dat van de onderdompeling een rijke symboliek uitgaat: het ingaan in het water, het zijn onder het water en het opstaan uit het water. Zo heeft het toch tot de Kerk des Heeren gesproken van het begraven-worden met Christus en het opgewekt worden tot een nieuw leven. Zo spreekt het nog in Gods Woord. Het zal goed zijn dat ten aanzien van de doop die elementen blijven spreken en ook in het onderwijs naar voren komen.

Overeenkomst

Van zo groot belang is het dat in dit gedeelte de overeenkomst beleden wordt tussen het teken en de betekende zaak. De doop geeft aanschouwelijk onderwijs. Zoals het water de vuilheid van het lichaam wegneemt, zo neemt het bloed en de Geest van Christus de onreinheid der ziel weg nml. de zonde. Het bloed van Christus is dan hier: Heel Zijn lijden, dat uitloopt op de bloedstorting op Golgotha. Daardoor heeft Christus de straf van een doemwaardig zondaarsvolk gedragen en de schuld betaald. Zo spreekt dat reinigende water van de vergeving van hun zonden. Er wordt ook gesproken van de vernieuwing door Zijn Geest. Wie uit het water opkomt, erdoor gereinigd is, is een ander mens. Zo verkondigt de doop ook de vernieuwing door Gods Geest “ons wederbarende uit kinderen des tooms tot kinderen Gods”. Er gaat een prediking van de doop uit. Gewezen wordt op onze verschrikkelijke onreinheid. Wij zijn geheel melaats en kunnen niet voor God bestaan. Wedergeboorte is noodzakelijk. Doch nu predikt die doop de reinigende kracht van het bloed van Christus en de vernieuwende kracht van de Heilige Geest.

De overeenkomst tussen teken en betekende zaak is niet vanzelfsprekend. Het teken is geen voertuig van Gods genade. Het is niet automatisch zo dat alle gedoopten de weldaden bezitten, die in de doop worden voorgesteld. Wel staat God met Zijn beloften achter Zijn eigen instelling. Hij belooft waarachtig de weldaden te schenken langs de weg der bekering en des geloofs.

En dan horen we hier de gelovige spreken van de zegen, die door middel van de doop gekend wordt. Bijzonder komt dat uit in het laatste gedeelte. “Alzo geven ons de Dienaars van hun zijde het sacrament..maar onze Heere geeft hetgeen door het sacrament beduid wordt.” Ziet, het is van zo groot belang dat we dit gehéél, samen lezen! Het gaat er hier juist om, waartoe de Heere het sacrament gegeven heeft en dat de Heilige Geest dit gebruikt. Dan is er het onderwijs door de Heilige Geest en de verzekering door diezelfde Geest door middel van de doop. Dan wordt door het geloof de band van teken en betekende zaak zo bijzonder gekend. In de weg van de oefeningen van dat geloof worden de onzienlijke genaden geschonken van de Heere. Wat een schatten gaan er dan open, waarvan dit sacrament getuigt: vergeving van schuld, vernieuwing van het hart, vertroosting inen verzekering van Gods Vaderlijke goedheid, waarachtige bekering in afsterven en opstaan.

Niet door het uiterlijke water..

Rome leert dat de doop bovennatuurlijke genade schenkt. Het verband tussen teken en betekende zaak is automatisch. De doop is eigenlijk volstrekt noodzakelijk tot zaligheid. Het is niet vreemd dat dit zo geleerd wordt. We hebben de neiging om zonder geloof en bekering de uitwendige middelen aan te grijpen, zoals Israel meende met de ark in het midden van de vijanden te kunnen verslaan. Calvijn spreekt in dit verband terecht van een ontering van Christus en van de Heilige Geest. Al het water ter wereld kan de zonde niet afwassen, alleen het reinigende bloed van Christus. En die in waarheid zijn doop leert beleven wordt uitgedreven tot de allesreinigende fontein van dat bloed en tot het gebed om de Heilige Geest.

Die onze Rode Zee is...

Het gaat om de besprenging met het bloed van Christus. Dat reinigt alleen! En dan komt er een uitdrukking, die nadere toelichting vraagt nml. dat Christus onze Rode Zee is. Israel werd geleid uit Egypte en moest de Rode Zee door op reis naar het land der belofte. Door geloof mocht Israel door de Rode Zee gaan. Zij kwamen niet om in het water. Het water was wel aan beide zijden van hen, maar zij gingen door de zee. Het was voor Israel als een doop waardoor ze gescheiden waren van Egypte en Farao. Zij werden gered. Zo kan ook Christus de Rode Zee genoemd worden. Het doopwater spreekt van het bloed van Christus, dat de afscheiding is van de wereld, de redding van de tirannie van de duivel en dat de weg opent naar het hemelse Kanaän. We kunnen in de Rode Zee verdrinken of behouden worden. Alleen in de geloofsvereniging met Christus, de Middelaar Gods en der mensen is er behoud. Door een waar geloof is er door de Rode Zee van Zijn bloed ingang tot in het eeuwige leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Nederlandse Geloofsbelijdenis (56)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's