Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

De Heere verlost

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

“en hij zat bij een waterput”

Hij -, dat is Mozes. Hij zit dus bij een waterput. Dat verbaast. In heel Egypteland werd geen waterput gevonden. Daar dronk men uit de Nijl. Mozes is dus niet meer in Egypte. Hij is ver buiten Egypte. Hij is in het land Midian.

We begrijpen het niet. Mozes was uit het koninklijke paleis gegaan. Zo’n veertig jaar lang had hij de weelde ervan beleefd. Maar er was een dag gekomen dat hij de paleisdeur achter zich dicht trok. De Hebreeënbrief geeft duidelijk aan de beweegreden, ’t Was een geloofsdaad. De vrucht van de wedergeboorte openbaarde zich. Daardoor verkoos hij liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben. De versmaadheid om Christus’ wil achtte hij meerdere rijkdom te zijn dan de schatten in Egypte. Want hij zag op de vergelding des loons.

We zouden verwacht hebben dat kroonprins Mozes nu medeslaaf zou zijn geworden, gebukt bij de tichelovens en voortgedreven tot de arbeid door Egyptische drijvers. Maar het ging anders. Er had geen eenwording met het volk van God plaats. Terwille van zijn leven moest hij op de vlucht. Want farao had de opdracht gegeven om hem te zoeken en te arresteren en ter dood te brengen.

U weet wat er geschied was. Een Egyptische man die een Hebreeër mishandelde. Mozes zag het en de drift greep hem aan. Daar ging zijn vuist. De Egyptenaar viel dood neer. Toen de volgende dag twee Hebreeërs die met elkaar twistten. De vraag van die ene aan Mozes: “wilt gij ook mij doden zoals gisteren die Egyptenaar door u werd gedood?” Toen sloeg de vrees en de schrik toe. De zaak was bekend geworden. Mozes bij die waterput in het land Midian, ver bij het volk van God vandaan.

Daar zit hij dan eenzaam. O zeker - de dochters van Rehuël komen om water te halen, en herders komen om hun kudde te drenken. Maar straks gaan ze weer heen, en blijft Mozes alleen achter. Hoe zal het gestormd hebben in zijn gemoed. In zo’n situatie is satan hoogst aktief. Ik hoor hem al zeggen: “Mozes, je zag op de vergelding des loons, nu heb je je verdiende loon”. En: “Mozes, je kreeg dat volk van God zo lief, maar dat volk heeft je verraden. Ze willen je niet als verlosser. Je nam het voor dat volk op, je begeerde dat dat volk zich achter je zou scharen, maar ze moeten je niet”. En: “in de ogen van je God ben je nu een moordenaar, en daarom wil God niet meer van je weten”.

Zal Mozes daar bij die waterput niet geweend hebbend, treurend over zijn onbezonnen daad? Zal er niet geweest zijn het zelfverwijt: had ik maar niet...? Dit is zeker: elke weg ter verlossing is afgesloten. Naar de mens gesproken: radikaal en definitief. Er is geen ruimte daartoe meer over. Verlossing is de grootste onmogelijkheid geworden.

Hier zijn wegen die de Heere met al Zijn kinderen gaat. Het zijn wegen die ze gisteren en eergisteren niet geweten hebben. Vastgelopen en de onmogelijkheid van verlossing aan ’s mensenkant ingeleefd.

De Heere heeft Mozes bij die waterput gebracht. Hij heeft hem daar in eenzaamheid gesteld. Mozes leert daar. Hij krijgt hemels onderwijs. Welk? Wel - dit: niet Mozes door God, maar God door Mozes. Niet het bloed van de Egyptenaar zal bevrijden, maar het bloed van het lam. Bij die waterput blijft geen ruimte over voor de mens. Alleen voor God, voor de Heere Die Zijn volk verlost. Daar wordt geleerd: verlossing slechts van boven, uit God en door God. Verlossing door het wonder, door genade alleen, de genade van de barmhartige God. Mozes moet dat al meer leren, 40 jaar lang. Zijn enige verwachting wordt al meer de verlossing die van boven is. Als hij tachtig is dan roept God hem vanuit het brandende braambos dat niet verteerd wordt. Dan is er plaats voor het bloed van het lam.

Wij achten vandaag Egypte, de wereld zeer boos. We trekken ons terug in onze “Refo-bastions”. We kunnen menen daardoor der wereld dood te zijn. Maar het probleem is dat er geen onderscheid is tussen Egypte en Israel. We hebben beide dezelfde vader: Adam, de gevallen Adam. De wereld is niet slechts om ons heen, maar zit in ons, en Egypte’s schuld is ook onze schuld. Beide hebben het oordeel verdiend.

Verlossing is noodzakelijk. Wie niet verlost wordt uit het diensthuis van wereld en zonde sterft straks met de wereld in de dag van het oordeel. O wereldling, o zondaar, hoor toch: er is verlossing door het bloed van hèt Lam. Jezus Christus, als het Lam Gods, heeft Zijn bloed gestort. Door Hem, in Hem is er verlossing, de van God gegeven verlossing in de nacht van het verderf. Zit dat bloed al aan de deurposten van uw hart?

Leert de Heere ook u dat de verlossing alleen uit en door Hem is? We willen zo graag mogelijkheden bij ons en in ons zoeken en vinden. Echter -we liggen zo verloren dat die er niet zijn. De Heere ijvert voor Zijn eer. Daarom gaan al onze leunsels en steunsels ondersteboven. Als Mozes eenzaam bij de waterput dan kunnen wij denken: er is achteruitgang; ’t was vroeger beter dan nu. Maar de Heere leert dat Hij verlost, Hij alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1993

Bewaar het pand | 12 Pagina's